Mijnheer,
Monsieur de Treville,2 die den quaden tijd van den cardinael de Richelieu was vrij gepasseert3 ende onlancx in de Bastille was gestelt om wat te hoochdragende woorden, is weder in vrijheit gestelt. Men heeft hier nieuws elcke muy wijns4 beswaert met veertich
644
stuvers. Maer het meeste geld werd genomen bij advance uit het incomen van de aenstaende jaeren 1646 ende 1647.5 't Parlement van Parijs heeft de grootste reputatie niet behaelt, doordien zij in de taxe over de rijcken haerselve hebben willen eximeren.6 De mescontentementen doorgaens in de parlamenten zijn groot.7 Den hertogh van Orleans is gegaen nae de wateren van Bourbon;8 zal wedercomen in Mai om dan te gaen nae Vlaenderen. Den prins van Condé is gegaen nae Bourgogne.9Den hertogh van Anguien is noch niet gereed om nae den Rijn te vertrecken.10 Den marescal de Turenne heeft bijeengehaelt ontrent tienduizent man; is den Rijn gepasseert bij Spier.11 De Beierschen schijnen hem niet [te] vresen, hebbende haere meeste trouppe bij Canstad.12 Eenige advysen zeggen dat de Beierschen het blocus van Nagold13 hebben verlaeten; oock de steden Pfortzheim ende Bretten,14 die bij den marescal de Turenne zoude zijn bezet, wiens principale quartier zoude zijn bij Wiseloch.15 Eenige compagnië[n] van de guardes ende anderen zijn gezonden om 't belegh van La Motte te verstercken. Die van binnen hebben een uitval gedaen ende daerinne tweehondert van de haeren verloren.16 Men zegt noch dat den hertogh van Lorraine comt tot ontzet ende dat Marsyn
645
met eenige goede regimenten hem tegen zal gaen.17 Zoo 't ontzet geluckt, zegt men dat den hertogh wil gaen dienen den coning van Engelant, 'twelck ick niet licht en gelove,18 alsoo den keizer ende Spaignie in deze tijd hem goede quartieren ende conditiën zullen presenteren, volck overal zeer van noode zijnde. In Vlaendere hooren wij dat de ruiterie wat is herstelt; dat noch tweeduizent man te voet ende tweehondert paerden werden aengenomen. Dat Lamboi is gearriveert bij Ipres, alwaer het principale rende[z]-vous is;19 Buquoi doot,20 vier Spaignaerden gevangen als geattenteert hebbende op het leven van Piccolomini.Den grave van Harcourt werdt gezegt het leger in Catelagne versterckt te hebben van tienduizent man.21 Roses is van 't begintzel af van deze maent belegert.22 De stadt werdt gedefendeert bij don Diego Cavallero, die voordezen gouverneur is geweest van Perpignan.23 De Fransche schepen ende galeien zijn ten deele gearriveert, ten deele gaen daer nae toe. Hier werden verwacht Sappipha ende Zinches, ambassadeurs uit Polen,24 om de princesse Marie te haelen.25 Den paus geeft aen den coning van Polen
646
hoope van Vizcomte,26 die bij denzelve coning was gerecommandeert geweest, cardinael te maecken.27De vergadering die tot Francfort tot noch toe is geweest, is geresolveert te gaen nae Osnabrug ende Munster, waertoe den hertogh van Beieren veel heeft geholpen. De aggreatie van den keiser werdt hierop verwacht, die daertoe niet en zal comen dan door nood.28 Men gelooft tot Francfort dat den marescal Torstenson om den ‹Rijn› Donau te passeren29 wacht den tijd dat de paerden goed voer zullen hebben ende dat den prince Rakozzy hem naerder zal comen.30 Men hout daer Brin ende Cremze belegert bij de heer Torstenson, de reste van Mehrenland in de macht der Sweden, Behmen ontbloot van 's keisers volck, die alles zullen doen om 'tgunt over den Donauw is te bewaeren. Waertoe zij hoope hebben omdat een notable ambassadeur uit Turckie tot vastmaeckinge van de tractaten werdt verwacht31 ende aen de prince Rakoczy van 's keisers wegen den cancellier van Hongarie is gezonden met conditiën weinigh verschillende van deghenen die denzelve prins voordezen heeft voorgeslagen.32 Werdt oock bij de keiserschen gearbeit om de Hungaren te vereenigen ende daerdoor aen de Sweden de passagie over den Donau ende lichtinge van volck in de patrimonaele landen van het huis van Oostenrijck te beletten. Zij hoopen haest bijeen te hebben veertienduizent paerden,33 ende uit Stiermarck vierduizent te voet, drieduizent te voet uit opper-Oostenrijck. Den eertshertogh Leopold was te Lintz om op de zaecken aen de Ens te passen.34 Den churfurst van Mentz handelt met de Hessische over de neutraliteit van Ameneburg ende andere plaetzen.35 Hij ont-
647
fangt alsnoch zijne pensionen uit handen van een Spaensche pagader36 tot Wenen, welcke stadt van provisie van vivres ende soldaten wel werdt voorzien. Eenige Fransche compagniën zijn bij die van Lutzenburg overvallen.37De Turcsche sultane werdt gezegt een vierde zoon gebaert te hebben.38 De keiserschen werpen de schuld van den ongeluckigen slagh zeer op den hertogh van Beieren, zeggende dat men wist dat hij zijn volck haest thuis wilde roepen ende dat men eer zulx geschiede genootzaect is geweest de slagh te hazarderen.39
Uit Engelant werden wij onderecht dat duizent paer pistolen, veele andere wapenen ende gelt zijn gezonden van Londen nae het Schotsche leger.40 Dat in 't landt van Galles zevenduizent man bijeen zijn voor het parlement ende verstercking verwachten onder den colonel Massei.41 Dat Farfax twaelffhondert paerden hadde gezonden om te verhinderen dat Pontfraict bij de coninclijcke niet en werde ontzet.42 Dat vierduizent man ten deele te voet, ten deele te paerd haer gevoecht hadden bij den colonel Breweton bij Manchester. Dat die van Newarck uitgetrocken zijnde met twaelffhondert paerden, tweeduizent te voet de stedekens Granshan en Dardis hadden vermeestert.43 Dat den prince van Galles in Vrancrijck zoude comen, werdt bij veelen gezegt, bij veelen oock niet gelooft.44
18 April.
648
Een brief die ick crijgh van mijn zoon geschreven uit Philipsburg den 6 April45 zegt dat den marescal de Turenne was te Pfortzheim. Dat alle de Fransoisen den Rijn waeren gepasseert, uitgenomen drie regimenten ruiterie.46 Dat de Beiersche waeren aen beide zijde van de Neckar. Dat Marsyn om op den hertogh van Lorraine te passen bij zich had dertich compagnië[n] te paerd.47 Andere advysen leeren ons dat den hertogh van Beieren sterckt ende provideert Offenburg, Stolhove, Lichtenau ende eenige andere plaetzen.48 Dat de Fransoisen uit Weilburg getrocken Kirperg hebben ingenomen.49 Dat Roses in Catelagne belegert werdt bij negenduizent man, gedefendeert bij zeventienhondert.50 Dat den Persaen Bagdet belegert.51 Uit Engelant dat 's conincx volck van Excester eenigh volck van Waller hebben geslagen ende die van prins Robbert ende Mauris eenige van Breuilton.52 Uit Ierlant dat de roomschgezinden het fort van Dunkanan met eene goede haven hebben becomen53 ende belegeren Jeoghil.54
Adres: Mijnheer/mijn heer van Reigersberg, eerste raed in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port 10 st.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den XVIII April 1645 uyt Paris.