eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    568

    6955. 1644 juli 11. Van H. Appelboom.1

    Illustrissime et excellentissime legate, domine et patrone observandissime,

    Omnes legati e Flilandia naves peterunt 6 Iulii2 et postero die circa diluculum se mari commiserunt.3 5to Iulii matutino tempore missae sunt 2 naves armatae cum literis a legatis ad regem Daniae, ut ipsum quaerant et affore legatos nuntient.4 Rex Daniae cum 14 navibus Listerdiepa Sundam nuper navigavit.5 Conventus ille, quem facerent duorum impe[r]iorum legati, nullum propterea habuit progressum, quia archiepiscopus Bremensis de itineris securitate haud firmum illis dare voluit fidem.6 Interim illustrissimus dominus Salvius ignotus Monasterium accessit, a legatis Galliae ter visitatus fuit,7 similem honorem et accepit et dedit Veneto,8 licet omnia occulte transibant. Imperator non nisi media quaerit quibus tractatus differri possit bellumque continuari,9 quare frustra de iis laborant nostri, nisi vi ac potestate.

    Dabit Deus Torstensonio successum,10 et Ragoczio11 - cui nobilis quidam hisce

    569

    diebus mittitur magno cum argenti pondere ex Suedorum et Gallorum decreto - sic benigniorem sperare possumus mentis opinionem et faciliorem superbiae depressionem.

    Litteras sacrae regiae Maiestatis Suediae ad Excellentiam vestram scriptas hic annexas Excellentiae vestrae mitto.12

    Hisce Excellentiam vestram divinae protectioni devotus commendo, futurus dum vixero, illustrissime et excellentissime domine,

    illustrissimae Excellentiae vestrae obligatissimus servitor,
    H. Appelboom.

    Amstelodami, 11 Iulii 1644.13

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1644, 24). Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6932 en een ontbrekende brief van 2 juli; beantw. d. no. 6976.
    2 - De Staatse ambassadeurs Jacob de Witt, dr. Andries Bicker en Cornelis van Stavenisse begaven zich op 4 juli aan boord van het schip van kapitein Anthonis van Zalingen. Hun bestemming was de haven van Göteborg. Schout-bij-nacht Claes Waterdrincker zou de ambassadeurs dr. Gerard Schaep, Albert Sonck en de Friese raadsheer Joachim Andreae in Helsingør aan land brengen.
    3 - Op 7 juli liet vice-admiraal Witte de With de zeilen hijsen. Ruim 700 koopvaarders en 40 Staatse oorlogsschepen verlieten het Vlie.
    4 - Twee fregatten werden op 5 juli vooruitgezonden. Zij brachten aan de Staatse resident Carel Carelsz. van Cracauw te Helsingør het verzoek over om de Deense regering te verwittigen van de komst van de Staatse vredesmissie (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 68 en p. 74).
    5 - Aan boord van zijn vlaggeschip ‘Trefoldighed’ was koning Christiaan IV naar Noorwegen gezeild. Veertien dagen na de tweede slag (25 mei/4 juni) voegde hij zich in het ‘Diep van List’ weer bij zijn oorlogsvloot. Op 21 juni/1 juli liep de ‘Trefoldighed’ met 15 andere ‘kloeke’ oorlogsschepen de haven van Kopenhagen binnen (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 92 en p. 306, en Kancelliets Brevbøger 1644-1645, p. 76-77). 76-77).
    6 - Aartsbisschop Frederik van Bremen, generaal in Deense dienst, weigerde in te staan voor de veiligheid van de Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius tijdens hun reis naar Harkotten. De voorgenomen ontmoeting van de Zweedse en Franse gevolmachtigden op 12/22 juni kon om die reden geen doorgang vinden.
    7 - Van maandag 17/27 juni tot en met zaterdag 22 juni/2 juli confereerde de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius met zijn Franse collega's Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien in Munster; zie no. 6954.
    8 - Gedurende zijn verblijf in Munster maakte de Zweedse gevolmachtigde ook zijn opwachting bij de Venetiaanse ambassadeur Alvise Contarini. In het diepste geheim spraken zij over het aanbad van de Serenissima om de rol van ‘onpartijdige derde’ in Osnabrück van koning Christiaan IV van Denemarken over te nemen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 270).
    9 - De keizer weigerde concessies te doen in de kwestie van de bemiddeling op de vredesconferentie te Osnabrück.
    10 - De Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson stond voor de zware taak om de opmars van het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, tot stilstand te brengen.
    11 - De Zweden hadden hun bondgenootschappelijke verplichtingen jegens de Zevenburgse vorst György I Rákóczi veronachtzaamd. Onder Franse druk (no. 6954) kwamen zij tot inkeer. In een schrijven van 29 juli/8 augustus verontschuldigden de Zweedse gevolmachtigden zich voor hun nalatigheid in het nakomen van het Zweeds-Zevenburgs verdrag van 16 november 1643 (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 303-304).
    12 - Zie no. 6883, dd. 28 mei 1644. Koningin Christina van Zweden deed hierin mededeling van de toezending van exemplaren met de Latijnse versie van het Zweeds Manifest van 16/26 januari 1644: Manifestum, declarans causas, quibus Sac. R. M.tas Sueciae, permota et adacta est, ad decernendum bellum, ac tuendum armis, suum ... ius, adversus ... Christiani quarti Daniae regis, violentos et hostiles actus ac conatus ...; zie BG no. 679A rem. 4.
    13 - De ontvangstbevestiging tekende Grotius op aan de bovenkant van de brief van koningin Christina (no. 6883): ‘Rec. 20 [21?] Iulii’.