Mijnheer,
't Is mij lief dat die van Hollant courage hebben.2 Zoo zij dezen hoeck connen te boven zeilen,3 het zal haer niet alleen hierin, maer oock in alle andere toecomende voorvallen dienen. UEd. zal mij verobligeren met mij te laeten weten wat daerin zal passeren. Ick wensch dat dit een oorzaecke moge zijn om de vrundschap tuschen Swede ende Hollant oyt vast te knoopen. Twijffele niet off uwe Ed. zal daertoe bijbrengen wat mogelijck is. Zoo uwe Ed. oock iet particuliers uit de heer Bicker heeft connen vernemen van 'tgunt in Swede passeert, zal blijde zijn oock daervan onderrecht te werden.4
512
Zoo de steden van Hollant niet in alles vast aen malkander houden, zullen zij haer mettertijd quaelijck vinden.5 Dat Denemarcken uit Londen zoude werden geholpen, heeft gantsch geen apparentie.6 Uit Lubeck zal de hulp oock slecht vallen.7 'tGunt mijnheer den rijcxcancellier werdt naegegeven, meene ick te zijn buiten apparentie.8 De lichtinge die den churfurst van Brandenburg doet, hebben wat in.9 Monsieur de Strade is tot noch toe geluckigh geweest in zijne negotiatiën.10
Dat de zaecke van Oost-Indië zoolang draelt,11 dat oock de questiën in Ceilan12 ende die van Oost-Vrieslant13 niet te neder gelegt en werden, is vremd. In dit laetste schijnt dat Neef14 zich zeer toont geïnteresseert. Van de zeewapening in Spaignie, van eenige Lon-
513
densche schepen die in de macht van den coning van Engelant zouden zijn gecomen, is hier mede geruchte.152 Maert 1645.
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, eerste raid in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port.
In dorso schreef Reigersberch: Den 2 Martii 1645 broeder de Groot uyt Paris.