Mijnheer,
Hier werdt alles wat langzaem tot het oorlogh geprepareert.2 Den grave van Harcourt3 zegt in Februario te willen vertrecken4 ende hoopt te hebben zestienduizent man te voet, vijfduizent te paerd, zoo van deghenen die daer zijn als die hem hier zullen werden bijgevoucht ende die de Catelans beloven te lichten. Den hertogh van Anguien schijnt te willen wachten tot de [maent] Maert om te gaen [nae] Duitschlant,5 alwaer de zaecken vooralsnoch niet quaelijck en gaen, uitgenomen dat Rebolledo nieuw volck heeft ingezonden in het casteel van Crutzenach6 ende daerdoor aen de Fransoisen de hoope zeer vermindert van hetzelve te becomen. Ondertuschen werdt de circumvallatie gemaect om La
291
Motte nauwer te perssen onder het commandement van Magalotti,7 zoodat eenige die om coursen te doen uitgegaen waeren, niet weder daerin hebben connen comen ende de belegerde eenige uitvallen hebben willen doen, doch zonder succes.In Italië hebben ‹de› de Fransoisen haere winterquartieren genomen niet alleen in het Montferrain, maer oock in Piedmont ende Dauphiné.8 Prince Thomas comt hier niet, gelijck wel gemeent was.9 Den gouverneur van Milan zoect geld om een goed leger te hebben tegen het voorjaer, maer zal moeite hebben om 'tzelve te vinden. Eenige meenen dat den paus middelen zal zoecken om de Fransoisen uit Italië te doen vertrecken, hoewel de Fransoisen zijne vrundschap zoecken, presenterende aen den cardinael Pamphylio eene vette abdie10 ende de protectie van Vrancrijck. De Barbaryns verliesen alledaeg meer ende meer haer credyt,11 zijnde bedrogen in haer hoope van dat Camillo Pamphylio, die nu cardinael is, de dochter zoude trouwen van don Thaddaeo,12 ende vindende Vrancrijck in alles haer tegen, zoecken zoo men zegt de protectie van Spagnie met presentatie van volck ten dienste van Spaignie te doen lichten op haere costen.13
De coninginne van Engelant heeft hier van de coninginne-regente eenigh geld becomen ende 'tzelve gezonden nae den coning haere man,14 die zulcx wel van doen heeft ende zoect tijd te winnen op hoope van mettertijd hulp van buiten te becomen. De parlamenta-
292
rissen, zoo wij hooren, belegeren Neumarck,15 Chester16 ende 't casteel Lach17 ende zenden ruiterie nae het weste. Wat de brieven van de[n]zelven coning,18 geschreven aen het parlement te Westmunster als parlement van Engelant, ende de zending van den hertogh van Richemont ende den grave van Zudhampton met nieuwe voorslagen tot vrede zullen opereren, moeten wij zien.19 Ondertuschen zijn onder de wederpartij van den coning dissensiën die licht connen groeien door de lust van vrede bij eenigen ende van oorlogh bij anderen. 't Hooge huis wil noch tot de condemnatie van den eertzbischop niet verstaen.20 De synode heeft de liturgie ofte het dienstboeck, totnochtoe onderhouden, gecondemneert ende smeedt een ander,21 oock nieuwe maniere van de kerkendienaer[s] te beroepen, waerinne veelen geen contentement en zullen nemen. De Schotten, niet wel tevrede zijnde met het uitstel van haere betaeling, draegen haer zeer wild ende dreigen hoogh.22 Monsieur Sabran heeft gewilt dat het parlement hem d'eer zoude doen die zij gewoon ‹te› zijn te doen aen ambassadeurs, 'twelck zij niet en hebben goedgevonden, alzoo zijne brie-293
ven die qualiteit niet mede en brengen.23 Den hertogh van Vendosme is te Florence24 ende werdt daer wel onthaelt.2530 Decembris 1644.
't Schijnt wel dat de grave van Essex, Waller, Manchester26 ende anderen quaelijck zullen tevrede ‹te› zijn over de resolutie, die de lager camer voortdringt, dat niemant stem hebbende in het parlement eenich bevel in de crijgh zal mogen hebben.27 Men meent oock de Schotten beginnen te luisteren nae vrede, niet alleen omdat de soldije ontbreeckt ende den beut manqueert, alles zijnde uitgeplondert,28 maer oock omdat de Ieren dreigen noch tienduizent man, boven deghenen van de haeren die in Schotlant zijn, daer te brengen, alsmede zesduizent in het noorde van Engelant.29
De Fransoisen seggen dat zij in Catelagne hebben omgebracht, gevangen ofte verjaecht vijftienhondert man te voet, driehondert te paerd.30 Zij hebben oock drie van haere regimenten gecasseert, die eerste waeren geweest in de vlucht bij Lerida. De Beyerschen,
294
zoo wij hier hooren, hebben de Bergstraz verlaeten31 op de tijdingen van de victoriën van de marescal Torstensoon,32 laetende eenigh garnisoen binnen Benshem ende Winheim, ende 't casteel van Crutzenach werdt beschoten met acht stucken geschuts33 ende oock gemineert.34 Uit de Turckie werdt hier gespreit dat den Grooten Heer alle de christensche ambassadeurs heeft vastgestelt op suspicie van eenige correspondentie met die van Maltha, van dewelcke hij eenige merckelijcke schade heeft ontfangen.35In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 30 Decemb. 1644 uyt Paris.