eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    6533. 1643 november 14. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Ick heb Dyncxdagh laestleden aen de coninginne-regente gelevert de acte van de continuatie van de tractaten voordezen tusschen de rijcken van Swede ende Vrancrijck aengegaen, waermede haere Majesteit wel is tevrede.2 Heb oock gerecommandeert de Hessische zaecken3 ende verhaelt de progressen zoo van de heer Torstenson als van de heer Coningsmarck.4 Vijff regimenten zijn gezonden nae Touraine om de beroerten te straffen die daer waeren ontstaen. Ondertuschen zijn weder andere beroerten opgecomen in Xaincdogne,5 ende zoo men voortgaet met veertien nieuwe edicten die in de meulen zijn, zoude licht meer moeite connen rijzen, alzoo de gemeente arm is ende 't coren dier.

    Die men ambassadeurs had genoemt van Denemarck ende Polen zijn residenten. Die van Denemarck6 gecomen uit Spaignie, is vertrocken nae huis zonder hier eenige

    690

    audiëntie gehadt te hebben, maer wel discoursen gehouden tot voordeel van Spaignie ende naedeel van Vrancrijck. Die van Polen7 zal hier blijven, hoopende wat uit te rechten door de oude kennisse die hij heeft gehadt met de heer Mazarini. Mijnheer de prins heeft twee millioenen gemaect van het hout van Damartin ende Chantilly.8 't Arrest dat bij het parlement van Parijs was gegeven om te demoliëren den tempel van die van de religie te Melle,9 omdat die te nae was aen de kercke der catholycken, heeft niet connen geëxecuteert werden door d'oppositie van den adel van dat quartier. Monsieur Marescot10 is wedergecomen van Rome, hebbende last gehadt niet meer te solliciteren om het cardinaelschap voor den bisschop van Bauvaise. De hertoginne van Mombazon is te Mombason, Chevreuse t'Saumur.11 Den graef van Saint-Mauris,12 die vanwegen Savoie nae de vredehandeling zoude gaen, is noch hier. Men gelooft dat de eerste marescallen van Vrancrijck die gemaect zullen werden, zullen zijn den vicomte de Touraine ende Gassion.13

    De verstercking die den hertogh van Anguien, dewelcke nu hier is gecomen, heeft gedaen aen den marescal de Guebrian is niet boven vijfduizent man; tevoren had Guebrian geen zesduizent.14 Is met die trouppen bijeengevoucht den Rijn gepasseert. De Beierschen zijn in 't lant van Bade, de Lotharingsche daerbij,15 ende verwachten Hazfeld, die nu 't volck dat te Hoxter was in vrijheit heeft gestelt. De meening der Fransoizen schijnt te zijn goede winterquartieren te zoecken in Franckenlant ende Swabe. De gedeputeerde van Brunswijck16 die nu comen te Francfort werden gelooft heel voor den keizer te zullen zijn, zoo oock die van Norenberg, omdat die stadt brieven van vijfjaerigh respijt tegen

    691

    haer crediteuren van den keizer verzoect. De amnestie die te Francfort was beworpen17 behaegt noch den keizer niet heel ende oock niet aen eenige stenden, deze meenende dat die te eng is, anderen te ruim. Alle de churfursten hebben geconsenteert dat de Paltzische zaecke nergens anders als te Weenen zal werden gehandelt,18 zoodat de hoope van dat huis nu hangt aen de standfasticheit van Sweden, Vrancrijck ende Denemarcken. Den zoon van den hertogh van Nieuburg19 equippeert zich costelijck te Francfort. Men gelooft dat het is om te gaen nae Munster als hooft van de keizerlijcke ambassade, 'twelck zoo zijnde zal oock den hertogh van Longueville20 derrewaert gaen. Wij hooren dat in het graefschap van Bourgogne tusschen de Fransche ende Spaenschen een schorssing van wapenen is gemaect tot halff November toe.

    In Italië is Pont d'Esture overgegaen aen de Fransoisen den 28 October.21 In Spaignie hebben de Portugesen Tuy becomen, niet verre van Badajos.22 De Castillanen hebben daerontrent een leger van achtduizent man te voet, duizent paerden, ende een ander leger van dertienduizent man in Catalagne, waermede zij Monson belegeren.23 Men zegt oock dat den grave van Aymont in Spaignie zoude gecondemneert zijn 't hooft te verliesen, den hertogh van Medina-Sidonia tot eeuwige gevanckenisse.24

    Uit Engelant stelt ons in vrese de ziecte van prins Mauris, een groot steunsel van 's conincx partij.25 Den graef van Harcourt, hebbende t'Oxfort van den coning ontfangen eenige articulen tot de vrede,26 gaet daermede nae Londen, maer apparentelijck zal daer niet wel smaecken dat den coninc wederroept, als sijne Majesteit afgeperst zijnde, 't consent aen 't parlement om bijeen te blijven zoolang zij willen ende weder te vergaderen

    692

    als zij willen, ende om de bisschoppen te sluiten buiten het parlement. Den Darmstadsche gedeputeerde is vanhier vertrocken zonder iet dat men weet uitgerecht te hebben.27

    14 Novembris 1643 te Parijs.

     

    Daer zijn oproerten oock in Anjou ende Engoulesme. In 't graefschap van Bourgogne is goedgevonden t'ontblooten eenige casteelen, waeronder is Poligny.28 De financiers in Vrancrijck geven op de handt aen den coning vijfhonder[t]duizent gulden, die zij weder zullen becomen uit hetgunt alle de officiers ende de gildens zullen opbrengen ter eere van de aencomste van den coning tot de croon. Die van de religie van dit rijck beginnen veele clachten te maecken.29 Uit Engelant hooren [wij] dat Hul is vrij van de belegering van 's conincx volck,30 maer dat Plimith zeer werdt geperst door prince Mauris, die tot beternisse zoude zijn gecomen van zijne gezondtheit.

    Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 14 Nov. 1643 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 34e. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 6512, beantw. d. no. 6552. Copie, afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1014 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 14/24 november 1643).
    2 - Op dinsdag 10 november overhandigde Grotius de Zweedse bevestiging van het vernieuwde Frans-Zweedse subsidieverdrag dd. 28 juli/7 augustus 1643 (no. 6350).
    3 - Ook Adolf Wilhelm von Krosigk, geheimraad van landgravin Amalia Elisabeth van Hessen-Kassel, had de noden van het Hessische leger in Duitsland telkens weer aan de Franse regering kenbaar gemaakt (Lettres Mazarin I, p. 435-436).
    4 - De campagne van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson in het grensgebied van Silezië en Moravië. Goed nieuws kwam ook uit Pommeren, waar generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, het gevaar van een invasie door het keizerlijke expeditieleger van Joachim Ernst von Krackow (Krockow) had gekeerd.
    5 - Eind december 1643 kreeg de markies van Aumont het bevel over het leger dat een einde moest maken aan de belastingopstanden in de Poitou, de Saintonge en in de wijde omtrek van Angoulême (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 212-213).
    6 - Waarschijnlijk de thuisreis van Ejler Ulfeldt, Deens resident in Spanje (Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 267).
    7 - Claudius (Domenicus) Roncalius, kanunnik van Ermland, vestigde een Poolse vertegenwoordiging in Parijs.
    8 - Op 11 oktober was bekend geworden dat de regentesse het eigendomsrecht over de goederen Chantilly en Dammartin-en-Goële aan de familie van de prins van Condé had geschonken (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 112-113).
    9 - De door de Chambre de l'Edit gelaste afbraak van de kerk die in 1634 bij het door de protestantse advocaat Joseph des Fontaines gestichte College van Melle was gebouwd; zie no. 6508. Over dit initiatief schreef Claude Sarrau aan André Rivet: ‘Vous avés raison de vous estonner de l'arrest contre le temple de Melle. Ce sont des coups du presid[ent] de Nesmond, intendant du prince de Condé, le plus violent persecuteur que nous ayons jamais eu’ (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 137).
    10 - De abt Marescot(ti) had in Rome gepleit voor de verheffing van Auguste Potier, bisschop van Beauvais, tot kardinaal.
    11 - Marie d'Avaugour de Bretagne, hertogin van Montbazon, en haar stiefdochter Marie de Rohan, hertogin van Chevreuse, hadden in augustus de partijstrijd aan het Franse hof aangewakkerd.
    12 - Claudio Gerolamo Chabod (Chabo) (1583-1659), sinds 1635 markies van Saint-Mauris (S. Maurizio), de Savoyaardse vertegenwoordiger op de vredesconferenties, wilde met de Franse regeerders tot een afspraak komen over de teruggave van de veroverde gebieden in Savoye en Piemonte (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 77-83 en p. 363-365).
    13 - Op de nominatie stonden Armand de Caumont, markies van La Force, Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, Josias Rantzau, heer te Bothkamp, en Jean, graaf van Gassion. Van de vier kandidaten kregen alleen de burggraaf van Turenne en de graaf van Gassion dit jaar de maarschalksstaf.
    14 - Op 2 november nam Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, in de plaats Ottenheim afscheid van de Frans-Weimarsen. Met 12000 man trokken maarschalk Guébriant en luitenant-generaal Josias Rantzau ten strijde tegen de Zwabisch-Beiers-Lotharingse troepenmacht.
    15 - Hertog Karel IV van Lotharingen, en de Zwabisch-Beierse legerleider François de Mercy waren op 14 november aanwezig op een rendez-vous te Malmsheim (ten westen van Stuttgart). Ter plaatse ontvingen zij de voor hen gunstige tijding dat de keizerlijke garnizoenssoldaten van veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen door de Hessische blokkade van Johann Geyso bij Höxter waren heengebroken (Episodes Guébriant, p. 394-395, en H. Lahrkamp, Jan von Werth, p. 135).
    16 - Eind oktober (oude stijl) maakten de afgevaardigden van Würzburg en Neurenberg hun rentree in de ‘Fürstenrat’ van de Frankforter ‘Deputationstag’. Vijf dagen later, op 4/14 november, verscheen ook dr. Heinrich Langerbeck met nieuwe instructies van de hertogen van Braunschweig-Lüneburg op de vergadering (Urk. u. Act. I, p. 829-833).
    17 - Deze zomer bood de ‘Deputationstag’ de keizer een ontwerp aan van een verbeterde versie van het amnestiedecreet van de Regensburger rijksdag van 1641. Vooral in de ‘Fürstenrat’ hechtte men veel waarde aan het schrappen van de beperkende voorwaarden (Urk. u. Act. I, p. 824-825).
    18 - Keizer Ferdinand III had in de zaak van de hervatting van de Regensburgs-Weense besprekingen over de kwestie van de Palts het advies van het college van de keurvorsten gevraagd (Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 116).
    19 - Philipp Wilhelm (1615-1690), zoon van Wolfgang Wilhelm van Palts-Neuburg, hertog van Gulik en Berg, was in 1642 te Warschau in het huwelijk getreden met de Poolse prinses Anna Catharina Constantia (ADB XXVI, p. 27-31). Dit jaar dong hij mee naar het bevelhebberschap over het leger van de Westfaalse Kreits. De opvolging van de vertrekkende veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen viel echter toe aan Gottfried Huyn, graaf van Geleen (Foerster, Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 255).
    20 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville, was aangewezen om de Franse delegatie ter vredesconferentie te leiden.
    21 - Op 10 november publiceerde de Gazette 1643, no. 142, een ‘Journal du siege de Pontdesture ... avec les articles de sa reddition’.
    22 - De stad Túy, ten westen van Salvatierra de Miño in Galicië.
    23 - Het Franse bolwerk Monzón (ten noordwesten van Lérida) viel op 3 december 1643.
    24 - Don Francisco de Guzmán († 1648), markies van Ayamonte, en Gaspar Alonso Pérez de Guzmán († 1664), hertog van Medina-Sidonia, hadden in Andalusië een opstand beraamd tegen het koninklijk gezag (1641). Zij werden echter voortijdig betrapt. Na de val van hun machtige familielid Gaspar de Guzmán, ‘conde-duque’ van Olivares, daalden zij nog meer in achting (J.H. Elliott, The count-duke of Olivares, p. 616-622). De ter dood veroordeelde markies van Ayamonte stierf in het Alcázar van Segovia (Diccionario de Historia de España I, p. 425).
    25 - Vanaf zijn ziekbed te Dartmouth coördineerde prins Moritz van de Palts de acties van de koninklijken tegen de parlementsgezinde havenstad Plymouth.
    26 - Een dezer dagen sloot de Franse ambassadeur Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, zijn bezoek aan het hof in Oxford af. Met argwaan keek het Parlement uit naar de vredesboodschap die hij in overleg met de koning en koningin had opgesteld (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 183, en CSP Ven. 1643-1647, p. 37 en p. 40).
    27 - Kardinaal Jules Mazarin schreef op 24 november een beleefde brief aan landgraaf Georg II van Hessen-Darmstadt (Lettres Mazarin I, p. 465). De landgraaf beantwoordde deze vrijblijvendheid met een nieuwe poging om de autoriteiten in Parijs voor zijn problemen met het concurrerende huis van Hessen-Kassel te interesseren; vgl. no. 6610.
    28 - In 1642 was het bezit van de burcht van Poligny (ten zuiden van Besançon) inzet geweest van een hevige strijd tussen Fransen en Spaanse Bourgondiërs; zie nos. 5625, 5649 en 5654 (dl. XIII).
    29 - Henri-Louis Chasteigner de La Rochepozay, bisschop van Poitiers, waakte in opdracht van Mazarin over de naleving van de godsdienstedicten; vgl. Lettres Mazarin I, p. 400, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 131.
    30 - De koningsgezinde William Cavendish, markies van Newcastle, had zich teruggetrokken uit de omgeving van Hull (21/22 oktober).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]