eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    614

    7400. 1645 april 1. Aan J. Oxenstierna.1

    Illustrissime et excellentissime domine,

    Literas Excellentiae vestrae et illas priores et has posteriores datas XXVII Februarii vetere Calendario recte accepi. Miror Gallos legatos excusatione uti maluisse quam non admittere quod excusandum esset.2 Quod eius factum est, casu fieri non potuit, neque credibilis est promissi recenter facti oblivio.3 Puto eos voluisse praecerpere gloriam curae pro Germanica libertate, ut Suedi aut eorum vestigiis cogantur insistere, aut odium subeant desertae causae propter quam arma suscepta dicuntur.4 Quae Germani Gallis responderunt, videntur mihi non iniqua.5

    Ego iussus reginae nostrae literis, quarum exemplum Excellentiae vestrae misi octavo ante hunc die,6 valedixi reginae regenti,7 sed cum regina propius me venire iubeat nec locum designet, rogavi rogoque iterum Excellentiam vestram, ut aut eius beneficio discam quid gratissimum sit futurum reginae, aut consilio instruar quod mihi iter capiendum sit,8 et si Osnabrugam, ut literas habeam tuti itineris a legatis eorum per quorum

    615

    terras mihi erit transeundum. Gaudeo Germanorum principum et civitatum legatos adesse frequentes9 et Ansiaticam controversiam conquiesse.10

    Deus, illustrissime et excellentissime domine, Excellentiam vestram sospitet,

    Excellentiae vestrae perpetuo serviturus ipsius merito,
    H. Grotius.

    Calendis Aprilibus novi Calendarii anni 1645.

    Adres: Illustrissimo excellentissimoque domino/domino Johanni Oxenstiernae, reginae regnique Suedici senatori et summa cum potestate ad pacem legato, etc., libero baroni in Kymitho, etc.

    Bovenaan de brief in de copie te Dresden: Joanni Oxenstiernae.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): Baroni Oxenstiernae, plenipotentiario.

    Notes



    1 - Hs. Stockholm, RA, E 951, coll. J.A. Oxenstierna ser. B II. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist., p. 747 no. 1748. De tekst is ook bekend van copieën aanwezig te Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61, 276; te Kopenhagen, KB, coll. Thott, 504, 2o, p. 353; en te Linköping, Stifts- och Landsbibl., Br. 23, 91 en Br. 24, 119. Antw. op no. 7341, dd. 19 februari/1 maart 1645, en no. 7354, dd. 27 februari/9 maart 1645; beantw. d. no. 7428.
    2 - Op 24 februari/6 maart was de Franse gevolmachtigde Abel Servien in Osnabrück verschenen om een einde te maken aan de gissingen over de ‘propositio Ia’, dd. 24 februari 1645: ‘pour faire cognoistre à messieurs les ambassadeurs de Suède les raisons et la verité de tout ce qui s'est passé’ (Acta pacis Westphalicae; Die Französischen Korrespondenzen II, p. 172).
    3 - De Franse gevolmachtigde Claude de Mesmes, graaf van Avaux, had tijdens zijn verblijf in Osnabrück (4-9 februari) ingestemd met een Zweeds verzoek om de aanbieding van de vredesvoorstellen nog enige weken uit te stellen.
    4 - Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius accepteerden uiteindelijk de verklaring dat de ‘propositio Ia’ een door de regering in Parijs voorgeschreven aanvulling was op de eerste Franse propositie, dd. 4 december 1644 (nos. 7353 en 7354). Na dit incident herstelden de Franse en Zweedse gevolmachtigden de samenwerking: op 1/11 juni 1645 verenigden zij zich in een gelijktijdige openbaarmaking van hun ‘propositiones de pace’ (Meiern, Westphälische Friedens-Handlungen I, p. 439-448).
    5 - De keizerlijke gevolmachtigden Johann Ludwig, graaf van Nassau-Hadamar, en dr. Isaac Volmar hadden op 10 maart hun antwoord op de Franse ‘propositio Ia’, dd. 24 februari 1645, overgedragen aan de Munsterse bemiddelaars Fabio Chigi en Alvise Contarini; zie nos. 7365 en 7379.
    6 - Grotius' brief aan de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna, dd. 18 maart 1645 (no. 7374).
    7 - Op maandag, 27 maart, had Grotius afscheid genomen van koning Lodewijk XIV en de regentesse Anna van Oostenrijk.
    8 - De teruggeroepen ambassadeur (no. 7242) wilde gebruik maken van de postroute over Keulen naar Munster en Osnabrück. Op 17/27 april - een dag na Grotius' vertrek uit Parijs - gunde de Zweedse gevolmachtigde zich de tijd om te reageren op Grotius' verzoek (no. 7428).
    9 - Een groot aantal Duitse vorsten en standen had reeds gehoor gegeven aan de Franse en Zweedse uitnodigingen ter vredesconferentie.
    10 - De mislukte visite van dr. David Gloxinus (Lübeck), Liborius von Line(n) en dr. Gerhard Koch (Bremen) en dr. Johann Christoph Meurer (Hamburg) aan de Munsterse residentie van Abel Servien (no. 7324). Op voorstel van Reinhard Scheffer, de gevolmachtigde van de landgravin van Hessen-Kassel, herstelde de op zijn eer beduchte Fransman in zijn Osnabrücker logement het contact met de vertegenwoordigers van de Hanzesteden (Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen II, p. 216).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]