562
Mijnheer,
Ick maecke mij gereed om mijn afscheid hier te nemen ende de coninginne van Swede te dienen daer het haere Majesteit zal gelieven.2 Van monsieur de Strade [twijfele ick niet] off hij heeft zijne last gevolgt die hij hadde van mijnheer den cardinael, met dewelcke zijne E. zeer wel staet; can hem vougen nae het hoff.3
De vergadering van Francfort zal noch bij den anderen blijven.4 De discoursen over de zaecken van den prince Rakoczy ende den marescal Torstenson vallen daer verscheiden.5 De keiserschen houden voor zeecker dat den Grooten Heer hem daerin zal stilhouden, hebbende zijne desseings gekeert ter zee,6 waerover niet alleen die van Malta in vrese zijn,7 aen dewelcke de coninginne-regente vier galeien heeft geschoncken, maer oock die van Venetië in groote ombrage, omdat den Grooten Heer haer een haven in Candie geëischt hebbende, zij dezelve hem niet en hebben connen toestaen.8 De commercie tuschen de Turcken ende Venetianen is [op] eenige eilanden gebroocken.9 Men vougt daerbij dat in Dalmatië eenige plaetsen bij de Turcken op de Venetianen zoude zijn genomen. De
563
ambassadeurs van de Italiaensche princen zijn deze dagen geweest bij mijnheer den cardinael om op de inlandsche vrede van Italië wel te letten.10De voorszegde keisersche11 meenen dat zij nu, gesterckt zijnde met de Beierschen tot ontrent vijfduizent, zullen connen voorcomen den intocht van den marescal Torstenson in Moravië ende zijne conjonctie met den prince Rakoczy, die men daer gelooft gegaen te zijn met zesduizent paerden om Olmitz te ontzetten.12 Maer ‹eerst› op het stuck van de Beyerschen werdt geconsidereert dat die maer eerst geleent en zijn voor veertien dage, ter exspiratie van welcken tijd ydermael nieuwe continuatie van den vorst van Beieren moet werden verzocht, ende dat mischien denzelven hertogh niet en zal willen toelaeten dat zij zoo heel verre trecken van zijne landen.13 De Fransoisen zeggen dat dien hertogh tracht altijd groote forces bij zich te hebben om zich te zelver te connen conserveren, al waer het dat de zaecken quaelijck gingen met het huis van Oostenrijck ofte oock dat eenige princen, waertoe de Fransoisen arbeiden, van de ligue afbraecken. De Fransoisen zeggen vorder tot Francfort vannieuws geld gegeven te hebben aen Rakoczy14 ende dat denzelve Rakoc[z]y tweeduizent Duitschen zal hebben van den marescal Torstenson, ende den marescal Torstenson zesduizent man van den prins Rakoczy, zoodat zij meenen dat Oostenrijck haest beladen zal zijn met vijftichduizent man ende dat Rakoczy ende Torstenson elck een leger sullen commanderen, zoeckende waer yder can zijn advantage.15 Den keizer werdt gezegt uit Prage te gaen nae de quartieren daer de noodt zal zijn. Marsin brengt eenigh volck bij den marescal de Turenne,16 die te Spier is.17 Men spreect hier van tweehondert gulden te stellen op yders coetse.18
564
Den paus werdt gezegt bullen te zullen geven op de electie van bisschoppen, geschiet in Portugael.19 Gremonville, ambassadeur van Vrancrijck, was te Rome gearriveert20 met veel bewijs tegen den cardinael Antonio.21 Casal werdt bij de Fransoisen vannieuws gesterckt ende geprovideert.22 Anders gaet niet om, den crijgh aengaende in Italië. Uit Catelagne werdt quade tijding gevreest. Den marescal de La Motte-Odincourt blijft in 't casteel te Lions, maer in een ruime gevanckenisse met veele visiten zonder dat gesproocken werdt van hem rechters te geven.23
Uit Engelant werden wij onderrecht dat de conferentie gebroocken is,24 doch met eenige hoope van hervat te werden. Dat de parlamentarissen hebben becomen Shrouwsbury25 ende Scarboroug,26 ende in deze plaetze twaelff schepen, vier stucken canons ende veele wapenen. Dat zij een nieuw leger maecken27 ende Plimuth28 ter zee hebben gesecoureert ende de belegeraers door een uitval merckelijck beschadight.
18 Maert 1645.
565
Vorder hebben wij tijdinge dat den graef van Harcourt door Narbonne passerende zesduizent man uit die quartieren vooruit heeft gezonden nae Catelagne.29 Dat hertogh Carel tracht La Motte te ontzetten.30 Dat Mercy bij Sturgard let op de actiën van Rose,31 die van den marescal de Turenne weder was gecomen nae Tubingue. Den Grooten Heer meent tegen den eerste Mai zoo uit zijne provinciën, dat is uit Alger, Tunes, Tripoli,32 bijeen te hebben tweehondert galeien, driehondert oorlogschepen met veele tartanen, barques ende polaques,33 een deel bij Navaryn in Morea, een deel tusschen Malta ende Sicilië, waerover de Spaignaerden niet minder dan die van Maltha zijn beducht.
Den coning van Engelant heeft gezocht vrijheit om te Londen te comen,34 oock suspencie van wapenen ofte afdanckinge van trouppes. 't Parlement zegt daerin te consenteren wanneer hij haere begeerte zal hebben toegestaen. D'ambassadeurs van de Vereenigde Nederlanden, als men meende dat zij afscheit zouden nemen van het parlement, hebben gesproocken van de religie, zeggende dat die zaecke gemeen was tuschen haer ende 't parlement, ende dat zij hoopten dat den coninck zoude zijn te bewilligen van te zullen toestaen al wat in een synode, canoniquelijck vergadert,35 oock ten overstaen van Duitsche ende Nederlandsche doctoren zoude werden goedgevonden. Dit en smaecte de parlamentarissen niet, die zeiden dat zij haer eigen religie best verstond[en]. Evenwel is Farfax sus-
566
pect van te wesen anabaptiste, 'twelck met zijne professie niet wel overeen en comt.36 De soldaten die onder den grave van Essex hebben gedient, zijn zoo quaelijck tevrede37 over de resignatie van de crijgsampten die Essex uit cracht van een resolutie van het parlement, eer hij daertoe wierd geperst, hadde gedaen, dat drie compagniën ruiters dienst hebben genomen bij den coning,38 andere trouppes Waller hebben gedwongen zich te salveren binnen het casteel van Farnham.39 's Conincx volck had Holt, een casteel in de provincie van Wil,40 becomen. In Ierland hadden de protestanten de steden Galwai, Droheda ende Dunkalke, oock den persoon van den viceroi met intelligentie meenen te becomen,41 ende alzoo zij de steden van Corken, Bandonbridge, Kinsal ende Yeoghil niet wel en conden beschermen, hebben zij die gepresenteert aen de Hollanders.42 De roomsche catholycken van Ierland belegerden sterck het fort van Duncanan,43 hebbende oock twee forten op de riviere gemaect om het secours te beletten.Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, eerste raed in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port.
Onderaan de voorzijde schreef Grotius: Verte.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 18 Martii 1645 uyt Paris.