eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5379. 1641 september 22. Van N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Dese reyse, daer ick over verwondert ben, heb ick van uEd. niet gehadt. Ick hebbe oock uEd. niet veel te geven.

    De conspiratie den 28 Iulii te Lisbon ontdeckt, die den 4 Aug. - soo seggen verscheyde brieven uyt St. Hubes2 ende Lisbon, die hier sijn - tegens den conynck ende het rijck van Portugael bij veel groote soo geestelijcke als wereltlijcke souden sijn geweest geëxploiteert, toont dien conynck alle sijne vianden buyten sijn rijck niet en heeft, die hem nochtans, soo Catelonge wert gereduceert, niet als teveel werckx geven sullen. Van de revolte van den duc de Medina Sidonia3 ende andere heeren, die Siviliën, St. Lucas, Calis Malis ende heel Andalusia tot haer souden hebben getrocken, is hier tijdynge, maer cleyn gelooff, hoewel den tweeden ambassadeur die hier is geweest,4 impressiën voor desen heeft willen laten dat het daerop was aengeleyt.

    524

    Van Massecarini,5 gouverneur van de Baia, schijnt den conynck van Portugael hem niet genouch verseeckert te houden, hoewel sijn soon6 dese conspiratie geseyt wert te hebben uytgebracht, dewijle drie - een teecken, niet seecker en gaet, wie hij sal vertrouwen - tot gouverneurs in sijn plaetse heeft gesonden.

    Indien in Engelant voortgaet, daer het parlement schijnt toe te inclineren, de hostiliteyten voor den Pals tegens Spangiën in West-Indië te beginnen, soo mogen de Portugeesen van die cant verlichtynge hopen. Soo veel is 't, dat De Laet,7 rerum Indicarum peritus, is versocht bij het parlement van raet te dienen. Maer soo Vranckerijck sooveel inclinatie tot vrede heeft als het toont, soo sal Portugael veel hebben te dragen.

    Dese weecke is desen staet genotificeert,8 als willende den conynck niet doen als met gemeene intelligentie, dat, om te confunderen die seggen sijne M.teyt geen vrede en begeert, sijne M.teyt hadde tot accommodatie van de crone van Sweden de plaetse van handelynge, die te Ceulen eerst was geleyt, toegestaen dat tot Munster ende Osenbruch soude werden gehouden,9 van meenynge oock te wesen sijne gemachtychde10 derrewaerts te senden, begerende vanhier gelijckelijck soude werden gedaen. Off de plaetse van Ceulen wert verandert, omdat de roinemère11 daer comt ende den ijver tot vrede wert gemeent omdat het oorloge te lastich valt, ofte gesimuleert om voor het toecommende jaer te ijveryger doen wapenen, speculeren die, dewelcke van opinie sijn dat mijnheer den cardinael den vrede voor sijn authoriteyt niet dienstych en acht, hoewel sij meenen dat met de doot van den grave van Soissons geen hooft overych sijnde nu min swa[ri]cheyt daerin maecken sal. Het geeft oock occasie van discoursen bij die seggen het tractaet tusschen Vranckerijck ende Sweden niet en is geratificeert, waeraen het haperen mach.

    De gedeputeerde van desen staet,12 van Staden onverrichter saecken vertrocken, sijn te Bremerverden bij den biscop13 gepersuadeert tot Geluckstat naer den conynck te gaen met verseeckerynge sij daer contentement sullen becommen. Het contentement dat haer sal werden gegeven, meent men daerin te bestaen, dat onder protestatiën te werden sijnde van yder recht onvercort, den tol voor vijff commende jaren bij den conynck niet hoger sal worden gehev(en) als op den voet van het jaer 1637.

    In Engelant is den vrede vercondycht tusschen de twee rijcken, die geen oorloge hebben gehadt, ende Godt publyckelijck gedanckt over de goede intelligentie tusschen beyde de cronen. Het Scotse leger is van den Engelschen bodem vertrocken ende behalven 6000 mannen in 't geheel gecasseert. Met de cassatie van de Engelsche was men oock besych. Het parlement, om niet te tonen de conynkx absentie te willen gebruycken, is gescheyden tot Alderheylygen ende laet hem alles aensien meer als voor desen tot ruste, daer (niet) aen is te twijfelen, soo-

    525

    lange de eenycheyt tusschen Engelant (en)de Schotlant duyrt, uyt welcker divisie den conynck het restablissement van sijne autoriteyt moet wachten.

    Sijne Hoocheyt14 leyt tot Assené ontrent het Sas geretrencheert, daer hij apparent blijven sal tot den regen comt ende dan gaen naer den Noortgeest ontrent Bergen. Eenych exploict is niet te wachten, soodat alle dese costen van wagens ende scepen ter contemplatie van Vranckerijck vallen, die het subsidie wel absorberen, ende noch sal den danck cleyn sijn.

    De roine-mère hout men noch dat naer Ceulen, waer men seyt den keyser haer een logement heeft doen prepareren, gaet, maer met seer cleyne dachreysen, dat het lant al mede veel costen sal; blijft tot Donderdach te Gorcum, wachtende een die van Antwerpen comt, die hare versette juweelen is wesen lossen met eenych gelt bij den conynck ende coniginne15 haer daertoe gegeven. Een expressen vanwegen den conynck van Engelant met haer reysende heeft last haer overal te defrayeren, dan die costen draecht den staet. De coniginne heeft met haer een acte, daermede den co[n]ynck belooft haer alle jare hondertduysent gulden te sullen Furneren.

    Van Dorsten hebben wij niet seeckers. Brieven van den 15 seggen het op een eynde gynck, den viant leverende den eenen storm naer den anderen. Indien het tot den 21 heeft connen houden, soo soude ick derven seggen dat het ontset is. Hatsvelt16 hadde oock ombrage van het volck dat ontrent den Rhijn leyt, ende schreeff aen die van Wesel ende Rhijnberck om te weten, off sij haer onder de lantgravin[n]e17 souden begeven, waerop hem niet en is geantwoort. Boven de troupes die daer bijeen waren, soo was uyt de compangie in de omliggende garnisoenen gelicht uyt yder thien off vijfthien musquettiers.

    Van Duynkercke sijn 20 fregatten uytgelopen, daervan twee te Amsterdam sijn ingebracht.

    Daermede scheyde ick hier uyt, ende is desen langer gevallen als ick in 't begin hadde gemeent.

    Desen 22 Sept. 1641.

    Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raet ende ambassadeur ordinaris van de coningin[n]e ende crone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck, tot Amsterdam [sic]. Port.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 2 Oct. 1641.

    En in dorso: 22 Sept. 1641 N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, K 76k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Gedrukt Rogge (ed.), Br. Nic. v. Reigersb., p. 670 no. 262. Geciteerd Brandt-Cattenb., Leven II, p. 292. Beantw. d. nos. 5402 en 5414.
    2 - Setubal.
    3 - Gaspar Alonso Pérez de Guzmán, hertog van Medina-Sidonia, goeverneur van Andalusië (no. 5041 n. 12).
    4 - Diniz de Lencastre (no. 5291 n. 5). De mededelingen over een opstand in Zuid-Spanje werden reeds op 23 juli 1641 door de Franse ambassadeur in de Republiek, La Thuillerie, doorgegeven aan Chavigny; hs. Parijs, AE, CP Hollande t. 22, f. 224.
    5 - Jorge de Mascarenhas, graaf van Castello Novo, markies van Montalvão (no. 5047 n. 18).
    6 - Fernando de Mascarenhas.
    7 - Johan de Laet (1581-1649), theoloog, geograaf en sinds 1621 bewindhebber van de Westindische Compagnie. Vgl. NNBW VIII, kol. 991v.; J.A.F. Bekkers (ed.), Corresp. John Morris with J. de Laet 1634-1649, p. XVI en n. 25.
    8 - Een memoire, door de Franse ambassadesecretaris Jean Brasset gedateerd op 13 september 1641, werd diezelfde dag geëxhibeerd in de Staten-vergadering; ARA, SG no. 6766. Het stuk werd daarna toegezonden aan Frederik Hendrik te Assenede, die op 17 september erop reageerde; ARA, SG no. 4978. De Staten-Generaal namen vervolgens op 20 september resolutie.
    9 - Deze wijziging van de plaats voor de vredesonderhandelingen was vastgelegd in het in juli 1641 verlengde verdrag tussen Frankrijk en Zweden; zie ook no. 5308.
    10 - In oktober 1641 werden daartoe aangewezen Jules Mazarin, Abel Servien en Claude de Mesmes, graaf van Avaux; zie infra no. 5436.
    11 - Maria de' Medici.
    12 - Willem Boreel, Albert Sonck en mr. Johan van Weede (no. 5184 n. 8).
    13 - De latere koning Frederik III van Denemarken; hij had in 1635 de opvolging als aartsbisschop van Bremen verkregen.
    14 - Frederik Hendrik.
    15 - Karel I en Henriette Marie.
    16 - De keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen (no. 5025 n. 11).
    17 - Amalia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin-regentes van Hessen-Kassel.