eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    427

    5882. 1642 september 15. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Nihil ad nos hoc quidem tempore litterarum a te adlatum valde miror2 et de valetudine tua essem sollicitus, nisi scriptae ad Vickefortium litterae metum minuerent.3 Interea hic prodiit libellus ea instrumenta continens quae res a te publice gestas concernunt; is iam omnium teritur manibus. Typographus aliquid praemittendum putavit, ut iis satisfaceret qui quaesituri erant cur iste libellus iam prodiret.4

    Praeterita septima[na], 12 [sic ] huius mensis,5 ante solis exortum, aedes legati Lusitani conflagrarunt, orto incendio ex candela quam quidam e famulis asseribus affixerat. Plebs Hagiensis quanto ante tumultu ad spoliandam domum accurrerat, tanto iam ardore ad restinguendum incendium subvenit; ita intra unius domus iacturam hoc malum stetit. Legatus vasa sua aliaque pretiosiora servavit, paucae vestes, quaedam etiam chartae incendio absumtae sunt. Sic ille duodecim dierum spatio plebem nostram et iratam et amicam expertus est, magno mobilitatis argumento.

    In Britannia res regis malo sunt loco. Apud nos editae sunt hae litterae tanquam a papa ad regem et rege ad papam scriptae,6 quas fictitias esse clamat regina, itemque Boswellus7 aliique qui a rege stant.

    Deputatus a parlamento8 tacite principem incusat, tanquam regi subvehentem quae ad bellum necessaria sunt. Et est hic in Brilano portu navis quae ad regem navigabat, tanquam impedimenta principis Roberti vectura, cui et Ordines Generales et ipse princeps salvum con-

    428

    ductum dederant ut nec inspici posset, Sed Ordines Hollandiae eam arresto includi iussere, comperto, eam armis, pulvere aliisque belli instrumentis esse onustam et ad regem destinari. Sunt ibidem et aliae duae naves paratu bellico instructae, quae Londinum cogitabant, sed et illae arresto inclusae. Illam nunc regina, has deputatus relaxari postulat, quae res inter Batavos et Foederatos Ordines turbas dabit.9

    Graswinkelius noster in praefatione ad reginam Sueciae maiora se moliri indicat, neque dissimulat se de amplitudine regni Gothici ab omni antiquitate aliquid commentari.10 Quare rogo tua Procopiana ut quamprimum prodeant11 ne ille tibi aliqua praeripiat atque ita tua novitatis perdant gratiam, tum etiam ut de ipso regno bene merearis tibique firmum adversus invidiam et malevolentiam multorum firmes praesidium.

    De Perpignani victoria, negotio captivorum12 aliisque quae illic accidunt me edoceas rogo.

    Deus Optimus Maximus tibi ut propitius sit, precor. Vale,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Hagae, XV Septembris 1642.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. 26 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Sept.

    En in dorso: 15 Sept. 1642 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 258. Eigenh. oorspr. Bedoeld als antwoord op no. 5871 (vgl. no. 5882), beantw. d. no. 5897.
    2 - In zijn volgende brief (no. 5891) zal Willem de Groot doorgeven dat hij de uitgebleven brief dd. 6 september alsnog ontvangen heeft.
    3 - Vgl. no. 5874. Nicolaes van Reigersberch was op dit moment niet in Den Haag te bereiken; zie no. 5872.
    4 - De drukker van de Autentycque stucken, raeckende de saecke van den heer Hugo de Groot ... (BG no. 889) had de uitgave verrijkt met een bericht ‘aen den leser’ (p. 3): ‘Alsoo noch onlanghs gheleden in openbare druck sijn uytgegeven verscheyde calumniën teghen de heer Hugo de Groot, oock die saecken betreffende die wel onwederlegghelick bij sijne Verantwoordinghe ter contrarie bewesen sijn, 'tzij dat hetselve door quaedtwilligheydt, ofte door onverstant is geschiedt, in allen ghevalle heeft mij niet ondienstigh gedacht dese stucken bijeen gesamelt en mij ter handt ghecomen den onpartijdigen leser mede te deelen opdat hij daeruyt sonder omweghen de gelegentheydt van de saecke insiende, leeren mach dat de waerheydt niet altijdt en is bij degene die haer daer van leeraers noemen laten. Vaert wel.’
    5 - Twaalf dagen na de volksoploop van zaterdag 30 augustus verwoestte brand de woning van de Portugese ambassadeur Francisco de Andrade Leitão in de Korte Houtstraat te Den Haag (Schutte, Repertorium II, p. 617-618).
    6 - Aenschout twee brieven, den eenen gheschreven bij den paus Gregorius de XVde aen Charles, prins van Walles; den anderen is een andtwoordt ... bij den voornoemden prins, nu zijn Majesteyt van Groot Brittaniën, 1642 (Knuttel, Cat. v. pamfl. no. 4867, en Res. SH, dd. 16 en 17 september 1642). De brieven stammen uit de tijd van het Spaanse huwelijksavontuur van prins Karel. De tekst die reeds bekend was van een editie Londen 1623, werd in 1642 weer tevoorschijn gehaald uit de Histoire d'Angleterre van André Duchesne (edities 1634 en 1641) en uitgegeven onder de titel Behold! Two letters etc.; vgl, British Library Catalogue 132, p. 165-166.
    7 - Sir William Boswell († 1650) vertegenwoordigde sinds 1632 de Engelse koning in Den Haag. Tijdens het verblijf van koningin Henriëtte Maria in de Republiek fungeerde hij als haar woordvoerder (Schutte, Repertorium II, p. 66-67; DNB V, p. 440).
    8 - In augustus kreeg Walter Strickland († 1660) van het Parlement opdracht om bij de Staten-Generaal te protesteren tegen de levering van oorlogsmateriaal aan koning Karel I. Aangekomen in de Republiek (vgl. no. 5876) werd hij op 8 september door enkele leden van de Staten-Generaal in de zogenaamde ‘vertrekkamer’ ontvangen (Schutte, Repertorium II, p. 67-69; DNB LV, p. 54-56).
    9 - In de haven van Den Briel lag een Hollands schip dat volgens de officiële vrachtbrief geladen was met de bagage van prins Ruprecht van de Palts. Niet zonder grond begon bij de Staten van Holland het vermoeden te rijzen dat het schip wel wat meer kon bevatten dan enkele koffers (Res. SH, dd. 9-13 en 15 september 1642, en Archives d"Orange-Nassau, 2me série IV, p. 68-71).
    10 - De verhandeling De iure maiestatis dissertatio van Dirck Graswinckel was eind mei 1642 met een dedicatie aan koningin Christina verschenen. In zijn opdracht ging de auteur uitvoerig in op Zwedens roemrijke geschiedenis.
    11 - In 1637 had Grotius een verzameling aangelegd van uittreksels ‘ex Procopii historia ad res Vandalicas et Gotthicas’. Deze verzameling werd in 1655 uitgegeven in de Historia Gotthorum, Vandalorum et Langobardorum ab Hugone Grotio partim versa, partim in ordinem digesta (BG no. 735).
    12 - In de afgelopen week was in Lyon een beslissing gevallen in de zaak tegen de hertog van Bouillon, de markies van Cinq-Mars en de koninklijke bibliothecaris François-Auguste de Thou.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]