Mijnheer,
U Ex.cie hebbe ick over 14 daegen geschreven2.
De subitte veranderinge int accorderen tuschen bayde partijen over de differencie met dese stadt ome an sijne may.tt3 in 6 jaeren 6 tonnen gauts te betaelen en daervor in alle haere privilegiën geconfirmeert te worden dor constitucie des aenstaenden rijxdaghs, daer de commissariën4 alle debvoiren te doen hun op recompensie toe geobligeert hebben.
Nu worde ick van hove bericht dat aen sulcken accort seer te twijffelen is met redenen, dat den coninck nogh den senaet soo licht niet en sullen casseren op eenen rijxdagh, wat op den vorgaenden soo solenelijck geconstitueert is, daerbij vougende de disputabele toelage van Dansick ome die naer de stads believen te verhoogen en daerdoor de croon onder contribucie van de stadt te stellen. Sulckx op den rijxdagh nogh seer sall geëxamineert worden; bijaldient dan niet en wort geconfirmeert, soo blijftde stadt well op haer geheel, maer door den veranderlijcken tijt in eene gestadige vreese met groote oncosten aengaende den lesten invall in Lijfflandt, soo van de Sweetse sijde niet en wort gemeneert.
Van de Polse sijde en is niet te vreesen. Tis secker dat de Tartaren langs 2 passagen in Polen sijn ingevallen en, naer de brieven die ick van de frontieren gesien, wort niet getwijffelt tegens den aenstaenden sommer aen de Torxe orloghe; daromme ooc tegens 17 Aprill den rijxdagh uytgeschreven is en alhoewell mij de heer legaet Salvius5 van Hamb.o de progressen van Bannier6 roempt, soo brengen die brieven van Slesingen mede dat Picolomini7 hem pousseert en veel quartieren weder innegenommen saude hebben.
152
U Ex.cie brieven kommen mij alttoos 8. te laat, hebbende met de leste post uE. brieven van 4 feb.rio8 ontfangen. Hoorde per vorgaenden hier te sijn, want met desen sijnder van 11.
Den coning van Polen soo well als den senaet hebben hun wegen prins Casamirus9 well geobligeert, maer dor den verdistrueerden rijxdagh is sulckx dor constitucie niet geconfirmeert. Ofte de Françoysen à la bonne foy daermede sullen tevreden sijn, sall ick gerne vernemen en uEx. adviseren, wat hier voorder passeren sall. Tot Toren is eenen rijcken borger10 sonder kinderen gestorven vor 600 D. gl.; den coninck will sulckx caduceren, den raet stelt hem daertegens, daer dan wederomme mandaeten tegens sijn bij penne van 9 tonnen gauts, soo men den fiscael saude hemmen; dit doet mij ten deele gelooven, dat men de saacken van Dansick soo licht niet en sall aproberen, want het punct van caduc is ooc hetgene daervan coning en senaat hun moeten begeren.
Ick blijve, mijnheer,
u Ex. diener
P. Pels.
8/18 marcio 1640, Dansick. keert ome.
Hier sijn brieven uyt Constantinopoli, die seer substancieux discoureren over de aparente orloghe tegens dese croon. Bau(d)is11 licht vor Polen 2000 quirassiers, andere colonellen te voet en te peerde.
Adres met andere hand: Ihro Excell.cien Herren Herren Hugo de Groot, ihro königl. May. und hoch. Croon Schweden ordinari Ambass.ren am königl. französischen Hove, Paris.
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. Apr. 17.
En in dorso: 18 Martij 1640. Pels.