eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5246. 1641 juni 24. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Ick oordeele met uEd. dat wij het eynde van de Engelsche saecken noch niet en sien, die mettertijt wel een vremden uytslach soude connen nemen ende tot nadeel van degene die nu alles dirigeren. Sooseer sal den conynck, die niet alleen in tutele, maer genouch in slavernie is, sijnde sijne M.teyt binnen Lonnen gelast met de coninginne te blijven, d'oppressie van sijne autoriteyt soucken met alle middelen te releveren, daer de catholycke in Engelant, iegenwoordych erger van conditie, dat is meer gehaet, seyt den heer van Sommersdijck,2 als de wolven, de principaelste helpers souden toe moeten wesen, het parlement meest gecomposeert uyt puriteynen. Immers het Leege Huys hout wederom aen om de biscoppen haer autoriteyt ende incommen te benemen begerende sij onder de pairs in het Hoge Huys niet souden werden erkent. Daer maeckt het Hoge Huys difficulteyt in, dat de besnoeynge van middelen toestaet. Het Lage Huys hout weder daertegens in het gelt tot betalynge van de Schotten gedestineert ende daerdoor blijft dat leger ende het Engelsche, die beyden souden hebben worden gelicentieert, ge-

    365

    continueert. Sulcke disputen soude de saecke van den aertsbiscop3 in longeur connen brengen, dat het eenyge goet is dat voor sijn Eerw. is te wachten.

    De conninginne-moeder4 sal Brussel voor haer residentieplaetse prefereren, waer sij alle dage wort gewacht, apparent om Sedan ende de verbonden princen naest bij te sijn. Uyt dien houck, hoewel het ongesien is, sijnde Sedan alreede in n[e]cesseteyt van vivres, soude voor Vranckerijck ende de Geünieerde Staten groot quaet connen voorcommen, indien de princen met eenych succes hare wapenen in 't velt brengen ende de plaetse secoureren. Sooveel quaet bloet isser in Vranckerijck.

    Acht scepen uyt Farnambucq gearriveert5 brengen nu seeckere tijdynge dat Massecaringes,6 gouverneur van de Baia, volgende de partije van den nieuwen conynck, met graeff Maurits7 stilstant van wapenen heeft gemaeckt ende de Portugesen ende de onse in goede intelligentie leven. Sevenhondert Spaengarden ende Italianen die met Castiliën wilden houden ende den nieuwen eet weygerden, sijn ontwapent ende werden versonden. Deselve scepen brengen een retour van over de sesduysent kisten suycker. Massecaringes hadde groote concepten tot affbreuck van de Spaense ende hadde alrede ordre gegeven om die te executeren. De onse hadden de scepen van Houtebeen ende Lichthert8 in zee, men meent om op de silvervloot te letten.

    Het schip Frederic Henderic, commende van Batavia ende gescheyden op 42 graden van 5 andere Oostindische scepen,9 doordien het leck was ende niet wagen dorst achterom met de andere te commen, binnendeur is in Zeelant wel gearriveert; brengt een grote ladynge ende tijdynge dat boven de 5 schepen daer het in compangie mede was vertrocken, noch vier andere10 tot Batavia in ladynge lagen die volgen souden. De vijff scepen die achterom commen, worden alle dage verwacht. Voor Malacca hadden de onse wel 500 mannen verloren; dan was van nieuws derrewaerts gesonden een vlote van 16 scepen.

    Haversberg11 is noch hier, sonder dat men hoort dat hij yet uytrecht. Prins Maurits van Bohemen12 geweest sijnde bij Bannier is hier gecommen, apparent om aenstoot te weeren. Den heer van Somersdijck seyt dat de ambassadeurs in Engelant13 den churfurst in sijne eerste visite die sijn Altesse hare Ex.tiën dede, hebbende ontfangen aen de coets, den eerste inganck in huys ende camer gegeven, van gelijcke uytganck ende convoy tot in de coetse, ende sijne Altesse de ambassadeurs in sijn antichambre hebbe[nde] ontvangen, eerst in sijn camer is gegaen ende weder tot in de antichambre sonder verder in 't uytgaen gebracht, van haer niet wederom heeft connen werden gevisiteert ende dat sij da[e]rom sonder affscheyt te nemen uyt Engelant sijn vertrocken. Somersdijck geobjicieert sijnde dat hij naer Venetiën gaende14 den hertoch van

    366

    Simmeren als administrateur van den Pals15 daer passerende hadde gedefereert hetgene den churfurst nu is gedisputeert, seyt dat sulckx is geschiet, omdat Simmeren den churfurst in sijn eygen lant representeerde.

    Ontrent Gennep vint La Fontaine16 hem met veel volckx, maeckt mine off hij op de quartieren een attaque soude willen doen. Tweeduysent mannen haer bij nachte in een begonnen werck met volmacht haer hebbende gelogeert, hebben dat met den dach weder moeten verlaten.

    Den ambassadeur van Portugael17 heeft Artisoski18 van nieuws doen rechercheren, die het van nieuws heeft geëxcuseert. Rho19 is den 19 deser van Ceulen vertrocken.

    Desen I[u]nii 24 Maendach 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur ordinaris van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderchrystelijckste conynck.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 5 Iulii.

    En in dorso: 24 Iunii 1641 Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 76c. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 653 no. 254. Antw. op no. 5233; beantw. d. no. 5266.
    2 - François van Aerssen, heer van Sommelsdijk (no. 4997 n. 3), was op 8 juni 1641 uit Engeland teruggekeerd.
    3 - William Laud, aartsbisschop van Canterbury.
    4 - Maria de' Medici reisde in september 1641 via de Republiek naar Keulen.
    5 - De schepen Tijger, Eenhoorn, Graef Maurits, Susanna, Brandaris en Post-Paert voor de kamer van Amsterdam; de Bruynvisch voor het Noorderkwartier en Sainct Nicolaes voor Groningen. Vgl. Courante 1641 no. 25 dd. 22 juni.
    6 - Jorge de Mascarenhas, graaf van Castello Novo, markies van Montalvão (no. 5047 n. 18).
    7 - Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen (no. 5047 n. 21).
    8 - Cornelis Jol alias Houtebeen en Jan Cornelisz. Lichthart (no. 5008 n. 12).
    9 - De schepen Banda, Zutphen en Salamander voor de kamer van Amsterdam en de Leeuwarden voor de kamer van Enkhuizen. Zij kwamen op 29 juni 1641 in Texel aan. Vgl. Nouvelles 1641 no. 127 dd. 8 juli; Dutch Asiatic shipping III, p. 44.
    10 - De Nieuw-Haerlem en de fluit Heemskerck voor de kamer van Amsterdam, de Berckhout voor Hoorn en de Maestricht voor Rotterdam. Zij kwamen op verschillende dagen in de loop van 1641 en 1642 in het vaderland aan.
    11 - Johann Weichard, graaf Auersperg (no. 5042 n. 6).
    12 - Moritz van de Palts (no. 4992 n. 14).
    13 - Johan Wolfert van Brederode, François van Aerssen, heer van Sommelsdijk, en Johannes Polyander van Kerckhoven, heer van Heenvliet (no. 4997 n. 3). Zie over de incidenten met Karl Ludwig van de Palts ook no. 5221 en n. 5.
    14 - François van Aerssen was in 1620 extraordinaris Staats ambassadeur te Venetië. Zie zijn ‘Rapport’, in: Berigten v.h. Hist. Genootsch. 5.1(1853), p. 45-137, vooral p. 53-56.
    15 - Bedoeld zal zijn Johann II van Zweibrücken-Veldenz, voogd van de pas in 1632 tot administrateur van de Palts benoemde Ludwig Philipp (1602-1655), paltsgraaf van Simmern; vgl. ADB XIX, p. 580v.
    16 - Paul-Bernard, graaf van Fontaine (no. 5169 n. 16).
    17 - Tristão de Mendonça Furtado (no. 5028 n. 6).
    18 - Krzysztof Arciszewski (van Artischau) (1592-1656), Pools kolonel in Staatse dienst, had in de jaren 1631-1639 in West-Indië gediend en verbleef in 1639-1646 in de Republiek. Vgl. PSB I, p. 151-154; C.R. Boxer, Dutch in Brazil, p. 90v. Een eerder verzoek om in Portugese dienst te treden zal hem in mei 1641 zijn gedaan; vgl. Van Tricht (ed.), Briefw. Hooft III no. 1070, p. 347, dd. 26 mei 1641.
    19 - Sir Thomas Roe (no. 5143 n. 7) reisde naar Regensburg.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]