eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7210. 1644 december 24. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den resident van Polen, die myne gemaect hebbende van te vertrecken hier is wedergecomen,2 heeft Woensdagh laestleden eene lange audiëntie gehadt bij mijnheer den cardinael.3 De querelle tusschen den hertogh van Elboeuf ende den marescal Gassion is geaccommodeert.4 Den marescal de Turenne nae de laetste advysen was te Bingen,5 verwachtende eenigh renfort uit Italië. Weinsheim becomen bij Mercy ende alle Fransoisen die daerbinnen waeren gelijck als tevoren te Bensheim omgebracht. De Bergstras heel blootgemaect bij de Beierschen ende al dat daer gevonden was, gebracht nae Heidelberg.6 De Gleensche ende Lotharingsche tevergeefs gepoocht hebbende te veroveren ee[r]st Castelaun ende daernae Baccherach,7 waeren weder vertrocken nae de Mozel ende hadden haere brugge gebracht bij Cobelentz.

    In Italië valt te neder het credyt van de Barbarins, zoodat den cardinael Francisco

    267

    gequiteert heeft zijne legatie te Urbin, ende Antonio de legatie t'Avignon.8 De Spaignaerden hadden haere winterquartieren bij Novara, Lomelino, Vigevano, ende de ruiterie bij Alexandria,9 de Fransoisen bij Casal.10 Te Napels werdt een halve croon geheven op alle personen die haer naedesen geestelijck maecken met consent van den paus. In Catelagne verwinteren de Fransoisen bij Cervieras,11 de Spaenschen bij Lerida, Balagueres, Aigremont, ende hebben een pas van importantie becomen nae Barcelone.12

    De questie tuschen Zurich ende Turgauw, deze gesupporteerdt door andere roomschgezinde cantons ende onder de hant door den hertogh van Beieren, duirt ende ontsteeckt niet zonder vrese van datelijckheit.13 Doch nu datelijck crijgen wij advysen dat de twistende partijen overeen zijn gecomen van arbiters, waeronder zal zijn den ambassadeur van Vrancrijck ende eenige naebuirige steden.14

    Aengaende de articulen bij 't parlement van Engellant voorgestelt aen den coning om geteickent te werden ende bij zijne Majesteit niet zonder reden, zo wij hier hooren, gerefuseert,15 daervan werden dezen hier gedivulgeert:16 dat alle die in Engellant, Schotlant, Ierlant zijn, zullen teickenen het convenant ende dat daervan gemaect zal werden een parlamentaire wet; dat den coning zal approberen het parlement gehouden in Schotlant tegens zijne wille; dat de coustume van guarde-nobles af zal zijn, oock alle bisschoppen, deeckene, capittelen; dat een generale abolitie van alle het gepasseerde zal werden gegeven, maer daerbuiten gesloten prins Robert, prins Maurits ende vierentwintich an-

    268

    deren;17 dat de Ieren, die zij rebellen noemen, ende de roomschgezinden die den coning hebben gedient, zullen gestelt werden onder de macht van de justitie, de anderen die mede den coning gedient hebben naedezen niet admissibel tot officiën ofte diensten in de kerck, ende het derde paert van haer goed geappliceert tot betaeling van des parlements schulden; dat nae 't scheiden van een parlement totdat een ander werde gehouden commissarissen zullen blijven om de parlementaire resolutiën te doen observeren; dat de groote officiën van de croon zullen begeven werden bij nominatie van het parlement ende des conincx kinderen opgebracht volgens d'ordre van 'tzelve parlement. Het beste artyckel is dat men zal arbeiden tot restitutie van den Pals.18 Hierop verstaen wij dat den coning gezegt heeft te willen zenden eenige heeren van qualiteit nae Londen,19 maer alsoo sijne Majesteit de bijeencomste die daer is te Londen niet en wilde qualificeren als een parlement van Engelant, zoo hebben de gedeputeerde van het parlement gezegt dat die van des conincx wege derrewaert zouden willen gaen, niet en zoude werden ontfangen. Den coninck sterckt Abington.20

    Nae de doot van de coninginne van Spaignie heeft Louis de Haro het meeste credyt becomen bij den coning aldaer.21 Den hertogh van Tremouille werdt vanhier opgeweckt om zijne pretensie op Napels te deduceren22 ende te Munster bekent te maecken, 'twelck niet en is om de vrede te vorderen. Ick hoor dat hier een is gecomen vanwegen den hertogh van Beieren.23 De vergadering tot Francfort blijft continueren door groote instantie van de Oostenrijcksche ende Beierschen tegen het advys van veelen.24 Men gelooft aldaer dat

    269

    Galas bij Magdenburg peryckel loopt van zijn heel leger te zien verloopen door gebreck van vivres ende voeragiën, die hem bij de Sweden aen alle canten werden afgesneden ende dat daernae Magdenburg groot peryckel zal loopen van in de Swedische handen te vallen.25 Den churfurst van Mentz was te Francfort gecomen26 ende hoopte dat hij altijd in tijd van peryckel een leger van zijn vrunden zoo nae zal hebben dat hij zich daer zal connen salveren. Die van Noremberg waeren geresolveert haere gedeputeerden te zenden tot Munster ende Osnabrug.27

    Wij verstaen noch dat in 't parlement te Londen oneenicheden zijn tuschen de heeren ende de gemeenschap om veele oorzaecken,28 oock de heeren niet willende approberen de condemnatie van den eertsbischop.29 Tusschen de hoofden van den crijgh zijn oock onlusten ende te Londen veele het oorlogh moe door de slappicheit van de commerciën. De Schotten die in 't noorde van Engelant de stadt Carlile hadden belegert, hebben vandaer moeten vertrecken nae Schotlant, alwaer den marquis de Monterose 't oorlogh voert voor den coning.30 In 't lant van Gales hebben 's conincx volck becomen de stadt Monmuth,31 de parlamentarissen 't casteel Langern.32 Den coning van Portugal heeft uit de gevancke-

    270

    nisse doen ontslaen Mascarenhas, Montalvan ende twee Souzas als onschuldigh aen de conspiratie waerover zij waeren gesuspecteert geweest.33

    Den 24 December 1644.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 Decemb. 1644 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 39m. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 7209.
    2 - Domenicus (Claudius) Roncalius, kanunnik van Ermland, resident van koning Wladislas IV van Polen te Parijs (PSB XXXII, p. 10-12), had eind augustus afscheid genomen van het Franse hof (no. 7021 (dl. XV)). Waarschijnlijk keerde hij terug om het huwelijk te arrangeren tussen de Poolse vorst en prinses Maria van Gonzaga (1612-1667), dochter van de hertog van Nevers (nos. 6851 (dl.XV) en 7195; Lettres Mazarin II, p. 121, en Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 300 en p. 452).
    3 - Volgens Grotius maakte de Poolse resident zich in Parijs verdienstelijk met het doorgeven van vertrouwelijke informatie aan kardinaal Jules Mazarin; vgl. nos. 6666, 6720, 6814, 6945 en 6957 (dl. XV).
    4 - De Picardische legerleider Jean, graaf van Gassion, had zijn wapenbroeder Charles II de Lorraine, hertog van Elbeuf, uitgedaagd tot een duel. Na tussenkomst van de hertog van Orléans reikten zij elkaar weer de hand (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 235-236; Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 467, en Gazette 1644, no. 153, dd. 24 december 1644).
    5 - Maarschalk Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, verdedigde met een kleine troepenmacht enkele vooruitgeschoven posten aan de Rijn. Op 8 december verscheen hij in Bingen (Aumale, Histoire des princes de Condé IV, p. 638, en Gazette 1644, no. 153, dd. 24 december 1644).
    6 - De Zwabisch-Beierse bevelhebbers François de Mercy en Johan van Werth beletten de Franse ruiters de toegang tot de strategisch belangrijke ‘Bergstrasse’ (Gernsheim, Bensheim en Weinheim).
    7 - Kastellaun en Bacharach. Hertog Karel IV van Lotharingen en de keizerlijk-Westfaalse bevelhebber Gottfried Huyn, graaf van Geleen, hadden de beschikking over 2 kanonnen, 2 mortieren en 7000 manschappen. Zij maakten echter zo veel tactische blunders dat hun aanslagen telkens mislukten (Mémoires du maréchal de Turenne I, p. 37-38, en Gazette 1644, no. 153, dd. 24 december 1644).
    8 - De kardinalen Francesco en Antonio Barberini waren in 1633 een ruil overeengekomen. Sinds die tijd was Francesco ‘legatus’ van Urbino en zijn jongere broer Antonio ‘legatus’ van Avignon (Gauchat, Hierarchia catholica IV, p. 18 en p. 21).
    9 - Antonio Sancho Dávila, markies van Velada, Spaans gouverneur van Milaan, had zijn cavaleristen winterkwartieren gegeven in de Lomellina en het ‘hertogdom d'Erme’ (Voghera). Niet de ruiterij, maar de infanterie bleef achter in Alessandria (Gazette 1644, no. 145, dd. 3 december 1644).
    10 - De vestingstad Casale Monferrato (ten noorden van Alessandria en ten westen van de Lomellina). De meeste manschappen van het Frans-Savoyaardse leger overwinterden in de Langhe (ten zuiden van Nizza Monferrato); vgl. no. 7200.
    11 - De Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, had het hoofdkwartier te Cervera verlaten en was over Barcelona naar Frankrijk vertrokken (7 december). Zijn soldaten moesten nog vijf maanden wachten op de komst van hun nieuwe bevelhebber Henri de Lorraine, graaf van Harcourt (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 268-269 en p. 302).
    12 - Lérida, Balaguer, Agramunt. De Spaanse bevelhebber Andrea Cantelmo nam op 29 oktober bezit van Ager (ten noorden van Balaguer) (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 264-266 en p. 286).
    13 - Een conferentie te Frauenfeld (8 november-2 december) bracht niet de gewenste oplossing. Het kanton Zürich weigerde in de strijd over de afbraak van de Adelheidskapel van Uttwil en de inwijding van een altaar in de kerk van Lustdorf (Thurgau) toe te geven aan de verlangens van de kantons Luzern, Uri, Schwyz, Unterwalden, Zug en Glarus (Vogel-Fechter, Eidgen. Abschiede V 2 1, p. 1332-1333 en p. 1341, en V 2 2, p. 1579-1583; Rott, Hist. représ. dipl. p. 46-47).
    14 - De afgevaardigden van het kanton Zürich stelden vertrouwen in de bemiddeling van Jacques Le Fèvre de Caumartin († 1667), de Franse ambassadeur in Zwitserland (Gazette 1644, no. 153, 24 december 1644, en Vogel-Fechter, Eidgen. Abschiede V 2 1, p. 1341).
    15 - Koning Karel I had ‘The humble desires and propositions’ op 24 november/4 december in ontvangst genomen. Drie dagen later overhandigde hij de ‘commissioners for peace’ een brief waarin hij de hoop uitsprak: ‘that God will so work upon the hearts of all persons concerned, that even this application, such as it is, upon further thought and consideration, may produce some good effects ...’ (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 309-312, en CSP Ven. 1643-1647, p. 157-161).
    16 - Een Franse vertaling verscheen op 27 januari en 3 februari in de Gazette 1645, nos. 11 en 14: ‘Propositions de paix envoyées au Roy de la Grand' Bretagne par son Parlement de Londres’.
    17 - De koninklijke neven Rupert (Robert) en Moritz (Maurits) van de Palts (CSP Ven. 1643-1647, p. 155 en p. 160, en Briefw. C. Huygens IV, p. 102-103). Eind oktober had de Gazette 1644, no. 133, reeds de hand kunnen leggen op een lijst van personen die niet in het generaal pardon begrepen mochten worden (no. 7117, n. 75 en 76).
    18 - Art. XXII van ‘The humble desires and propositions’: ‘That your majesty will give your royal assent to such ways and means as the parliaments of both kingdoms shall think fitting for the uniting of the Protestant princes; and for the entire restitution and reestablishment of Charles Lodovick, prince elector palatinate, his heirs and successors, to his electoral dignity, rights and dominions; provided that this extend not to prince Rupert or prince Maurice, or the children of either of them, who have been the instruments of so much bloodshed and mischief against both kingdoms’.
    19 - De koning had aan de ‘commissioners of peace’ kenbaar gemaakt vrijgeleidebrieven te begeren voor zijn onderhandelaars James Stuart (1612-1655), hertog van Lennox en Richmond, en Thomas Wriothesley (1607-1667), graaf van Southampton (CSP Ven. 1643-1647, p. 161 en p. 164, en DNB LV, p. 85-86 en LXIII, p. 154-157).
    20 - Lees: ‘Het Parlement sterckt Abington’. Generaal-majoor (‘sergeant-major’) Richard Browne bracht versterkingen binnen Abingdon (ten zuiden van Oxford). In januari 1645 waagden de koninklijken onder bevel van prins Rupert (Robert) van de Palts een aanslag op de stad (CSP Dom. 1644-1645, p. 175, p. 179-180 en p. 245-247).
    21 - Koningin Isabella (Elisabeth) († 6 oktober 1644) had nooit grote sympathie kunnen opbrengen voor de machtige Gaspar de Guzmán († 22 juli 1645), ‘conde-duque’ de Olivares, en diens neef Luis Méndez de Haro (1598-1661) (no. 6518 (dl. XIV) en no. 6880 (dl. XV), en J.H. Elliot, The count-duke of Olivares, p. 670-673).
    22 - Henri de La Trémoïlle (1599-1674), hertog van Thouars, was een achterkleinzoon van François de La Trémoïlle († 1541), prins van Talmont, en Anne de Lava] († 1554), kleindochter en erfgename van Frederik van Aragon (1451-1504), koning van Napels (Dictionnaire de la Noblesse X(19), kol. 191-193, en DBI XLV, p. 668-682).
    23 - Hertog Maximiliaan I van Beieren ging af op de adviezen van de Frans-Weimarse officier Louis II de La Trémoïlle, markies van Noirmoutiers. Voorlopig zocht hij geen rechtstreeks contact. Pas in het vroege voorjaar van 1645 stuurde hij zijn biechtvader Johann Vervaux S.J. naar Parijs (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen I, p. 616-617, p. 681-682, p. 708-709 en p. 753, en Foerster, Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 271-275).
    24 - De protestantse leden van de ‘Fürstenrat’ negeerden de keizerlijke vermaningen. Slechts enkele getrouwen namen nog deel aan het beraad over rijksaangelegenheden op de Frankforter ‘Deputationstag’ (Urk. u. Act. I, p. 864, en R. von Kietzell, ‘Der Frankfurter Deputationstag von 1642-1645’, in Nassauische Annalen 83(1972), p. 117-119).
    25 - De keizerlijken van Matthias, graaf Gallas, waren op 19/20 november naar Maagdenburg uitgeweken. Ruiters van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson zetten de achtervolging in. Op 3 december kwamen de legers op de weg van Maagdenburg naar Wittenberg en Jüterbog tegenover elkaar te staan; zie no. 7214.
    26 - De Mainzer keurvorst-aartsbisschop Anselm Kasimir Wambold von Umstadt verliet Aschaffenburg in de tweede week van december. Met enige tegenzin gaf het stadsbestuur van Frankfort hem permissie om de winter door te brengen in het huis van de Duitse Orde te Sachsenhausen (Urk. u. Act. I, p. 864, en Gazette 1644, no. 154, dd. 31 december 1644).
    27 - Het stadsbestuur van Neurenberg beantwoordde op 9/19 november de Zweedse uitnodiging ter vredesconferentie (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 417, p. 428-429, p. 434). Begin december verliet de Neurenbergse afgevaardigde Tobias Oelhafen (1601-1666) de vergadering in Frankfort (Urk. u. Act. I, p. 864).
    28 - Grotius zal kennis genomen hebben van het laatste nieuws uit Londen (Gazette 1644, no. 153, dd. 24 december 1644): ‘La mauvaise intelligence entre les Généraux de ce Parlement continue. Le différent entre les Independants et les Presbitériens (c'est le nom que les premiers donnent aux autres) s'accroit de jour en jour, et cette ville commance à se lasser de la guerre pour l'interruption presque générale de son commerce; mesmes voyant son argent épuisé’).
    29 - Het Hogerhuis voerde bezwaren aan tegen de ‘ordinance for the attainder of Archbishop Laud’ (no. 7200, n. 36). Na een derde lezing, op 4/14 januari 1645, staakten de ‘lords’ hun verzet en machtigden de ‘commons’ een datum voor de executie van William Laud, aartsbisschop van Canterbury, vast te stellen (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 323-324).
    30 - Alexander Leslie, graaf van Leven, bevelhebber van het Schotse expeditieleger, had nauwelijks de belegering van Carlisle (Cumberland) ingezet of hij werd opgeschrikt door het bericht dat de koninklijken van James Graham, markies van Montrose, de overhand hadden verworven in Aberdeenshire (CSP Ven. 1643-1647, p. 149-150; Gazette 1644, no. 153, dd. 24 december 1644, en G. Donaldson, Scotland: James V to James VII, p. 333-334).
    31 - Edward Somerset (1601-1667), ‘lord Herbert of Ragland’, naderhand graaf van Glamorgan, oudste zoon van de graaf van Worcester, luitenant-generaal van de prins van Wales (DNB LIII, p. 232-237), trok profijt van een onoplettendheid van de parlements-gezinde garnizoenscommandant van Monmouth (CSP Dom. 1644-1645, p. 113 en p. 130-132, en CSP Ven. 1643-1647, p. 153).
    32 - Het kasteel Laugharne in Carmarthenshire (G.H. Jenkins, The foundations of modern Wales 1642-1780, Oxford 1987, p. 9-16).
    33 - Jorge Mascarenhas, markies van Montalvão, en de edellieden Lourenço en Filipe de Souza zouden deelgenomen hebben aan een complot tegen het leven van de koning en koningin van Portugal. Eind oktober gelastte koning Jan IV hun vrijlating uit de toren van Belém (Lissabon) (Gazette 1644, no. 153, dd. 24 december 1644, en Gazette 1645, no. 4, dd. 7 januari 1645).