743
Mijnheer,
De coninginne-regente met haer hoff is te Fontainebleau;2 de princen als dienaers van staet gaen daernaetoe. Eenige cleine differenten van ceremonie gemoveert bij den hertogh van Orleans zijn geaccommodeert,3 zoodat zijne Hoocheit met zijne guardes zal mogen comen te hoof, maer zijne capitaine des guardes zal aldaer de stock niet dragen, gelijck als doet den capitaine des guardes van de coninginne. De blijdschap is hier groot over 't becomen van Philipsburg, waer den hertogh van Anguien zijn inganck heeft gedaen den tiende4 deses.5 Wij hooren Worms het exempel van Spier heeft gevolgt,6 zoodat de Fransoisen meesters zijn van de Rijncant van Basel af tot Cobelentz toe, van het marquisaet van Baden uitgenomen Stolhoven,7 van het hertogdom van Wirtenberg uitgenomen Tubingue, Laufe, Canstad, Hailbrun,8 van het meestendeel van de Pals.9 Den hertogh van Beieren ruckt bijeen wat hij can,10 soo nauw dat hij de steden van Tubingue ende Heidelberg van guarnisoen heeft ontbloot, latende bezet alleen de casteelen. Uit de brieven van Mercy vind men dat haere hoope bestaet op de ongeregeltheit van de Fransoisen ende op de aenstaende winter. Ondertusschen is de schrick overal zoo groot dat den churfurst van Mentz zich heeft gesalveert te Francfort,11 alwaer oock Robolledo, gouverneur van Franckendalen,12 zijne wijnen in groote quantiteit heeft gezonden. Den
744
landgraef van Darmstad schijnt zich te willen retiereren te Giessen.13 't Beyersche leger heeft de comste van Tubadel met drieduizent [te] paerd niet verwacht,14 maer van den Necker zich begeven nae de Donaucant, ende den hertogh van Beieren heeft alle de gevangene Fransoisen die hij heeft, doen brengen nae Ingolstad.15 De heer Erlach heeft een casteel becomen bij Friburg.16 De dienaers van den keiser doen te Francford alsnoch instantie, opdat de vergadering die daer is, blijve om aen den keiser raed te geven17 zoo daer apparentie is van vrede ofte, soo niet, geld om te oorlogen. Blijven oock noch daerbij dat alle die de brieven van monsieur d'Avaux ontfangen hebben, dezelve behooren zonder antwoord terugge te zenden.18 Wij verstaen dat te Wenen de peste is ende 't lant rondom zeer bedorven.La Mole ofte 't hoofd van de haven van Tarragone19 is bij de Spaensche wederbecomen, maer de Fransoisen hebben moet om dezelve plaetze de Spaignaerden weder af te nemen, gelijck oock in Italië de citadelle van Asta.20 Don Melos zal, zoo men meent, hier door passeren nae Spaignie.21 Men zegt oock dat den hertogh van Vendosme zoude van mening zijn te gaen nae Wene,22 waeraen ick twijffel. Te Rome in de stadt is rust
745
door de goede ordre van den gouverneur,23 maer in 't conclave zijn niet alleen vier factiën, van Rome, van Spaignie, van Vrancrijck ende van de Barbaryns, maer daer zijn daer oock die malcander injuriëren ende slaen. Fiorenzole, die eerst goede hoope hadde, is door stercke conspiratie daerbuiten gestelt.24 De meeste apparentie is dat de partij van Rome ende die van Spaignie zich bij den anderen zullen vougen.25 Den coninck van Spaignie, niet zeer overgoten van geld in deze tijden, geeft brieven van belofte om veele cardinalen te winnen. Den ambassadeur de Saint-Chaumont is te Rome gestorven.26De coninginne van Engelant vindt haer beter, blijft noch bij de Bourbonsche wateren,27 alwaer aen haere Majesteit eenige comedianten zijn toegezonden om den tijd te passeren. Uit Engelant hooren wij dat den coning een van zijne raiden heeft doen onthoofden,28 dat in zijnes Majesteits raed eenige opinië[n] zijn voor de vrede, eenige daertegen, waeronder zijn de princen Robert ende Mauris,29 dat prince Robert eenigh volck heeft verloren,30 gelijck oock de roomschgezinden in Ierlant, hoewel twintichduizent zijnde tegen twaelffduizent protestanten.31 Den churfurst Palsgraef zal te Withal logeren.32
Wij crijgen tijdinge dat den prince Thomas Sanctya heeft becomen ende de stadt Aste gelaten in goeden staet.33 Dat in Engelant de stadt Neuwcastel blijft belegert bij de Schotten,34 ende dat buiten dezelve stadt ende die van Niewerck ende twee ofte drie cas-
746
teelen, den coning van Engelant niet meer en heeft in 't noorderquartier van Engelant.35 Men zegt hier dat de stadt van Sint Omer zoect met Vrancrijck te handelen door de interventie van de stadt van Gravelinge36 ende dat monsieur de La Millerai gaet om te vorderen de belegering van La Motte.3717 Septembris 1644.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 17 Sept. 1644 uyt Paris.