eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6828. 1644 april 23. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Ick dancke God vanwegen de beternisse van suster Reigersberg.2 Wij moeten zien hoe de Staten-Generael zullen willen dat haere schepen den tol betaelen3 ende wat voorslagen zij zullen doen tot de vrede tusschen Swede ende Denemark.4 't Oorlogh schijnt daer langer te zullen duiren dan men gemeent had. 't Is wonder dat d'heer Gunter tot voorcoming van daetelijckheit niet en presenteert eenige moderatie op den tol.5 't Engelsche parlement vind zich te zeer gestijft door. de Schotten ende doordien zij zien dat den coning de hoope van hulp van buiten is afgesneden.6 De daden der Sweden in

    346

    Duitschlant zijn noch vigoureux, zoo in Silesië als in Misne.7

    't Uitstellen van 't octroi voor de Oostindische Compagnie8 doet de participanten veele schade ende buiten twijffel zullen eenige coopers van actië[n] daerdoor werden geruïneert. Ick bidde uEd. wat naerder te willen onderzoecken de situatie van de nieus gevonden passage in 't zuide.9 Die van Chyly, wapenen ende bevelhebbers becomende van Hollant, zullen aen de Spaignaerden veel quaeds connen doen.10 Ick hoor dat boven de questie in Gelderlant11 oock groote twist is tuschen de stadt Groningen ende de Ommelanden.12 't Is mij lief dat den arbeit van monsieur de Geer wel succedeert.13 Monsieur de La Tuillerie magh wel seeckering maecken van niet haest weder in Den Hage te comen.14

    23 April 1644.

    In dorso staat in een onbekende hand: Den 23 April 1644.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 36k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 6829.
    2 - Maria van Reigersberch (vgl. no. 6744) of hun beider schoonzuster Catharina Veth, echtgenote van David van Reigersberch, rekenmeester van Zeeland; vgl. no. 2058 (dl. V).
    3 - In de tweede helft van maart was in de Staten-Generaal het besluit gevallen om ter bescherming van de koopvaarders een convooivloot van 44 à 45 schepen naar de Sont uit te zenden. Vraag was of de koopvaardijschepen bij het passeren van Helsingør de gebruikelijke tol aan koning Christiaan IV moesten betalen (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 65).
    4 - De Staten-Generaal hadden hun voornemen om te bemiddelen in een schrijven van 8/18 maart 1644 aan koningin Christina nader toegelicht (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 190).
    5 - De Zweedse resident Petter Spiring Silvercrona had Grotius de tekst toegestuurd van de toespraak van de Deense kamersecretaris Frederik Günther in de vergadering van de Staten-Generaal dd. 16 maart 1644 (nos. 6777 en 6793); zie ook Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 411-412 en p. 417-420.
    6 - De Zweeds-Deense oorlog drukte ook een stempel op de binnenlandse krijg in Engeland. Het Londense Parlement koos partij voor Zweden (CSP Dom. 1644, p. 44 en p. 95, en CSP Ven. 1643-1647, p. 97). Bijna gelijktijdig werd in Stockholm overwogen om diplomatieke betrekkingen aan te knopen met de parlementsgezinden in Engeland en Schotland. Voor deze taak werd de Schotse resident Hugh Mouat (Moathus) aangewezen (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 441 en p. 465, en CSP Ven. 1643-1647, p. 165).
    7 - De stootkracht van de Zweedse expeditielegers van de generaal-majoors Hans Christoph, graaf van Königsmarck, en Robert Douglas in Meissen en Silezië.
    8 - Het octrooi van de Verenigde Oostindische Compagnie werd in afwachting van een besluit in de discussie over de vereniging van de Oost- en Westindische Compagnieën telkens voor korte perioden (6 weken) verlengd (Res. SH, dd. 23 maart en 19 april). De onzekerheid over de toekomst zaaide verwarring op de Amsterdamse beurs; vgl. no. 6827 n. 9.
    9 - In de tweede helft van maart begon Grotius zich plotseling te interesseren voor een nieuwe ‘passage naar Oost-Indië’; zie nos. 6771, 6780 en 6792.
    10 - De expeditie van Hendrik Brouwer († 7 augustus 1643 te Chiloë), gewezen gouverneur-generaal van Oost-Indië, die in 1642 van de Westindische Compagnie de opdracht ontving om de Spanjaarden uit Chili te verdrijven (NNBW V, kol. 53-55). Op zijn tocht omzeilde hij het Stateneiland (Argentinië), een ontdekking waar de ‘Heren Negentien’ klinkende munt uit wilden slaan (Res. SH, dd. 24 maart 1644).
    11 - In Gelderland twistten de kwartieren over de belastingadministratie. Vanwege de ernst van de strubbelingen woonden Frederik Hendrik en de jonge prins Willem deze maand de landdag te Zutphen bij (Aitzema (fo) II, p. 974-975).
    12 - De Ommelander vertegenwoordiging verzette zich tegen de hegemonie van de stad Groningen (Aitzema (fo) II, p. 972-973).
    13 - De wervingen van de Zweedse koninklijke commissaris Louis de Geer in de Republiek, Eind april verliet een kleine hulpvloot van dertig schepen het Vlie.
    14 - De door de regering in Parijs aangewezen vredesbemiddelaar Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, ordinaris Frans ambassadeur in de Republiek, had op 9 april een aanvang gemaakt met zijn missie naar de hoven van koning Christiaan IV en koningin Christina.