Mijnheer,
Indien Witte Wittenssoon door faute van vivres is thuisgecomen,2 datzelve toont een groot verzuim. Ick zie daer groot verlies van costen, tijd ende occasie ende een creupele regiering,3 die oock blijckt in de zaecken van Oost-Indië4 ende meer andere. 't Is oock een teicken van weinigh courage in een machtige republycq een recht van zulcke importantie als is 't gebruick van de zee tenminste met woorden ende goede myne niet te derven voorstaen. 't Is oock buiten reden, gelijck uEd. wel merct, neutralen die aen d'een ofte andere zijde van oorlogvoerende princen gedient hebben, als zij nu buiten den dienst zijn, daerover te vangen.5 Alle deze dingen zijnde ingezien, behoef[t] men zich niet te verwonderen dat den coning van Denemarcken zulcke mediateurs niet en vreest.6
Wij moeten zien wat van Maelmuyen zal vallen7 ende wat de Sweedsche vloot zal
51
uitrechten.8 Zoo niet iet merckelijcx en werdt uitgerecht, zullen daer oock groote costen verloren zijn. Aelianus, zie ick wel, hout zijne oude ganck ende is niet wonder dat zulcke luiden niet en werden bemint.9Onzen Diderick heeft gecommandeert over eenige trouppes bij ordre van den hertogh van Anguien ende de marescal de Turenne, ende met dezelve ingenomen Fridelsheim ende Neustad; is nu bij zijne Altesse ende zijne Exc.tie gezonden nae mevrouw de landgravin van Hesse.10 't Volck die voor den coning van Engelant hier zijn, beginnen groote courage te nemen11 ende 't schijnt dat de zaecke een groote keer neemt.12
15 Octobris 1644.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den XV Octob. 1644 uyt Paris.