91
Mijnheere,
De Fransche gevolmachtigen nae Munster maacken sich allenskens tot haer vertreck vaerdich, doch vermeine niet dat se binnen de drie naeste weecken vanhier sullen opbreecken.2 De heeren Staten-Generael hebben bij deselve aengehouden om in de tituleringen en andere bewijsingen van eere gelijck die van de Republicque van Venetië te mogen getracteert werden, maer niets geobtineert.3 Hier vallen swaere deliberatiën over het Dennemarckse werck, daervan wij de rechte beschaepenhijt tot noch toe niet en weeten.4
Wt Hamburg hebben wij van den 22e passato dat de conincklijcke Sweedsche armee sijne quartiren geluckich door gans Jutlant hadde genomen. Dat ettelijcke regimenten avanceerden nae de Coldinger brugge om te sien deselvige te occuperen.5 Dat het hooftquartier doens voor drie dagen te Hadersleven was geweest6 ende deses seits des Cleinen Belts als tussen Fuenen, Jutlant en Holstijn gans geen resistentie gedaen wirde, behalven 'tgeene wt Gluckstad en Crempen geschiede.7 Dat aen beider zijden de wervingen te Hamburg in der stilte sterck voortgingen ende het Deensch volck al in Gluckstadt gebracht wirde, daerbinnen sich nu eenige duisenden bevonden. Dat den Deenschen reichscanselaer en ambassadeur van Osnabrugge te Hamburg was aengecomen,8 ende bevonden sich aldaer mede vorstelijcke Holstijnsche gedeputeerden, die aen den Sweedschen cammerier 50000 reichstahler telden, ende soude nae twee maenden noch 50000 reichstahler erlegt werden.9 De ridde[r]schap soude om 200000 reichstahler geaccordeert sijn. Dat den vorst van Holstijn aen den Sweedschen het starcke huis Trit-
92
tau heeft ingeruimt, ende veele Coningsmarckse ruiters wt Pommeren comende gingen nae d'armee.10 Den coning van Dennemarcken sijnde te Coppenhagen soude sooveel mogelijck armeren ende hadde sijne Mayesteit eenige afgesanten nae Stockholm afgevaerdicht.11Wt Sweden en is noch niets ingecomen. De keyserlijcke armee heeft sich nae de veroveringe van Zittau gans in de quartiren gelegt, deels in Bohemen, Moraviën, Oostenrijck ende Slesiën. Ontrent Hamburg hebben de Sweedsche den keyserlijcken oversten Both gevangen becomen ende hem nae den veltmarschalck gevoert, ende also hij voordesen de croone veel schaede gedaen, oock bij den lesten inval in Lijflant troepen doens gecommandeert heeft, soo mochte het voor hem wel een swaer proces geven.
Den coning van Dennemarcken soude in Zeelant 8000 man bij malcanderen hebben, doch meerendeels boeren. Wt Lubeck van den 21 passato word mij geaviseert dat doens voor 4 dagen te Straelsond een schuite wt Sweden comende soude aengelangt sijn, ende daerbij een secretaris12 overgecomen, die spoedich nae sijn Excellentie den heere veltmarschalck gepasseert is; van denwelcken men sooveel vernomen, dat het doens voor 3 weecken noch gans still in Sweden is geweest, doch dat de volckeren nae de grensen13 gemarcheert waaren, soodat se buiten twijfel nu mede daer in actie sullen sijn, 'twelck met den naesten staat te vernemen.
Waermede verblijve, mijnheere,
u. Exc.tie dienstwilligste.
Den 1 Februari 1644.
Desen middach is door verwaerloosinge van 't vier 't gansche dack met het toorentje van de Fransche kerck op 't Hoff wechgebrant.14
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 10 Febr.
Wt Bremen, den 7e Jannuari 1644.
Verweecken Dingsdag is den Deenschen cantselaer en ambassadeur van Osnabrugge hier doorgereist.15 Heeft sich niet lang gesuimt, maer sijnen wegh spoedig op Veerden genomen. De heere grave van Eberstijn is tegenwoordich te Coesvelt,16 ende schijnt het dat de Hessische wat wichtiges in 't sin hebben, ende de heeren Staaten eenig volck afdancken ende hunlieden overlaeten sullen, daermede haere guarnisoenen te besetten ende haer eigen volck in één corpus te formeren, tot wat intent can niet weeten. De Beyersche sijn nu in haer quartiren gegaen. De Lottaringsche ende Lamboysche hebben
93
haer quartier in 't aertsstift Trier.17 Den lantdagh in dit aertsstift18 is niet voltrocken, doch soo wijt geslooten dat men den heere general-major Coningsmarck, soo wanneer hij het lant verschoont, eene tamelijcke somma gelts soude geven, ende heeft den landdagh toecomende Dingsdag reassumeert sullen werden.