eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4806. 1640 augustus 27. Van P. Spiring Silvercrona1.

    Mijnheer,

    De aengenaemen ende seer waerden van den 18ten2 is mij nu sowel als voor desen van u Excell.tz seer wel geworden; voor de geduyrende comunicatie bedancke mij ten allerhoogsten. Wat daerentegens volgens mijn plicht u Excell.tz te comuniceren hebbe, sullen u Ex.tz hiernaevolgend gelieven te vernemen.

    Dat wij uyt Duytslandt hebben bestaedt noch in hetgeene ick u Excell.tz voor 8 daegen geadviseert hebbe3, uytgenommen dat zedert deselve ick nu vernommen hebbe, dat de coning. Sweedse ende geconiungeerde armeën tot Wittenhausen, ende de keyserl. tot Hirsfelt ende Fritslaer still leggende waeren, dat zijn Excell.tz den heer generael Bannier4 in persoon bij mevrouw de landgravin van Hessen5 geweest ende vandaer tot den

    482

    hertoch Georg van Braunswijgh ende Lunenborch vanwegen der gemeene saecken was gegaen; wat hij daer verrecht sal hebben, sullen ons de naeste brieven zeggen. Oock verneme ick, dat het soo breed niet en staedt als wel geroepen is met de keyserl. armee. Aengezien zedert deselve om Nieustadt ende om Vach gelegen over de 4000 paerden daervan omgevallen zijn.

    Sijn Hooch.t den heere prince van Orangiën schijnt eenich desseing voor te hebben, terwijlen men verneempt, hij eenich volck tot Rijnberg geëmbarqueert ende naer Bergen op Zoom gedestineert heeft; wat ons dit leeren sal, moet men verwachten.

    De heeren ambassadeurs vanhier naer Sweden gaende6 sijn in de Stockholmsche scherren ende vandaer met des conigins fregatten, daerop den heere hoffmaerschalck nevens een cammer-raedt7 van de conig. May.tt was, gelucklijcken tot Stockhohn gearriveert, alwaer zij van 8 oo[r]lochscheepens cannon gesalueert waeren ende naer het landen met de carossen van haer May.t op 't nieuwes van andere verwelcompt ende vanwegen de coninginne gebracht in een goet logement, alwaer zij wel getracteert ende verselschapt waeren, ende hadden op den 3 Augusti 's morgens met gedeckten hoofden audiëntie bij de hoogstgedachte coning. May.tt ende deden die curaliën aldaer aff volgen haer instructie. Op haer bevorderinge waeren zij voorders gegaen nae d'audientie van de hoochloffel. regieringe; wat sij nu geproponeert ende daerop voor antwoort gecregen hebben, sullen wij vernemen. Altijt, soo ick verstae, meenen zij haer saecken in corten aff te claeren.

    Den resident van den coninck in Vranckrijck in Stockholm residerende8 schijnt wat jalousie over het wel tracteren ende respect derselver te hebben, waervan met naesten een meeres. Ondertuschen sal niet laeten u Ex. met derselve lieve aengehooren in de protectie des almogenden trouwlijken te beveelen met verseeckering, dat altijt sal blijven

    u Excell.tz dienst- ende vruntwilligen
    Petter Spieringc van Norshollem.

    Haagh, den 27 Augusti 1640.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 4 Sept.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 13. Orig. Eigenh. ondertek. Petter Spiring Silvercrona was resident en raad van financiën van Zweden in Den Haag.
    2 - Grotius' brieven aan Spiring van 1640 zijn verloren gegaan.
    3 - No. 4792.
    4 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    5 - Amalie Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin-regentes van Hessen-Kassel.
    6 - Willem Boreel, Albert Sonck en Epo van Aylva.
    7 - Beiden zijn niet nader geïdentificeerd.
    8 - Niet geïdentificeerd.