Mijnheer,
Hier is alles uiterlijck noch stil. Men spreeckt van madame de Hautefort2 te huwe-
347
lijcken aen den hertogh van Ventadour,3 waertoe de coninginne wil helpen, hoewel Hautefort uit het hoff is vertrocken, men weet niet wel hoe. De coninginne heeft oock geschreven aen den hertogh van Bouillon, opdat hij zoude wedercomen in Vrancrijck.4 Heeft geantwoord vertrocken te zijn uit vrese, maer dat hij wel wil continueren te handelen over Sedan. Evenwel vresen veelen dat daer iet schuilt. De coninginne heeft oock de advocaten van den coning gezonden aen de camers van het parlement alhier om dezelve te accorderen over de questie of de chambre d'enquestes ende andere cleiner mede moeten geroepen werden over publycke affaires,5 gelijck nu is de requeste van de universiteit tegen de jesuyten.Den marescal de Turaine treckt sijn volck zoo men ons zegt uit het graefschap van Bourgogne om hertogh Carel te beletten Falkestein weder te belegeren.6 Die van 't voorzeide graefschap van Bourgogne hebben vierduizent man bij den ander tot haere defensie7 ende presenteren hondertduizent rijcxdalers aen hertogh Carel8 om haer te stercken met tweeduizent ruiters. Maer don Melos doet aen denzelve hertogh beter aenbiedinge van hondertduizent croonen voor zijne persoon, zijn volck te onderhouden ende te stercken tot tienduizent man. Denzelven hertoch vexeert die van Darmstad9 om eenige restanten van contributie ende belet de wegen nae Francfort10 aen die van Basel ende Straesburg om eenige oude querellen. Den hertogh van Beieren leent een millioen aen
348
den keiser11 ende geeft duizentvijfhondert man te paerd ende noch zooveel te voet aen Haezfeld,12 die zijn volck noch hout in guarnisoenen tot de Mey ende dan, zoo men meent, zal gaen helpen den coning van Denemarcken. Den hertogh van Orleans doet zijn volck bijeencomen bij Chauni,13 den hertogh van Anguien bij Vitry,14 den marescal de Gassion bij Retel.15In Catelagne zijn de Spaensche eerst in 't velt.16 Wie eerst gereed zal zijn in Piedmont, zal men haest weten.17 Elck zal zich stercken met de trouppes die zoo bij Rome als bij de ligue zullen werden gelicentieert,18 alzoo zulcx bij de paix is besproocken, gelijck mede restitutie aen ydereen van 'tgunt hij voor het oorlogh heeft bezeten ende de demolitie van alle nieuwe fortificatiën.
Don Jan d'Austria heeft hier paspoort becomen om door Vrancrijck nae Vlaenderen te trecken zonder Parijs te zien.19 Een extraordinaire ambassadeur van Portugal is hier aengecomen met treffelijcke suitte.20 Men meent hij spreecken zal van een huwelijck. Te Brisac is onder de crijgsluiden meuterie geweest, maer gestilt met geld.21 Uit Francfort werden wij geadvizeert dat de Beierschen, hebbende uitgedeelt haer grootboeck dat zij tegens de Paltische hebben gemaect,22 jaegen door discoursen ende brie-
349
ven groote vrese aen de roomsch-catholycken ende lutherschen23 vanwegen de hooge desseings van de calvinischen als Holland, Hessen, Rakoczy ende de parlamentarissen in Engelant. De zaecke die deze dagen gereed was om voor het parlement van Parijs bepleit te werden tuschen den hertogh van Anguien vanwegen zijne huisvrouw ende de hertoginne van Esguillon nopende de successie van wijlen den cardinael de Richelieu24 is uitgestelt op hoope van accord.23 April 1644.
De tijdingen uit Spaignie die hier cours hebben zijn dat de Castillans zijn afgeslagen van Segura25 ende dat de Portugezen een groot fort maecken bij Valle Mule op de frontieren van Castille.26 Van Wenen dat daer gedeputeerden waeren zoo van Denemarq27 als van Ragosky.28 Uit Engelant dat het leger van prince Robert was versterckt tot negenduizent man,29 dat de parlamentarissen tevergeefs hebben aengetast het casteel van Cornette in 't eiland van Garnesei,30 maer dat de Schotten een berg hadden bezet bij Neucastel ende becomen de stadt van Duram31 ende aldaer veele ruiters ende voetvolck.
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port 9 st.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 23 April 1644 uyt Paris.