eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    491

    4814. 1640 september 1. Aan N. van Reigersberch1.

    Daar op heeft hy hen zeer vertroost, zeggende, dat hy2 hoopte binnen korten tydt het zelve te doen aan de Jesuiten van Kameryk, St. Omer en Douai, 't welk hun waarschynelyk zeer koud op 't hart viel.

     

    De Provincie van Stadt en Landen is ongelukkig, dat dezelve maar twee stemmen heeft. Ik heb voor dezen altemet geraden, dat zy de Drenthe tot haar zouden by nemen, en die de derde stem geven, 't welk te meerder reden zoude hebben, om dat by de oude bewysstukken blykt, dat Groeningen leid op den Drentschen grond3.

    Notes



    1 - Gedeelt. gedr. Brandt-Cattenb., Leven II, p. 259-260.
    2 - De jezuïet Jacques Sirmond, Frans kerkhistoricus. Vgl. ter zake no. 4813.
    3 - Zie ook no. 4952 aan Van Reigersberch. Bij de verkiezing van een nieuwe stadhouder waren de Ommelanden op de hand van Frederik Hendrik, de stad Groningen voor Willem Frederik, graaf van Nassau-Dietz.