eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5461. 1641 november 9. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den coninck is gecomen te S.t Germain, den cardinael te Ruelle. 't Leger onder den grave de Guiche2 hout zich ten deele in het Boulonnois, ten deele in Picardië. Aire werdt noch gedefendeert. De Fransoisen hebben Demont becomen in Piedmont ende in 't lant van Lutsenburg een nieuw fort bij de Spaensche gemaect genaemt Rienne. Evenwel loopen die van Lutsenburg sterck in het Messin ende hertogh Carel3 heeft eenige van de zijnen met eenige van de keizerschen gezonden om te zien, off zij den grave van Gransei4 connen aftrecken van het belegh van Dieuze. Oock hebben veertich Lorrainsche gevangen genomen twintich Fransoisen van qualiteit uitgegaen van Brizac om lichtingen te doen.

    Van het voornemen van Gil de Haes ende Sparre5 werdt getwijffelt, off het in der waerheit is op Hohentwiel off dat de schijn daervan dient om andere desseings te bedecken.

    Den marquis van Breszé6 is uit Portugael gecomen te Rochelle met zijn vloot zonder iet uitgerecht te hebben. Die van Barcelone verwachten den marescal de Breszé7 als viceroi ende maecken preparaten tot zijne receptie. Ondertuschen lichten de Spaignaerden, die daer nu meesters zijn van de zee, alle ziecken ende gequetste uit het Roussillon ende uit hetgunt zij noch hebben in Catalagne nae Valence ende brengen versch volck in haere plaetze.

    621

    Den coning arbeid om de paix te maecken tuschen den paus ende den hertogh van Parme.8 Dan het oorlogh duirt noch ende heeft den paus den 23 October bij openbaere placcaete9 verclaert geëxcommuniceert metterdaet door de groote excommunicatie alle die den hertogh van Parma geduirende zijne ongehoorzaemheit zullen bijstaen, de onderzaten ende vasalle van Stoel die zulcx zullen doen, voor rebellen, de soldaten die den hertogh van Parme dienen, ontslagen van den eedt. De princen van Italië favoriseren meest den hertogh van Parme, doch onder de hant. Den grooten hertogh van Toscane,10 hoewel zich neutrael houdende, heeft passage gegunt aen het volck van den hertogh van Parme ende niet aen die van den paus.

    Men zegt hier dat Haezfeld11 met eenige Saxensche gaet tegen Erfurt ende men verlangt zeer te weten, wat gehandelt werdt te Goslar.12

    Eenige Engelsche zijn hier aengecomen om te maecken een nieu regiment. Men verwacht meer andere van dezelve natie tot vervulling van hetzelve regiment ende verstercking van een oud regiment. Wij verstaen hier nieuwe beroerten in Schotlant, die licht Engelant oock weder zullen in onrust stellen tot naedeel van de zaecke van den Pals, die niet geholpen en can werden dan vandaer.

    Den keizer passerende nae Weenen heeft gesproocken eerst met den hertogh van Beieren, daernae met de eertshertoginne Claudia.

    Te Nanzy zijn eenige gevangen die beschuldigt zijn van de stadt te hebben willen verraeden aen den hertogh Carel.

    9 Nov. 1641.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 9 Nov. 1641.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. Diederichs 30 B 17. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 5460 antw. op no. 5444.
    2 - Antoine III de Gramont, graaf van Guiche (no. 4996 n. 16).
    3 - Karel IV, hertog van Lotharingen.
    4 - Jacques Rouxel de Médavy, graaf van Grancey (no. 5323 n. 11), belegerde Dieuze in Lotharingen.
    5 - Gilles de Haes (no. 5041 n. 20) en Ernst Georg, graaf Sparr (no. 5422 n. 9).
    6 - Jean Armand de Maillé, markies van Brezé (no. 5103 n. 9).
    7 - Urbain de Maillé, markies van Brezé, maarschalk van Frankrijk (no. 5142 n. 16); hij kwam pas op 23 februari 1642 in Barcelona aan.
    8 - Odoardo Farnese.
    9 - Het edict werd in excerpt gepubliceerd in Gazette 1641; zie supra no. 5457 n. 18.
    10 - Ferdinando II de' Medici, groothertog van Toscane.
    11 - De keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen (no. 5025 n. 11).
    12 - Te Goslar confereerden sinds 7 oktober onderhandelaars namens de keizer en Braunschweig-Lüneburg.