eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7450. 1645 juli 25. Aan N. van Reigersberch.1

    ... in een brief... [Stockholm, dd. 25 juli 1645], den laatsten dien wij hebben van zijn hand aan zijn zwager, leest men een aanmerkelijk bewijs van zijn doorzicht in de zaken van dien tijdt. Na hem geschreven te hebben:

    'tGeen mij meest mishaagt, is dat alles hier zoolang wordt gesleept.2 Buttein is noch

    691

    hier om de zaken van 't parlement te vorderen.3 Door onderrechting aan de vrinden doe ik wat ik kan voor den koning en de bisschoppen.4 Ik heb ook de koninginne gezegt dat de parlementarissen den vrede niet zoeken.

    voegt hij daar wijders bij:

    Dat Vrankrijk Duinkerken zal aantasten geloof ik wel.5 Maar de prins van Oranje behoort, dunkt mij, Oostende aan te tasten, alzoo die occasie niet weder zal komen,6 zoo eens in Engelandt vrede word gemaakt. Voor naar Antwerpen te gaan,7 zoude Hulst dienen genomen.8

    Notes



    1 - Gedrukt Brandt-Cattenb., Leven II, p. 406.
    2 - Een klacht over de besluiteloosheid aan het hof van koningin Christina van Zweden; vgl. no. 7452.
    3 - Kolonel Christopher Potley (‘Buttein’) overhandigde de koningin het antwoord van het ‘Committee of Both Kingdoms’ op haar aanbod om een alliantie ‘contra quoscunque’ met de Parlementen van Schotland en Engeland aan te gaan; zie no. 7443.
    4 - Grotius had steeds geijverd voor een koninklijke Frans-Engels-Zweedse alliantie tot herstel van de keurvorstelijke familie in de Palts. Een van de weinige Zweden die koning Karel I van Engeland een overwinning toewensten, was de hofpredikant Erik Gabrielsson Emporagrius (no. 5858 (dl. XIII), nos. 6210, 6275, 6290, 6318 (dl. XIV) en no. 6762 (dl. XV), en SBL XIII, p. 440-448).
    5 - Het leger van de ‘generalissimus’ Gaston van Orléans maakte na de inname van Linck (Lynck) (23 juli) en Bourbourg (9 augustus) een omtrekkende beweging. De eer van de verovering van Duinkerken viel een jaar later toe aan Louis II de Bourbon, hertog van Enghien.
    6 - Frederik Hendrik had zijn ‘groot desseyn ende entreprinse’ moeten afstemmen op de Franse krijgstocht naar Vlaanderen. Een aanval op Oostende stond niet op zijn lijst van te belegeren steden (Antwerpen, Brugge of Hulst).
    7 - Het leger van de Zuidnederlandse ‘gouverneur des armes’ Ottavio Piccolomini had zich ingegraven in de forten en stellingen rondom Antwerpen (Correspondance d'Estrades I, p. 261 en p. 263).
    8 - De prins nam op 4 november 1645 de capitulatie van het Spaanse garnizoen van Hulst in ontvangst.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]