eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7308. 1645 februari 11. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Wij verwachten hier het particuliere verhael van de doot van den eertsbisschop ende 'tgunt daeraen kleeft2 ende off het waer is dat twaelfduizent Ieren uit Ierlant comen tot des conincx dienst3 ende wat de gedeputeerden ten wederzijde op de vrede zullen besluiten.4 't Schijnt de zaecken van de parlamentarissen noch voor wind gaen, want hoewel zij in 't landt van Hampton bij Christkircke5 eenige schade hebben ontfangen, zoo zijn de coninclijcke door Middelton vandaer verdreven ende werdt daerbij gevoucht dat Chirq is ingenomen bij de parlamentarissen.6 Dat Hopton, één van 's conincx volck, Chard in Croke-

    446

    horn had verlaeten.7 Dat die van Cornowaille beletten de lichtinge van den coning ende die van Shopshire daerenboven den adel hadde uitgejaecht.8 Dat Waller ging nae 't westquartier met zesduizent man, zoo te voet als te paerd,9 verwachtende noch hondert dragons. Dat Farfax commandeert over eenendetwintichduizent man10 ende dat Middelton zoowel als Holborn gingen tegens de principale armee van den coning.11 Dat het graefschap van Sussex tot zijn eigene defensie heeft in wapenen gebracht tweeduizent man te voet, drieduizent te paerd.

    Uit Spaignie verstaen wij dat d'eertshertoginne van Oostenrijck12 aldaer advys heeft gevraecht over het huwelijck van haer oudste dochter met den coning van Polen.13 Dat eenige in Spaignie van advys zijn dat den coning van Spaignie zelve om die dochter ofte haere jonger zuster behoort te dencken,14 ofte oock zelff de oudste te nemen ende de tweede te geven aen zijne zoon, die anderen willen huwelijcken aen de dochter van den keizer, die zulx garen zage. Eenige zijn van opinie dat men beide de dochters van de hoochgemelte eertshertogin behoort te doen comen in Spaignie ende dezelve aldaer te houden. Deselve hertogin verzoect mede in Spaigne advys over het huwelijck van haeren zoon met de dochter van den hertogh van Florence.15 Den marquys de Tarracuse hadde gemeint door de wegh van Badajox in te breecken in Portugal, maer het was hem gemist.16 Den hertogh van Medina de Las Torres was noch te Valence ende stont na de ambassade te Rome niet zonder groote competiteurs.17

    447

    Uit Francfort verstaen wij dat de Fransoisen uit Mentz Ursel, een plaetze niet verre van Francfort, hebben aengetast met drie stucken geschuts.18 Maer als zij twee dagen daervoor waeren geweest, ontbrack haer amunitie, dewelcke niet connende becomen ende den derden dage gereed zijnde om wegh te gaen, zijn zij overvallen geweest van het volck van de naestgelegen vijandelijcke garnizoenen. Den hertogh van Beieren licht den vijfden man in zijne landen ende schickt meer volcx nae de quartieren ontrent Francfort.19 Men zeide dat de schrick groot was vanwegen den marescal Torstenzon,20 zoowel die van de Opperpals21 als de Oostenrijcksche die in Hongeren zijn daervoor beducht zijnde.22 Den prins Rakoczy daerentegen vol hoope,23 versterekende zijn leger ende teruggegaende in de handeling. Wij verstaen vorder dat Wendel24 in Lotteringen bij de Fransoisen is becomen ende dat den eertshertogh Leopold zal zijn niet alleen generalissimo over des keizers trouppes, maer oock viceroi in Boheme.25

    't Is waer dat den coning van Vrancrijck geeft de stadt - met het casteel - van Turin, alsoock Carmagnole aen den hertogh van Savoie nemende in recompense eenige plaetze op de Po.26 Dat oock de Fransoisen uit Montemagno in het Montferrain27 zijn verdreven. Dat daernae de trouppes zoo van den coninck van Vrancrijck28 als van den coning van Spaignie die in Piedmont ende daerontrent waeren, zijn getrocken nae Catelagne. Dat een monick uit Milan is gegaen nae Spaignie om de clachten van die van Milan ende 't

    448

    Milane[e]s tegen den gouverneur den marquis de Vellade29 te brengen aen 't hoff van Spaignie.30 Waerover men meent denzelve gouverneur zal thuis geroepen werden ende in zijne plaetze gestelt Leganes, Cantelmo31 ofte den admirant van Castille.32 Den cardinal de Valencé, vanhier vertreckende,33 is vereert geweest met twintichduizent croonen voor zijne reis ende met belofte van een pensioen van tienduizent croonen. Den cardinael de Lions34 is uit Italië te Lions gearriveert. Den grave van Harcourt zegt in de toecomende weeck te zullen vertrecken.35 Den hertogh van Longueville maeckt zich oock gereedt om de Fransche ambassadeurs te gaen scheiden te Munster.36 Rochelle heeft groote schade geleden door de tempeesten aen haere schepen ende zoutplaetzen.37

    't Gerucht is hier sterck dat den coning van Spaignie presenteert zestienduizent rijcxdalers aen de Nederrijnsche creitz38 om zesduizent man te lichten op haere naem, die hij in tijd van nood zoude weten te gebruicken, ende dit in een tijd dat den coning van

    449

    Spaignie zoo weinigh voorzien is van geld39 dat hij geld heeft geleent van hertogh Carel.40 't Volck uit Italië onder Gil de Haes is in Beieren gecomen.41 Tegen Gallas42 werdt onderzoeck gedaen.43 Aen den landgraeff Frederick, die te Dresde gevangen is, werdt hoope gegeven van vrijheit.44

    Elfden Februarii 1645.

     

    De Turcken zijn met galeien gecomen aen de custen van Calabre45 ende zijn gelant bij Rocca Imperiale, bij Santipetropaulo ende bij Squilazzi ende daer een roof gehaelt, gelijck de Tartaren oock gedaen hebben uit de vel[t]streeck grentzende aen Walachie46 ende dreigen Polen. Den paus heeft een expres gezonden in Ierlant47 om daer te resideren onder naem van ministro apostolico. Den marescal de Turenne werdt gezegt te Flersheim48 te zijn. Te Poictiers ende daerontrent is tweemael aerdbeving geweest,49 waerdoor veele ge-

    450

    bouwen te neder zijn geworpen. De Spaignaerden hebben drieduizent man gelegt in de forten bij Mardyck ende 't canael gebordeert met redoubten.50

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den XI Feb. 1645 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 40j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Tezamen met no. 7307.
    2 - De ‘particularitez’ over de terechtstelling van William Laud (1573-10/20 januari 1645), aartsbisschop van Canterbury, op Tower Hill; zie het nieuwsbericht uit Londen van 26 januari 1645 in de Gazette 1645, no. 16, dd. 4 februari 1645: ‘L'Archévesque de Cantorberi a esté décapité le 20 de ce mois: de laquelle éxécution vous aurez les particularitez au premier jour’.
    3 - Een delegatie van de katholieke ‘confederation of Kilkenny’ had aan het hof van koning Karel I onderhandeld over de voorwaarden tot een duurzame vrede in Ierland. Op de terugweg enterde kapitein Robert Swanley het Ierse schip en nam alle papieren en documenten in beslag (no. 7296, en CSP Ven. 1643-1647, p. 174).
    4 - De conferentie te Uxbridge. Het was de bedoeling dat 16 commissarissen van beide partijen - koning en Parlement - in een tijdsbestek van 20 dagen onderhandelingen zouden aanknopen over de voornaamste artikelen van ‘The humble desires and propositions for a safe and well-grounded peace’ (Gazette 1645, no. 13, dd. 28 januari 1645; CSP Ven. 1643-1647, p. 172-173, en Briefw. C. Huygens IV, p. 119).
    5 - De koninklijken probeerden toegang te krijgen tot Christchurch (ten westen van Southampton). In de eerste week van februari verloste het Parlementsieger van luitenant-generaal sir John Middleton (Myddelton) het garnizoen van zijn belagers (DNB XXXVII, p. 352-354, en CSP Dom. 1644-1645, p. 258 en p. 273-274).
    6 - Chirk, ten noorden van Oswestry (Gazette 1645, no. 18, dd. 11 februari 1645). De aanslag van deparlementsgezinde sir Thomas Myddelton ‘of Chirk Castle’ op het gelijknamige kasteel mislukte (DNB XXXIX, p. 441-443).
    7 - Sir Ralph Hopton (1598-1652), de koninklijke legerleider in het zuidwesten, zag geen kans een garnizoen te vestigen in Chard (ten westen van Crewkerne (Crookhorne) in Somerset). Zijn troepen zond hij na dit incident terug naar Exeter en Bristol (CSP Dom. 1644-1645, p. 230 en p. 251-252).
    8 - De ingezetenen van Shropshire (Salop) weigerden nog langer een bijdrage te leveren aan het onderhoud van de koninklijke garnizoenen in hun graafschap (CSP Dom. 1644-1645, p. 253 en p. 273, en Briefw. C. Huygens IV, p. 116).
    9 - Sir William Waller kreeg voor zijn mars naar het ‘westquartier’ de beschikking over de soldaten die in de Parlementslegers van Robert Devereux, graaf van Essex, en Edward Montague, graaf van Manchester, hadden gediend. De trotse ruiters namen geen genoegen met de nieuwe instructies en dwongen hun bevelhebber halt te houden in de omgeving van Farnham (CSP Dom. 1644-1645, p. 282 en p. 303-304, en Gazette 1645, no. 18, dd. 11 februari 1645).
    10 - Het Parlement vertrouwde het opperbevel over ‘the new modelled army’ toe aan Thomas Fairfax (1612-1671), de standvastige belegeraar van Helmsley Castle (DNB XVIII, p. 141-149, en The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 340-341).
    11 - Luitenant-generaal sir John Middleton en generaal-majoor James Holborne verdedigden het grondgebied van de parlementsgetrouwe graafschappen Kent, Surrey, Sussex en Hampshire (CSP Dom. 1644-1645, p. 227 en p. 272-274).
    12 - Claudia de' Medici had uit haar huwelijk met aartshertog Leopold V van Oostenrijk twee dochters: Isabella Clara (* 1629) en Maria Leopoldina (* 1632). De oudste dochter huwde in 1649 Karel II van Gonzaga, hertog van Mantua; de jongste was een jaar eerder een echtverbintenis aangegaan met keizer Ferdinand III (DBI XXVI, p. 153-154).
    13 - Koning Wladislas IV bleef trouw aan zijn Franse bruid Maria (Louise-Marie) van Gonzaga.
    14 - Koning Philips IV van Spanje nam pas na het overlijden van zijn zoon Baltasar Carlos (1629-1646), prins van Asturias, een nieuw huwelijk in overweging. In 1649 vroeg hij de hand van Maria Anna (1634/5-1696), dochter van keizer Ferdinand III.
    15 - Claudia's oudste zoon, aartshertog Ferdinand Karl (1628-1662) van Oostenrijk, dong naar de hand van Anna de' Medici (ca. 1616-1676), dochter van groothertog Cosimo II van Toscane. Het huwelijk werd in 1646 gesloten (Rott, Hist. représ. dipl. VI, p. 890).
    16 - De strijd van de Portugezen tegen het leger van Carlo Andrea Caracciolo, markies van Torrecuso, militair gouverneur van Badajoz.
    17 - Ramiro Núñez de Guzmán († 1668), hertog van Medina de Las Torres, oud-onderkoning van Napels, sinds kort Spaans gevolmachtigde ter vredesconferentie (no. 7301), stond in Valencia op punt van vertrek voor een buitengewone missie naar paus Innocentius X (Gazette 1645, no. 22, dd. 18 februari 1645, en Archivo de Simancas, Catálogo XVI. Papeles de estado de la correspondencia y negociación de Nápoles, p. 161).
    18 - Charles-Christophe de Mazencourt, markies van Courval, bevelhebber van het Franse garnizoen te Mainz, liet op 22 januari beschietingen uitvoeren op Oberursel. De Zwabisch-Beiersen waren op hun hoede en dreven de Fransen nog dezelfde dag terug naar de kwartieren van maarschalk Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, in Flörsheim aan de Main (Gazette 1645, no. 18, dd. 11 februari 1645).
    19 - Hertog Maximiliaan I van Beieren stuurde versterkingen naar de winterkwartieren van de Zwabisch-Beierse bevelhebber François de Mercy in de omgeving van Schwäbisch-Hall, Nördlingen en Bad Mergentheim (Mergental); zie de Gazette 1645, no. 17, dd. 11 februari 1645: ‘Le Duc de Baviére continuë de faire des levées, pour remplacer les troupes qu'il a envoyées dans la Bohéme au secours du Général Hazfeld’.
    20 - De Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson was met een leger van 14000 soldaten Bohemen binnengetrokken. Op 26 januari voegde hij zich bij zijn voorhoede in Chomutov (Doc. Boh. VII, p. 171-172, nos. 499 en 501 en p. 175 no. 509).
    21 - Brieven uit Regensburg berichtten over de paniek in het land: ‘L'épouvante est si grande par toute la Bohéme et le haut Palatinat, que plus de quatre mille chariots chargez de meubles en sont desja arrivez en cette ville’ (Gazette 1645, no. 12, dd. 28 januari 1645).
    22 - Keizer Ferdinand III had de Hongaarse regimenten van Johann, graaf van Götz(en), naar het front in Bohemen ontboden.
    23 - De Zevenburgse vorst György I Rákóczi nam afstand van de keizerlijk-Zevenburgse vredesbesprekingen in Trnava (Tyrnau) en haastte zich om het bondgenootschap dat hij op 16 november 1643 met de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson had gesloten, te bevestigen (Gazette 1645, no. 21, dd. 18 februari 1645, en Doc. Boh. VII, p. 168 no. 493).
    24 - Sankt Wendel, ten noorden van Saarbrücken.
    25 - Aartshertog Leopold Wilhelm van Oostenrijk aanvaardde bij aankomst in Praag (24 januari) het hoge bevel over de keizerlijke, Beierse en Saksische legers in Bohemen (Gazette 1645, nos. 17 en 21, dd. 11 en 18 februari 1645). De Witte Berg wees hij aan als verzamelpunt van de versterkingen, in totaal 9500 ruiters en 3500 infanteristen (Doc. Boh. VII, p. 172 no. 501).
    26 - De Savoyaardse diplomaten Claudio Gerolamo Chabod (Chabo), markies van Saint-Mauris (S. Maurizio) en Gian Francesco Bellezia hadden de Franse autoriteiten kunnen overreden tot teruggave van de steden Turijn, Asti, Carmagnola (ten zuiden van Turijn), Santhià en Demonte (ten zuidwesten van Cúneo) (Claretta, Storia della Reggenza II, p. 122-124, en Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 40).
    27 - Montemagno, ten noordoosten van Asti.
    28 - César de Choiseul, graaf van Du Plessis-Praslin, bevelhebber van de Franse regimenten en compagnieën in het leger van prins Tommaso Francesco van Savoye, vertrok naar het front in Catalonië (Gazette 1645, nos. 22 en 23, dd. 18 en 25 februari 1645).
    29 - Misschien vertolkte de kapucijn Francisco de Vegeben de kritiek op het beleid van de Milanese gouverneur Antonio Sancho Dávila, markies van Velada (Archivo de Simancas, Catálogo XXIII. Papeles de estado. Milán y Saboya, p. 349 en p. 351).
    30 - Koning Philips IV van Spanje schonk geen aandacht aan de Milanese klachten. In februari 1646 mocht de markies van Velada zijn taken op eervolle wijze overdragen aan Bernardino Fernández de Velasco († 1652), ‘condestable de Castilla’.
    31 - Diego Felipe de Guzmán († 1655), markies van Leganés, Spaans gouverneur van Milaan 1635-1641. Anderen wilden de Spaanse bevelhebber van Italiaanse origine Andrea Cantelmo een kans geven.
    32 - Juan Alfonso Enríquez de Cabrera († 1647), ‘almirante de Castilla’, hertog van Medina de Rioseco, Spaans onderkoning van Napels (Diccionario de Historia de España I, p. 177-178).
    33 - Kardinaal Achille d'Estampes-Valençay, voormalig bevelhebber van het leger van paus Urbanus VIII, was op 26 januari in Parijs verschenen. De volgende dag ontving hij een officiële aanzegging om de stad te verlaten. De kardinaal achtte het raadzaam om in een buitenwijk de gebeurtenissen af te wachten (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 250-251, en Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV II, p. 164-166). Op 17 februari tekende de Parijse raadsheer Claude Sarrau in een brief aan de Haagse hofpredikant André Rivet aan: ‘Le Cardinal de Valencé s'est retiré tout doucement .... Pour les frais de son voyage il a eu l'Abbaye de Moissac que le Cardinal Antoine [Barberini] par respect avoit remis purement et simplement entre les mains du Roy’ (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau III, p. 46).
    34 - Kardinaal Alphonse-Louis du Plessis de Richelieu, aartsbisschop van Lyon, was op 23 december uit Rome vertrokken (Gazette 1645, no. 10, dd. 21 januari 1645). Een week later publiceerde de Gazette 1645, no. 13, een bericht uit Genua van 8 januari: ‘Le Cardinal de Lyon partit d'ici hier matin pour s'en retourner en Provence’.
    35 - De nieuwe Franse onderkoning Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, stond gereed voor vertrek naar Barcelona. Op 12 maart trof hij in de Roussillon de laatste voorbereidselen voor zijn plechtige intocht in Catalonië (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 298-299).
    36 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville, gouverneur van Normandië, ‘Plenipotentiaire de France’, voelde weinig voor de rol van onpartijdige derde in de geschillen van de gevolmachtigden Claude de Mesmes en Abel Servien (no. 7293). Eind mei nam hij in Vincennes afscheid van zijn echtgenote Anne-Geneviève de Bourbon. De reis naar Munster (intrede op 30 juni 1645) ging over land (Reims, Luik en Wesel) (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 248, en Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 73, p. 349, p. 466 en p. 498).
    37 - Een zuidwesterstorm die op 27 januari opstak, had in de haven van La Rochelle grote schade aangericht (Gazette 1645, no. 22, dd. 18 februari 1645).
    38 - Koning Philips IV stelde krachtens het Spaans-Westfaals defensieverdrag, dd. 29 december 1644, het leger van de Westfaalse Kreits een jaarlijks bedrag van 130000 rijksdaalders ter beschikking (no. 7253, n. 28; Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 263-265, en Doc. Boh. VII, p. 160 no. 472, p. 167 no. 486).
    39 - De keizerlijke legerleider Willem, baron van Lamboy, belastte zich met de lichtingen in het prins-bisdom Luik (no. 7296). Iedere recruut ontving een handgeld van 15 rijksdaalders (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 120, en Gazette 1645, no. 16, dd. 4 februari 1645).
    40 - Hertog Karel IV van Lotharingen was met de Zuidnederlandse ‘gouverneurs’ Manuel de Moura y Corte Real, markies van Castel Rodrigo, en Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi, in onderhandeling getreden over de overname van zijn legermacht van 6 tot 8000 soldaten (Doc. Boh. VII, p. 171 no. 500, en Gazette 1645, no. 16, dd. 4 februari 1645: ‘Le Duc Charles veut ... former un Corps de huit mille hommes, et a promis d'avancer six cents mille escus pour les frais de cette campagne: pour assurance de laquelle somme on lui engage toutes les terres ci-devant confisquées au profit du Roy d'Espagne sur le Prince d'Espinoy’).
    41 - Generaal-majoor Gilles de Haes (1597-1657) had zijn Venetiaanse lichtingen beschikbaar gesteld voor dienst in het leger van hertog Maximiliaan I van Beieren (H. Lahrkamp, Jan von Werth, p. 148, en Gazette 1644, no. 147, dd. 10 december 1644). Hijzelf had de hoop op een hoge militaire aanstelling in de Serenissima nog niet opgegeven (BNB V, kol. 136-139).
    42 - Zodra de Zweedse en Hessische expeditielegers van de generaal-majoors Hans Christoph, graaf van Königsmarck, en Johann Geyso de blokkade van de keizerlijke kwartieren in de ‘Neustadt’ van Maagdenburg hadden opgeheven, stuurde Matthias, graaf Gallas, een koerier naar het keizerlijke hof. Op 16 februari verscheen de onfortuinlijke strateeg met het restant van zijn leger in Praag (Gazette 1645, nos. 222 en 26, dd. 25 februari en 11 maart 1645).
    43 - De Gazette 1645, no. 17, dd. 11 februari 1645, bracht het vrolijke bericht: ‘que le Roy de Dannemarc a fait batre uae nouvelle monnoye, où d'un costé sont escrits ces mots, Quid egit Comes Gallassius in Holsatia ? et de l'autre costé, nihil’.
    44 - Landgraaf Friedrich van Hessen-Eschwege, kolonel in Zweedse dienst, was bij Zeitz gevangen genomen door het Saksische garnizoen van Zwickau. Eind januari ontving hij van keurvorst Johann Georg I van Saksen toestemming om onderhandelingen aan te knopen over zijn losgeld (Gazette 1645, no. 21, dd. 18 februari 1645). Een maand later mocht hij Dresden verlaten (Gazette 1645, no. 33, dd. 25 maart 1645).
    45 - De Turkse vloot verscheen in de golf van Taranto (Rocca Imperiale en Pietrapaola) en zette vervolgens koers naar de golf van Squillace (Gazette 1645, no. 18, dd. II februari 1645).
    46 - De Tartaren dreigden Podolië binnen te vallen (Gazette 1645, no. 18, dd. 11 februari 1645).
    47 - Paus Innocentius X stuurde Giovanni Battista Rinuccini (1592-1653), aartsbisschop van Fermo, naar Ierland ter vertroosting van de Ierse katholieken ‘oppressez par les persécutions des Protestans d'Angleterre’ (Gazette 1645, no. 18, dd. 11 februari 1645). In november 1645 maakte de nuntius zijn opwachting in Kilkenny (DNB XLVIII, p. 312-315, en A new history of Ireland III, p. 316-318)
    48 - Flörsheim aan de Main; supra, n. 18.
    49 - Zelfs de kerken van Poitiers dreigden te bezwijken onder het geweld van de zuidwesterstorm (supra, n. 37) en twee achtereenvolgende aardbevingen (Gazette 1645, no. 18, dd. 11 februari 1645).
    50 - Dezelfde Gazette, no. 18, dd. 11 februari 1645, bracht het nieuws dat de Spanjaarden de forten van Mardyck (vesting op de route naar Duinkerken) versterkten.