eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7377. 1645 maart 20. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Omnium hic ora, omnium litterae personant rumoribus de parta adversus imperatorem a Suecis victoria,2 sed an ea tanta sit quantam nova publica prae se ferunt, non immerito ambigitur; magnam certe esse constans fama asseverat, sed de his certiora ab aliis intelliges. De privilegio Orientalis Indiae recte iudicas;3 dabit ea res aliquando magnum malum, nisi caveant rectores.4

    Guieta non omnino malus fuit vates,5 et profecto studia iuvenum huius temporis ver-

    574

    gere ad barbariem6 etiam Heinsius observavit.7 De Vondelii poesi optime iudicas;8 sententias habet egregias, verba efficacia, phrasim excellentem, rhitmos vero aptos et sonores,9 neque deest illi inventio, quae praecipue poetam facit. De matrimonio cardinalium10 gaudeo a te edoceri. Heinsius non videtur Croio responsurus, nisi forte per suppositam personam.11 Recte facit Petavius,12 quod adversariis suis augendi stipendii occasionem offerre nolit.13 Petrus quid in posterum facturus sit videbimus.14

    Pro iis quae de Trevilla, Neapoli et Melitensibus scribis,15 gratias habeo. Princeps urgere incipit legatorum nostrorum discessum Monasterium versus,16 neque diu differenda videtur profectio, omnibus iam quae eo necessaria sunt ex voto constitutis,17 etiam de modo sumptuum facto decreto.18 Varias hic querelas audio de festinatione Galliae in proponendis pacis conditionibus sine praevia sociorum communicatione et aliorum adsensu.19

    575

    Faxit Deus Optimus Maximus, ut tandem aliquando coeant in foedera dextra, cui te, tuam, tuos precibus commendare non desino,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, XX Martii, propridie liberationis Lupesteiniacae,20 anni 1645.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 28 Martii.

    En in dorso: 20 Martii 1645 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 283. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7357, beantw. d. no. 7396.
    2 - De Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson had op 24 februari/6 maart bij Jankov slag geleverd met de keizerlijke troepenmacht.
    3 - Op 4 maart hadden de gewesten Gelderland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Stad en Lande het octrooi van de Verenigde Oostindische Compagnie ‘impetrabel en open voor een ieder’ verklaard.
    4 - De Gazette 1645, no. 34, dd. 25 maart 1645, gaf in een nieuwsbericht ‘D'Amsterdam, le 13 Mars 1645’ ruchtbaarheid aan de breuk: ‘La Compagnie des Indes Orientales a esté cassée: ce qui cause beaucoup de trouble parmi nos marchands. Mais on dit qu'il se presente déja d'autres personnes qui veulent restablir cette compagnie, faisans à cette fin des offres beaucoup plus avantageuses que la précédente’.
    5 - De Franse dichter en filoloog François Guyet (1575-1655) (DBF XVII, kol. 396) hekelde in het gedicht ‘In cervisiam’ de Bataafse dichters (no. 4346 (dl. X), no. 5793 (dl. XIII), en BG no. 303). Een fragment van het ‘biergedicht’ nam Grotius op in zijn Rivetiani Apologetici, pro schismate contra Votum pacis facti, discussio (1645) in de Opera omnia theologica III (BG no. 919), p. 739 r. 50B: Hinc Batavi, fumis Cerealibus ebria turba, Carmina tot Musis inficianda vomunt. Ipse Pater Phoebus stultae ludibria gentis Ridet, et has poenas impietatis habent.
    6 - Grotius' kritiek op Cerisantes' Ode ad eminentissimum cardinalem Julium Mazarinum, in serenissimae ... principis Christinae Suecorum, Gothorum et Vandalorum reginae effigiem ipsi donatam, Parijs 1645, vormde de aanleiding tot een gedachtenwisseling over het verval van de dichtkunst in de Republiek.
    7 - Heinsius (infra, n. 11) en Grotius hielden de traditie van hun Leidse leermeester Josephus Justus Scaliger († 1609) in ere.
    8 - De dichter Joost van den Vondel moest zich verweren tegen aanvallen van de Amsterdamse poëtasters (rijmelaars).
    9 - Boven het woord ‘sonores’ schreef Grotius: ‘(sonor)os’.
    10 - Willem de Groot had zijn broer een aantal vragen gesteld over de consequenties van de verheffing van de Poolse prins Jan Kazimierz tot kardinaal; zie nos. 7300 en 7338.
    11 - De Leidse hoogleraar Daniël Heinsius vroeg zich af of hij de venijnige ‘observationes’ van de Franse predikant Jean de Croï (Croy) op zijn Aristarchus Sacer, Leiden 1627, en Sacrarum Exercitationum ad Novum Testamentum libri XX ... Quibus Aristarchus Sacer... emendatior nec paulo auctior indicesque ... accedunt, Leiden 1639, moest beantwoorden (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 357-359). In de zomer van 1645 stuurde hij het verdedigingsschrift Pro Daniele Heinsio adversus Joannis Croii calumnias Apologia necessaria naar de drukker (Bots-Leroy, o.c. III, p. 194-195).
    12 - De jezuïet Denis Petau ging voorbij aan de calvinistische kritiek op zijn Theologica Dogmata, Parijs 1643-1644.
    13 - De XXVIIIste nationale synode te Charenton had de predikant David Blondel, ‘professeur honoraire’ te Parijs, een jaargeld van 1000 francs toegekend (Actes ecclesiastiques et civils de tous les synodes nationaux, ed. J. Aymon, II, p. 692-693).
    14 - De ambities van Grotius' tweede zoon mr. Pieter de Groot.
    15 - Het nieuws over de arrestatie van de musketier Armand-Jean de Peyre, graaf van Troisvilles (Tréville); de Napolitaanse troepenlichtingen voor de strijd in Spanje en de oorlog die de Sultan de Maltezers wilde aandoen.
    16 - Frederik Hendrik herinnerde de Staten-Generaal aan hun belofte om na de erkenning van de ‘eer en tytulen’ het vertrek van de Staatse delegatie naar Munster te bespoedigen.
    17 - De instructie voor de ‘besendinge’ kwam op 28 oktober 1645 tot stand. Op 11 januari 1646 maakten de acht Staatse gevolmachtigden eindelijk hun opwachting in Munster (Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 175-179, p. 201-204 en p. 213).
    18 - De Hoog Mogenden stelden een bedrag van 100000 gulden beschikbaar (Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 201, en Aitzema (fo) III, p. 44).
    19 - De Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien hadden de Zweden niet betrokken bij de totstandkoming van hun ‘propositio Ia’, dd. 24 februari 1645.
    20 - Op 22 maart 1621 ontsnapte Grotius in een boekenkist uit het slot Loevestein.