eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5253. 1641 juni 29. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Voor Aire gaen de zaecken niet quaelijck. Den cardinal-infant is daerontrent geweest met achtienduizent man ende heeft het Fransche leger willen attaqueren, doch is daervan terugge gekeert sich omhoudende nu bij Moncassel ende La Bassée. De Fransoisen ondertuschen hebben becomen de contrescarpe van een halve maen ende beschieten de stadt met achtien stucken. De granaden doen weinig quaeds. De burgerie in de stadt is ontwapent. De Fransoisen hebben oock Pont d'Aventin becomen. Daerentegen zijn de Spaegnaerden sterck ingevallen in het landt onttrent Boulogne, schijnende de stadt te willen belegeren ofte willende daerdoor diversie maecken.

    Voor Sedan gaen de zaecken tot meerder verbittering, zijnde tevergeefsch de wegh van vrede getenteert aen den hertogh van Bouillon. Den hertogh van Guise oock wedergekomen zijnde binnen Sedan met vier compaegniën, Lamboi2 met vijf- ofte sesduizent man gekomen zijnde bij Arlon heeft den marescal de Chastillon,3 die vrese hadde van beide zijde overvallen te werden, doen retireren over de Maes nae Tarsy, latende eenigh volck aen deze zijde van de Mase om de begonnen forten te bewaeren ende te voltrecken. Hiertoe heeft oorzaeck gegeven den hertogh van Lorraine, dewelcke dickmael bij den coning belast zijnde zich te vougen bij den marescal de Chastillon, uitvluchten heeft gezocht, die men oordeelt weinigh apparentie te hebben, waerdoor den coninck gecomen is in suspicie dat den hertogh hebbende zijn leger door 's conings gelt in goeden staet gestelt ende La Motte in zijne macht gecomen ende gesterckt, wel zoude mogen trachten nae neutraliteit ofte oock luisteren nae eenige offres die hem van 's keisers wege geschieden. Immers deze bedenckingen hebben zooveel krachte gehadt op 's conincx gemoet, dat den coninck daerom heeft doen ophouden driehondertduizent gulden gedestineert voor het leger van denzelven hertogh, 'twelck bestaet in tweeduizent man te voet, tweeduizent te paerd. Dit ende veele andere zaecken doen mij twijffelen, off dit jaer iet zoo groots van de zijde van Vrancrijck zal staen te verwachten als het gemeen wel zoude vereischen.

    Den hertogh van Longueville heeft moeite om het volck te vinden waermede zijne Excellentie zoude trecken nae Duitschlant.

    375

    In Italië hout men zich stil, gelijck aldaer de gewoonte is in de zomermaenden. In Roussillon werdt oock niet zonderlings uitgerecht, alles daer wel verzien zijnde bij de Spaignaerden. Den marquys de Breszé4 is gegaen nae Rochelle, hoopt met twintich schepen ende de ambassadeurs die hier zijn geweest,5 te gaen nae Portugael, zoo ondertuschen geene quaede tijdinge vandaer en comt, gelijck van Catelagne is gekomen, alwaer wij verstaen dat niet alleen die van Tarragona, alwaer het garnisoen een clein leger is, met eenige uitvallen groote afbreuck hebben gedaen aen de Fransoisen, maer oock dat Fernandino6 versterckt van nieuws met twintich zoo galeien als galeoenen een groot advantagie becomen heeft op den eertsbischop van Bourdeaux,7 zoodat getwijffelt werdt off het belegh noch is duirende ende off niet veele Catelans die niet en zijn onder de macht van Fransche garnisoenen, haer weder zullen begeven onder Spaegnië, waerom oock twee van de gedeputeerde van die natie hier gehouden werden als ostagers.8

    De Switsers te Bade vergadert9 trachten tevergeefs, zoo ick meen, om 't graefschap van Bourgognië te brengen tot neutraliteit ende zal den keizer haer bezenden ende opening doen van middelen tot de paix van Duitschlant. De protestantsche Switzers bijzonderlijck vergadert te Aro10 trachten nevens den ambassadeur van Vrancrijck11 den boerencrijgh ontrent Bern, zijnde van een gevaerlijck exempel voor alle de steden, te neder te leggen. De clachten bestaen over de giericheit van de bailiuwen ende over de nieuwe lasten. De Grisons ziende dat Vrancrijck nae haer niet om en ziet, hebben den overste Guller12 verboden 't volck uit te voeren dat hij voor Vrancrijck hadde gelicht, ende sullen te Faldkirch weder een bijeencomste13 houden met de Tiroolsche gedeputeerden om haere differenten te vereffenen.

    Uit Constantinoplen heb ick advysen van den 8 April14 dat den Persiaenschen ambassadeur15 tot vaststelling van de vrede alsnoch aldaer verwacht wierd; dat vijftich galeien, tachtigh saiken ter zee, te landen groote trouppes, zoo van den Turck als van den Tartar, gingen nae Asac; dat men niet wel en wist, waer den jongman die hem zeide zoon te zijn van Mehemet,16 was gebleven.

    Den cardinael-infant is nu te Terouane. Den coning gaet nae Reims. Den hertogh van Lorraine werdt meer ende meer suspect. De Fransoisen hebben becomen in 't lant van Lutzenburg de casteelen van Florenville ende Cheny ende 't fort van Vulliers, ontrent Atrecht een fort genaemt Ecluse.

    29 Iunii 1641.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 29 Iunii 1641.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 21i. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5252 antw. op no. 5236; beantw. d. no. 5268.
    2 - Wilhelm, baron van Lamboy (no. 5005 n. 12).
    3 - Gaspard de Coligny, hertog van Châtillon, maarschalk van Frankrijk (no. 5119 n. 3).
    4 - Jean Armand de Maillé, markies van Brezé (no. 5103 n. 9).
    5 - Francisco de Mello en António Coelho de Carvalho (no. 5028 n. 6).
    6 - García de Toledo y Osorio, markies van Villafranca, hertog van Fernandina.
    7 - Henri d'Escoubleau de Sourdis (no. 5121 n. 27).
    8 - Llorenç de Barutell en Ramón de Guymera (no. 5251 n. 11).
    9 - Landdag te Baden (30 juni - 23 juli 1641). Grotius ontleende het Zwitserse nieuws vermoedelijk aan de brief van C. Marin dd. 13 juni, no. 5227.
    10 - Conferentie van protestantse steden te Aarau (10-15 juni en 15-28 juni 1641).
    11 - Jacques Le Fèvre de Caumartin (no. 5015 n. 5).
    12 - Johann Peter Guler von Weinegg (no. 5035 n. 8).
    13 - Conferentie te Feldkirch (juli-augustus 1641).
    14 - Ontbreekt.
    15 - Ibrahim khan.
    16 - Niet nader geïdentificeerd.