eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5453. 1641 november 3. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Om Spierynck2 te subleveren van de quade impressiën die niet alleen in de gemoederen van den gemeenen man, maer oock van de regierders van de steden plaetse hebben gevonden, hebben op het versouck van de Staten Generael de Gecommitteerde Raden nevens de poincten van beschrijvynge de vroetschappen onderrecht het uytstrooisel van opcooppen ende versenden van boter te wesen verdicht, naerdat sij tevoren, gelijck sij mede adviseren, den admirael3 die geseyt wert de boter te hebben aengehaelt, daerop hadden gehoort. Dat sal hem4 wel commen, die hem vrij verseth heeft gevonden.

    Den conynck van Denemarcken seyt men ons dat sijn ambassadeur5 naer Weenen niet wil laten gaen ende daerom hem heeft gerevoceert, seggende voorgegeven dat die saecke in het bijwesen van de churfursten ofte hare gesanten mosten op den rijxdag die nu is gescheyden, affgehandelt6 werden. Den gemelten conynck gelooft men, omme begint te sien naer den keyser ende niet garen hadde de Sweetse troupes de Elve mosten passeren, uyt vrese dat de keyserse volgende sijne M.teyt in Pinnenborg ende elders souden hinderlijck sijn.

    Op de reyse van Milander7 naer den keyser vallen speculatiën. Het vertreck van den heer van Heenvliet8 naer Engelant blijft gearresteert; de ambassade sleept noch. Het dessein van Engelant schijnt desen staet tot de restitutie van den Pals te engageren, oock te spreecken van vereenynge van Oost- ofte Westindische Compangiën, alle ondienstych. Men wilt dat men ge-

    612

    looft dat Engelant de geünieerde princen wilt encourageren met beloften ende toeseggynge van secours, dat wel tijdelijck dient gedaen.

    Monsieur de Choisy9 hier passerende heeft seer goet getuygenisse gegeven van de goede qualiteyten ende comportementen van uwen joncksten soon.10

    Dit is al dat ick met mijn subyt vertreck uyt Den Hage voor desen tijt kan adviseren.

    Desen 3 Nov. 1641.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 20 Nov. 1641.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 77d. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 681 no. 268. Antw. op nos. 5439 en 5440; beantw. d. nos. 5467 en 5468.
    2 - Petter Spiring Silvercrona, Zweeds resident en raad van financiën te Den Haag; zie ook no. 5444.
    3 - Maarten Harpertsz. Tromp.
    4 - Namelijk degene die de geruchten over Spiring in omloop had gebracht.
    5 - Corfits Ulfeldt (no. 5085 n. 15).
    6 - Voor ‘affgehandelt’ staat in het hs. nog een overbodig: moste.
    7 - Peter Melander, graaf van Holzapfel (no. 5419 n. 9).
    8 - Johannes Polyander van Kerckhoven, heer van Heenvliet (no. 4994 n. 3), reisde in december 1641 namens Frederik Hendrik naar Engeland. Een Staatse ambassade naar Engeland vond niet plaats.
    9 - De Franse intendant Jean de Choisy de Camp (no. 5318 n. 7) reisde vanuit het Franse leger in Duitsland terug naar Frankrijk; vanaf ± 20 oktober bevond hij zich in de Republiek, zie Res. SG dd. 22 oktober en 4 november 1641.
    10 - Dirk de Groot.