eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6028. 1643 januari 5. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Amstelodamenses testantur se serio de rebus filii tui cogitare et si se dederit occasio aliquid confecturos.2 Veniet illuc hac septimana Reygersbergius, ut excitet eos qui aut tardiores aut meticulosiores sunt. Abrahamus Antonii3 ait eum de quo agis Gallum fratrem esse unius ex secretariis defuncti cardinalis, et in negotio quidem ecclesiastico commode sentire,4 caeterum suspectam sibi esse nimiam cum Montalto iudaeo5 familiaritatem, qui hominem ad suos traducere conatur. Vrelandium6 neque novi, neque quid in eius causa praestare possim, scio; illud constat si quod ipsi dederis consilium, inimicos id ita accepturos quasi ipse eo uti decreveris.

    Cum Vossio de scripto Riveti et tua responsione egi. Optaret ille aliquem posse inveniri qui pro te Riveto respondeat, cui alii necessaria suppeditarent. Iudicat Rivetum aliorum uti opera. Ipse vero de toto negotio ad te scripturus est.7 Interim monuit me esse Amstelodami anathematismos ecclesiae Graecae in Cyrillum8 vibratos, quos publice edi e re foret. Blavius Lucani partem mediam tandem impressit, reliqua duobus mensibus absoluturum se sperat;9 tum primum de poematis agemus. Indicem in Anthologiam magni

    13

    laboris esse iudicat Vossius, et necdum quenquam ei labori idoneum indicavit.10

    Pro iis quae de rebus Gallicis scribis gratias ago. Dicunt hic aliquem ex Anglia esse qui Striclandio, deputato parlamenti, aliisque locutus sit, regina ex adverso ne audiatur obnitente.11 Princeps iam meliuscule valet et se reductioni militum ab Ordinibus Hollandiae decretae opponere incipit, negans eam sine iniuria Foederis executioni mandari posse.12

    Delfenses consules hoc anno habemus Adrichemum, Schilperortium, Lodesteinium et Bleyswikium, viros non malos.13 Amstelodami multi sunt rumores de tractatu novo indutiarum14 et deputatis ad eum finem huc mittendis, sed incertis, ut ego iudico, auctoribus.

    Interea Deus Optimus Maximus tibi, tuis nobisque omnibus in hunc et sequentes annos largiatur quae novit esse salutaria. Vale,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, V Ianuarii 1643.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de Suede, à Paris. Port 18 st.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 14 Ian. 1643.

    En in dorso: 5 Ian. 1643 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 338. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6016 (dl. XIII), beantw. d. no. 6039.
    2 - Voor Pieter de Groot werd een passende werkkring in Amsterdam gezocht.
    3 - De Amsterdamse koopman van remonstrantsen huize Abraham Anthonisz. Recht (1588-1664) (S.A.C. Dudok van Heel, in Amstelodamum, maandbl. 65 (1978), p. 81-88).
    4 - Een ‘hooggeplaatst’ Fransman had tijdens zijn verblijf in Amsterdam een ‘memorandum’ ten gunste van verzoeningsgezinde theologen als Grotius en Théophile Brachet de La Milletière opgesteld. Opgeschrikt door het speurwerk van Willem de Groot moest de ‘Gallus’ later onthullen dat zijn naam Robert le Comte was en dat zijn plaats in de samenleving heel wat minder aanzienlijk was dan hij aanvankelijk had voorgegeven; vgl. no. 6057.
    5 - Wellicht Elijah (†1676) of Isaac (†1644), kleinzonen van Elijah Montalto (†1616 te Tours, maar begraven in Amsterdam), lijfarts van koningin Maria de' Medici. Hun moeder Isabella alias Esther da Fonseca van Rouaan was na het overlijden van haar echtgenoot Moses Montalto (†1637 te Lublin) naar Amsterdam getrokken waar zij in 1692 overleed (H. Szancer, ‘De familie Montalto’, in De opbouw, orgaan van de Portugees-Israëlitische gemeente te Amsterdam 16(1962), p. 4-7, p. 28-33, en 17(1963), p. 54-56).
    6 - Een Amsterdammer die zich ‘Gerardus Vrelandius’ noemde, had al tot vier keer toe bij Grotius aangedrongen op een advies inzake zijn voorgenomen doop; vgl. nos. 5838, 5890, 5951 en 6016 (dl. XIII). Zie voor Grotius' mening, no. 5961 (dl. XIII).
    7 - Tijdens zijn bezoek aan Amsterdam sprak Willem de Groot met Gerardus Joannes Vossius over Rivets Apologeticus pro suo de verae et sincerae pacis ecclesiae proposito, contra Hugonis Grotii Votum (BG no. 298 en BsG no. 319). Voor zover bekend legde Vossius zijn gedachten over deze zaak niet vast in een brief aan Grotius.
    8 - Cyrillus Lucaris (ca. 1572-1638), patriarch van Constantinopel, die door zijn vriendschap met de Staatse orator Cornelis Haga en diens predikant Antoine Léger grote belangstelling kreeg voor reformatorische geschriften. Zijn nieuw verworven inzichten legde hij vast in een Confessio fidei waarvan de Latijnse versie in 1629 te Genève werd gedrukt. In eigen land stootten de geloofsopvattingen van de patriarch op steeds groter verzet. Uiteindelijk werd hij vermoord en zijn leer op de synodes van Constantinopel (1638), Constantinopel-Iasi (1642) en Constantinopel-Bethlehem-Jerusalem (1672) veroordeeld (G.Hering, Ökumenisches Patriarchat und Europäische Politik 1620-1638, p. 176-206).
    9 - De Amsterdamse uitgever dr. Joan Blaeu voltooide eind mei de druk van Grotius' nieuwe aantekeningen bij Lucanus (BG nos. 430 en 431).
    10 - Uitgaven van de poemata en de Anthologia Graeca (BG no. 534) kwamen tijdens het leven van Grotius niet tot stand.
    11 - Op 26 december 1642 werd door het Parlement het vertrek aangekondigd van een persoon die de sinds september in de Republiek aanwezige gezant Walter Strickland zou gaan voorlichten over de laatste ontwikkelingen (CSP Ven. 1642-1643, p. 220). Met argwaan volgde koningin Henriëtte Maria de diplomatieke stappen van haar parlementsgezinde landgenoten in Den Haag.
    12 - De Staten van Holland zouden na het kerstreces (13 januari) de debatten over de voorgestelde troepenreductie hervatten (Het Staatsche leger IV, p. 130-134).
    13 - De burgemeesters die in 1643 aantraden waren Joost Jacobsz. van Adrichem, Dirk Robbregtsz. van Schilperoort, mr. Evert Jansz. van Lodenstein en Evert Adriaensz. van Bleiswyk (R. Boitet, Beschryving der stadt Delft, Delft 1729, Naamlijst van de Heeren schouten, burgermeesteren, p. 143).
    14 - Een delegatie uit de Staten van Brabant zou besprekingen gaan voeren over het rechtsgebied van de Meierij van 's-Hertogenbosch (Aitzema (fo) II, p. 896); zie no. 6027.