Mijnheere,
Te Osnabruge worden binnen weinig tijts de ceur-Mentse,2 Brandenburgse3 en Nurenbergse gesanten4 verwacht. Den Beyerschen gesante is alrede voorlange te Munster aengecomen,5 maer noch niet te Osnabruge, wegen de competentie met den Venetiaenschen ambassadeur.6 Het Portug[es]ische lijck is wederom vrijgelaeten en eindelijck gerestitueert;7 word over Minden en Bremen op Holland nae Portugael ver-
526
voert.8 Te Munster sijn de nieuwe volmachten wtgelevert9 ende de keysersche ende de Fransche richtigh bevonden. Maer de Spaensche volmachten10 verschillen in drie poincten. Ten eersten, in den titul des conings van Vranckrijck, also hem alleen ‘christianissimi’ gegeven ende ‘serenissimi’ wtgelaeten werd. Ten tweede, in het getal der ambassadeurs, want drie, als duca de Medina de Las Torres, comte de Pignerando ende den bisschop van Cambray, met den titul van legaten daertoe benoemt werden ende de andere twee die alrede te Munster sijn ‘plenipotentiarii’ genoemt werden, welcke distinctie men voor achterlistigh en suspect hout. Ten derde, in den datum, also denselven niet, gelijck de keysersche en Fransche, op den tijt van de eerste vervaerdinge, maer op den tijt dat sij lest geschreven sijn geworden, geset is. De Hanse-stadsche gesanten, als die te Munster bij monsieur Servien audiëntie versochten,11 hun oock gegeven wirde ende op de besproocken uire quaamen, liet monsieur Servien hun aenseggen dat hij haer niets te seggen en hadde, soodat sij wederom moesten aftreden, 'twelck sij voor een affront opnemen.Dese weecke hebbe wt het rijck brieven gehad, meldende dat alles noch in goeden stand was.12 Dat de heeren commissarissen nae de plaetse der tractaten vertrocken waaren13 ende goede hoope van accommodement was. Dat de sieckte in Schoonen was ophoudende ende den generael Horn sijne quartiren gerustelijck was besittende.14 Dat eenige nieuwe rijcxraaden in de ledige plaetsen vercooren waaren15 ende haere conincklijcke Mayesteyt door haer gansche rijck alle excessen in silvere of goude passementen, bruiloften en feesten hadde verbooden.16 Dat den heere Lars Sparre ende den generael-commis-
527
sarius Kruuse overleden waaren.17 Datter te Stockholm groote preparatië[n] te water gemaackt wirden. Dat haere conincklijcke Mayesteyts camerheere Axel Sparre nae Polen versonden was met seeckere schrijven en instructie, oock eenen expressen nae Moscau afgevaerdigt wirde,18 onder anderen om te notificeren haere conincklijcke Mayesteyts aentredinge tot de regeringe, dewelcke geweest is den 7/17 Decembris lestleden, gelijck ick dan mede schrijven daerover van haere conincklijcke Mayesteyt hebbe ontfangen met brieven soo aen Haere Hoogh Moogende als aen sijn Hoochijt.19Nae de veroveringe van het Oude Land in het stift Bremen, alsoock het land Kedingen heeft den generael-major Coningsmarck Stade geattacqueert,20 eerst de voorstad met storm verovert ende daerinne des aertsbisschops marschalck gevangengenomen ende daerop vervolgens de stad selfs vermeestert,21 soo gelooft werd, met stormender hand. Van gelijcken is den heere overste Helm Wrangel op des vijants Marschlanden aengegaen;22 heeft per force twee hooftschansen ingenomen ende stroopt nu tot voor de poorten van Geluckstad en Crempen.
Ick blijve, mijnheere,
u. Excellentie dienstwilligste.
Den 6 Martii 1645.
Hierneffens gaet copye van 'tgeene monsieur d'Estrade in de vergaederinge van Haere Hoogh Moogende lest heeft ingelevert23 tot traverseringe van de goede intentie die desen staat soude mogen crijgen om haere, neffens haere conincklijcke Mayesteyts, wapenen te voegen tegens Dennemarcken, soo de tractaten quaamen onvruchtbaer af te
528
loopen, waerop de provintiën nu hier in volle deliberatie sijn. Ick versoecke u. Excellentie gelieve van wijden te sonderen of l'Estrade sulcke propositie te doen van het hof van Vranckrijck last heeft ontfangen.24 Hier meent men dat hij het gedaen hebbe op ordre die hij van de ambassadeurs te Munster ontfangen heeft.Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 15 Maert 1645.