eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6581. 1643 december 7. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Speraveram me Roterodamum ob alias causas profecturum, ut ea occasione tuum de editione Anthologiae urgerem negotium, sed id iam praeter opinionem meam secus accidit. Interea hoc cognovi, Neranum nondum habere eos characteres qui ad impressionem sint idonei,2 et Ryckewartium3 suis ipsius nuptiis impeditum, ne in indice conficiendo quantum voluisset laboraverit. Certiora tamen inquiram. Ego hic neminem mortalium novi qui editionibus tuis moram iniiciat. Ego ipse reliquias poematum nemini hactenus tradidi, ut ea spe typographum, qui editurus est Anthologiam, addictiorem mihi facerem.

    Amirautio bene responsum gaudeo.4 Vera sunt quae de nostro statu iudicas, valde enim fluctuat.5 Galli quid hic profecturi sint, videbimus, sed forte eos bona fide pacem quaerere adiget Guebriantii mors et exercitus eius occidione, ut hic fertur,6 deletus. Enixe

    753

    te rogo ut quamprimum mihi scribas filio quid factum sit tuo, et quomodo se habeat, quo res eius loco sint.7 Valde enim de eo sumus solliciti. Si quid praeterea scitu dignum in Galliis acciderit, id quaeso ex te intelligam.

    Nos nihil hic iam fere habemus, nisi quod magnis altercationibus res in comitiis saepe non magnae agitantur. Acre erit de mittendis commissariis ad Generalem Conventum certamen.8 Est enim eo destinatus Matenesius, sed obstat ei de iuramento disceptatio.9

    Tu interea, frater optime, cum uxore et liberis plurimum salve et vale,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Hagae, VII Decembris 1643.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 13 s.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 16 Dec.

    En in dorso: 7 Dec. 1643 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 385. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6558, beantw. d. no. 6599.
    2 - Na gesprekken die hij in juni-juli had gevoerd met Gerardus Joannes Vossius en de Rotterdamse pensionaris Simon van Beaumont was Willem de Groot gaan twijfelen aan de bekwaamheid van de Rotterdamse boekhandelaar-uitgever Johannes Naeranus om goede uitgaven te verzorgen van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) en poemata; vgl. nos. 6242 en 6327.
    3 - De dichter-arts Justus Rijckewaert had in mei de toezegging gedaan dat hij de zorg voor het persklaar maken van de Anthologia Graeca (BG no. 534) wel op zich wilde nemen. In augustus hoorde Willem de Groot al iets van zijn trouwplannen; zie no. 6383.
    4 - In Tomus I van zijn Theologica Dogmata had Denis Petau S.J. kritiek geleverd op Moïse Amyraut, predikant en professor in de theologie te Saumur.
    5 - Terwijl in Den Haag de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien, graaf van La Roche-des-Aubiers, besprekingen voerden over een nieuwe Frans-Staatse ‘alliantie offensive ende defensive’ gingen elders in het land stemmen op om aansluiting te zoeken bij de Engels-Schotse ‘solemn league and covenant’.
    6 - Het nieuws van de dood van maarschalk Guébriant en de Frans-Weimarse nederlaag bij Tuttlingen had zich al verspreid. Op 7 december schreef André Rivet: ‘Nous venons d'apprendre les mauvaises nouvelles de la mort de Mons. de Guebriant, et en suite l'entiere defaicte de cette armée, qui a tant cousté de sang à la France’ (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 147).
    7 - De Frans-Weimarse officier Dirk de Groot, ‘aide de camp’ van maarschalk Guébriant, raakte in Beierse krijgsgevangenschap; zie no. 6606.
    8 - Op 24 november waren de Staten van Holland weer in Den Haag bijeengekomen. Sindsdien werd bijna dagelijks gedelibereerd over de instructie en de kosten van, de Staatse delegatie ter vredesconferentie. Zie voor de personen die door de Staten-Generaal werden gemachtigd om aan de onderhandelingen deel te nemen, no. 6582.
    9 - De kwestie van de eed van de kandidaat-gevolmachtigde Johan van Mathenes. Op advies van raadpensionaris Jacob Cats nodigden de Staten van Holland het weerbarstige lid van de ridderschap nogmaals uit voor een conferentie over deze zaak (Res. SH, dd. 3 december 1643).