eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    1290. 1628 juli 27. Aan N. van Reigersberch1.

    Mon frère,

    Naedat ick uEd. nae gewoonte over Amsterdam Saterdagh laestleden had geschreven, soo heb ick den uwen van den II Julii2 op den XXIII ende daernae een andere van den IX Julii op huyden, zijnde den XXVII, ontfangen ende daeruyt verstaen het wel tot handen comen van de mijnen. Dese sende ick over de cortere wegh, hoopende, dat dye uE. noch daer sal vinden.

    Belangende de beschrijving van Grol3 sal daerover het vrije oordeel van de vrunden verwachten, oock van Mr. Stirum4. Van den thesorier de Bye saliger5 soude ick niet geschreven hebben, 't en waer uEd. mij daertoe geïnciteert had. Van de Chasteauneufs6, soo dat yemant in de ooge soude zijn, can licht voorbij gegaen werden, alsoo sij mij niet en hebben geobligeert ende haer credyt hyer niet en vermeerdert. Den mareschal de Chastillon7, wyens moeder8 wederom t'onse huyse is geweest om mijn huysvrouw te begroeten, meent daer niet lang

    350

    te blijven. Ick houde hem bequaemer dan Martianus9, merckende, dat Leo10 alles met Aurelianus11 ende Valens12 wil beleyden, daer mijne opinie is, dat het beter waer haere absentie te menageren, alsoo wij op de voet te zeer souden discordeeren. Soo d'heer van Chastillon conde verseeckert zijn van Gallus'13 intentie, soo soude misschyen vanhyer yet connen comen, dat de saeck helpen soude. Anders wil men hyer den naem van Antoninus14 niet pericliteren. Nopende Aelius'15 intentie blijff ick van de voorgaende opinie.

    Als Diocletiani16 saecke gedaen waere, dunckt mij, dat datelijck een proeve soude moeten genomen werden nopende het onse. Soo ick mij hyer soude moeten vast stellen - waertoe ick voorwaer veel occasiën heb versuymt door hoope van dat mijne oprechticheyt in het vaderlant soude herkent werden - soo soude ick moeten resolveren alles te doen, dat men hyer soude goed vinden, alwaer het dat sulcx met het beste van ons lant min en soude accorderen, waervoor ick mij tot noch toe sorgvuldelijck heb gewacht. Daerentegen de gestaedige quelling in de religie staet mij tegen. Monsr. de la Tremouille17 is den XVIII deser ter misse gegaen. Sijn huysvrouw18 volght, zijnde byde kindskinderen van mijnheer den prins h.m.19 ende gecomen van de notabelste voorghangers van de religie. Syet wat een exempel dat sal geven. De entremise van Chastillon20, dyen wij voortaen Zeno sullen noemen, waer veel beter als yet van de vrunden. Maer vooral most gesorcht werden, dat de actie ingestelt werd sonder eenige relatie tot de sententie, oock sonder andere actie, dye haer daertoe soude refereren. Dit is het gemeene oordeel van alle de vrunden alhyer ende menen, dat ick geen verzoeck directelijck nochte indirectelijck en magh doen. 't Is mij leedt, dat uE. absentie weder valt in desen tijdt, alsoo deselve alle mijne arbeyt in het overschrijven van de tijdingen onnut maeckt.

    Valens heeft weder met Hotteman21 gesprocken van affectie tot mij ende restablissement sonder manier ofte tijdt te specificeren. Men oordeelt hyer de ambassadeurs extraordinaris22 wachten op het succes van het Engelsch effort, dat hyerna meer als voor desen werd geapprehendeert, oock bij den cardinael23. Ick approbere uE. ende anderer luyden opinie nopende het poinct van niet te handelen etc. Maer nopende het belang van het secours - excipiërende Engelant vooralsnu - blijff ick van mijn voorgaende gevoelen. Men moet sich ergens mede nut maecken aen de vrunden. Tot de trefves, soo daer eenige apparentie toe is, soude het leven van de infante24 dyenen gemenageert. Dat men hyer van maxi-

    351

    mes soude verandert zijn, is buyten apparentie. 't Armement van Crequy25 voor den hertogh van Mantua26 toont het contrarie. Eenige vougen daerbij, dat de coninginne-moeder27 nu heeft toegelaeten aen Monsieur28 de princesse van Mantua29 te huwelijck te versoucken. Ick en gelooff niet, dat hij slip vangen sal.

    Monsieur de Maurier30 is zeer versocht geweest te hove zijn dienst waer te nemen, oock bij goede vrunden daertoe vermaent, doch is t'huys gebleven, 't zij hij hem de costen ontzyet, 't zij dat hij geen ondanck wil behaelen bij die van de religie. Baugy31 heeft hem onderwege begroet ende prepareert hem langsaem tot de reys nae den Hage, zijnde nu te Parijs om provisie van geldt te doen. Ick doe mijn best om hem door goede vrunden ten beste te disponeren. Maurier heeft daertoe geholpen32. Dyent gelet, soo haest hij daer sal zijn gecomen, dat hij bij goede vrunden worde onderhouden.

    Den XXVII Julii XVIcXXVIII.

    Tot Parijs.

    UE. dyenstwillige broeder
    H. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. U.B. Amsterdam, coll. RK. H9d. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 1281.
    2 - No. 1281.
    3 - Zie nos. 1280, 1274 en no. 1245, p. 274 n. 10.
    4 - Herman Otto (± 1592-1644), graaf van Limburg en Bronckhorst, Gemen en Borculoo, erfbaanderheer van Gelre en Zutphen. Bij de verovering van Grol werd hij als gouvernour van de stad aangesteld.
    5 - Joris de Bie was begin april 1628 gestorven.
    6 - Zie no. 1078, p. 54 n. 7.
    7 - Gaspard de Coligny, graaf van Châtillon; zie no. 1140, p. 121 n. 1. Hij bevond zich in Holland.
    8 - Zie no. 1273, p. 323 n. 4.
    9 - Frédéric Maurice de La Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon.
    10 - Christophe Justel; zie no. 1204, p. 212 n. 8.
    11 - Fr. van Aerssen.
    12 - Caspar van Vosbergen.
    13 - Frederik Hendrik.
    14 - Frankrijk.
    15 - De Richelieu; zie no. 1287.
    16 - Cornelis van der Myle.
    17 - Zie no. 1287, p. 345 n. 2.
    18 - Zie no. 1289, 349 p. n. 6.
    19 - Prins Willem van Oranje; zie ook no. 1289 in fine.
    20 - Zie no. 1273, p. 323 n. 3.
    21 - Jean Hotman; zie no. 1045, p. 1 n. 3.
    22 - Fr. van Aerssen en Caspar van Vosbergen.
    23 - De Richelieu.
    24 - Vgl. no. 1287.
    25 - Zie no. 1211, p. 221 n. 1.
    26 - Carlo Gonzaga.
    27 - Maria de Medici.
    28 - Gaston, hertog van Orléans.
    29 - Maria Louisa; zie over de affaire no. 1200, p. 206 n. 6.
    30 - Benjamin Aubéry du Maurier, gewezen gezant in Den Haag en vriend van Grotius.
    31 - Nic. de Baugy, de nieuw benoemde Franse gezant in Den Haag.
    32 - Zie no. 1288.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]