eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    7444. 1645 juli 5. Aan A. Oxenstierna.1

    Excellentissime et illustrissime domine,

    Beneficiis summis Excellentiae vestrae in me et hoc accessit, quod adiutus eius diplomate feliciter Stockholmiam perveni;2 ubi literas reperi coniugis meae, datas XX Maii novi Calendarii,3 quae inter res alias nuntiant illustrissimum dominum baronem Ericum

    681

    Oxenstiernam et bene valere et a principibus benignissime exceptum.4 Sed cum et haec et alia Excellentia vestra literis citius istuc perlatis cognoverit, nihil ferme est quod addam, nisi dominum Ormium de Granges5 ire, ut augeat numerum illorum sane multorum, qui dominis legatis Gallicis consilio et opera ad pacem aut promovendam aut disturbandam adsunt.6

    Deus, excellentissime et illustrissime domine, det ut Excellentiam vestram publicis negotiis bene confectis brevi hic sospitem videam,7

    Excellentiae vestrae devotissimus cultor,
    H. Grotius.

    Stockholmiae, XXV Iunii 1645.

    Adres: Excellentissimo illustrissimoque domino/domino Axelio Oxenstiernae, reginae regnique Suedici magno cancellario, senatori et legato.

    Bovenaan de brief in de copie te Dresden: Joanni [sic] Oxenstiernae.

    Notes



    1 - Hs. Stockholm, RA, E 607. Eigenh. oorspr. Gedrukt Meerman, Epist. (BG no. 1222), p. 271, en Oxenst. Skrifter 2. afd., IV, p. 540 no. 580. De tekst is ook bekend van copieën aanwezig te Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 265; te Hamburg, Staats- und Universitätsbibl., Sup. ep. Uffenbachii et Wolfiorum, 42, 26 en 4o 38, 13; te Hannover, Niedersächs. Landesbibl., ms. XII, 746, f. 17; te Kopenhagen, KB, coll. Thott, 504, 2o, p. 111; en te Linköping, Stifts- och Landsbibl., Br. 4b, 165 en Br. 24, 123.
    2 - Grotius kreeg op 26 juni te Kalmar een geleide voor zijn reis naar Stockholm. Op de 5de juli liet zijn Zweedse ‘aide’, mogelijk Erik von der Linde (no. 6425 (dl. XIV), en Brandt-Cattenb., Leven II, p. 405), de koets halt houden voor het gastenverblijf van de buitenlandse gezanten in Stockholm.
    3 - De brief is niet teruggevonden. In augustus 1644 had Grotius de ‘tourist’ Erik Axelsson Oxenstierna (1624-1656) geholpen aan aanbevelingen voor een ‘tour’ langs de Italiaanse steden (nos. 6944, 6989, 6990 en 6991 (dl. XV), en SBL XXVIII, p. 532-534). In november 1644 bracht de kanselierszoon een bezoek aan Rome (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 475). Kort na Grotius' vertrek uit Parijs verscheen hij voor de poort van de Zweedse ambassade in de rue des Saints-Pères. Tot haar spijt moest Maria van Reigersberch de reiziger doorverwijzen naar de residentie van de koninklijke commissaris Marc Duncan de Cerisantes.
    4 - Koning Lodewijk XIV en de regentesse Anna van Oostenrijk schonken de zoon van de rijkskanselier een met diamanten bezette gouden doos waarin zich hun portretten bevonden. Ook de kardinaal onthaalde de jongeman opvallend hoffelijk (nos. 7448 en 7454, en Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 345, p. 425 en p. 501).
    5 - Jacques Loys (Louis) de La Grange, heer van La Grange-aux-Ormes, kamerheer van koning Lodewijk XIII, ontving in 1632 de benoeming tot Frans gezant in Duitsland en Zweden (no. 1770 (dl.V)). De gezant verliet in 1640 de diplomatieke dienst (no. 4471 (dl. XI), en Dictionnaire de la Noblesse VI(12), kol. 494). In april 1645 stond hij op de nominatie voor de opvolging van Claude de Salles, baron van Rorté, als Frans resident te Osnabrück. Nadat de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna zijn bezwaren tegen deze benoeming kenbaar had gemaakt, lieten de Fransen het oog vallen op de eerste commies Jean de La Barde (ca. 1603-1692), markies van Marolles (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 345, p. 366 en p. 817, en Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 636).
    6 - Het Franse staatssecretariaat van buitenlandse zaken hield rijkskanselier Axel Oxenstierna lang in onzekerheid over de ambassade van Claude de Salles, baron van Rorté, naar het hof van koningin Christina (no. 7440). Na de vrede van Brömsebro (13/23 augustus 1645) maakte de graaf van Brienne een einde aan alle gissingen over een uitwisseling van ambassadeurs. Weldra kreeg de Zweedse resident Marc Duncan de Cerisantes met de benoeming van Pierre-Hector Chanut (ca. 1600-1662) tot Frans resident aan het hof van koningin Christina een tegenhanger van gelijke rang in Stockholm (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 662, en Hist. de l'adm. des affaires étrangères de Suède, p. 112-114).
    7 - Het weerzien zou nooit plaatsvinden. Op 12 augustus verliet Grotius, aan boord van een vrachtvaarder, het Zweedse koninkrijk.