eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4735. 1640 juli 13. Van P. Pels1.

    Mijnheer,

    U Ex.cie hebbe over 14 daegen lest geschreven2. Daer en is geene veranderinge. Eenige hebben tijdinge, dat prins Casamir3 met klenen deputaet incognito naer kaysers hoff vertrocken.

    Den landagh tot Coninxbergh is totalitter in confusie sonder eenige resolucie geschayden en geeyndigt.

    De Hollandse vlotte is hier aenkommen, in de Sondt den dubbelen toll betaelt, courtoys getracteert. De Hollandse ambassadeurs4 waeren tot Bremen. Dien buschop5 neffens vorst Frederich von Holstein6 interponeeren haer tuschen sijne May.tt7 en H.H.M., gaen evenwell naer Sweden. Mij sall verlangen ofte sij met den croon in naerdere aliancie sullen kommen, dat ick ten aensien van mijn particuliere gerne sien saude.

    Daer wort hier bij veele verresiende vor Banier8 gevreest, dat Picolomini9 hem verduren en consumeeren sall.

    Van 't imperiael hoff hebbe brieven, dat in Engeland op begeeren van den extraord.re

    387

    Spaensen ambassadeur10 30 schepen tot convoy van deselver vlot geconsenteert sijn, ooc de groote miscontentementen in Vranckrijck. Duc de Latremoulle11 was tot Sedan. Sij meynen in 't korte revolte in dat rijck dor de al te grooten lasten en, ten waere de prospere waepenen in Deuytslandt en Italliën, de saacken sauden all uytgeborsten sijn. U Ex.ce weeten dat best. Ick en schrijve het maer ome te seggen, waermede sij hun kettelen.

    Vor dry daegen sijn hier brieven van 't Polse hoff, adviseren, dat den gen.ll Conits Polski12 an sijne May.tt geschreven de Tartaren geweldich geslagen te hebben en dat aen 't hoff van Constantinopoli den amb.r van Polen13 groote eere aengedaen is, den vrede geconfirmeert, 200 gevangene losgelaeten, de Tartaren beloft te straffen, ooc datter weder eene groote macht naer Babiloniën gaet, alsoo den gesuccedeerden konigh14 den vrede van den affgestorvenen niet en gedenckt te hauden.

    Ick blijve, mijnheer,

    u Ex.cie diener
    Paulus Pels.

    13 Julio 1640, Dansick.

    Onder aan de brief schreef Pels: Ex. Grot.

    Adres: Son Ex.z

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 15 Aug.

    En in dorso: 13 Julii 1640.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 16. Eigenh. oorspr. Paulus Pels was Staats agent in Danzig. Zijn zoon Pieter is in de jaren 1638-1641 Grotius' secretaris geweest.
    2 - No. 4711, dd. 29 juni.
    3 - Jan II Kazimierz. Hij was na gevangenschap in Parijs in maart 1640 naar Brussel gereisd.
    4 - Willem Boreel, Albert Sonck en Epo van Aylva.
    5 - De latere koning Frederik III van Denemarken (1609-1670); hij had in 1635 de opvolging als aartsbisschop van Bremen verkregen.
    6 - Friedrich III, hertog van Sleeswijk-Holstein-Gottorp (1597-1659). Bovendien was er sprake geweest van bemiddeling door Anthon Gunter, graaf van Oldenburg; vgl. no. 4690.
    7 - Christiaan IV van Denemarken.
    8 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    9 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    10 - Antonio Sancho Dávila y Toledo, markies van Velada.
    11 - Henri de La Tremouille, hertog van Thouars (1599-1674); hij was getrouwd met de oudste zuster van de hertog van Bouillon.
    12 - Stanislas Koniecpolski.
    13 - Adalbert (Wojciech) Miaśtkowski; zie Panaitescu, Călători poloni p. 35-52.
    14 - Ibrahim, sultan der Ottomanen; zijn voorganger Murad (Amurath IV) had in 1639 vrede gesloten met Safī I van Perzië.