eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4905. 1640 november 1. Van P. Pels1.

    Mijnheer,

    Over 8 daegen hebbe u Ex.cie lest geschreven2 hiermede confirmerende, dat uyt de croon Polen alderhandt volck compt, Cosaacken en quarciani, op den naem van den churvorst van Brandenborgh3, soo men segt, en onder het belaydt van prins Casimir4; den adell en stenden van Preuyssen sauden hun seer beswaeren niet alleen ten aensien van de inquartiering, maer van de swaericheden soo daeruyt sullen kommen te ontstaen. Men

    592

    segt, datter Denemarcken mede onder correspondeert, ooc dat men de novo practiseert sonder sijn belett op de zeetoelage. Mochten alsoo well eene groote veranderinge krijgen.

    Dit goet gevonden u Ex.cie te adviseren en blijve, mijnheer,

    u Ex. dw. diener
    P. Pels.

    lmo Novemb. 1640, Dansick.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 6 Dec.

    Adres (en gebruikelijke dorsale notitie?) afgescheurd.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 16. Eigenh. oorspr. Paulus Pels was Staats agent in Danzig. Zijn zoon Pieter was in de jaren 1638-1641 Grotius' secretaris.
    2 - No. 4895.
    3 - Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg.
    4 - Jan II Kazimierz.