eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    2686. 1636 juli 24. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    Alle uE. brieven lang verwacht, sijn teffens overgecomen ende mij behandigt vanwegen Euskercke2 ende Abbesteeg3, d'heer Paeuw4 nu eerst over drie dagen nae Rouaen sijnde vertrocken, soodat ick ontfangen heb uE. brieven aen mij ende mijn huisvrouw van den 95, 166, 227, 30 Juny8 ende van de 7 July9. Ick dancke uE. van de advysen ende de moeyte in mijne saecken.

    Wat mijnheer Spierinck10 belanckt, ick sal hem onderrechten, dat mijnheer den rijcxcancellier11 mij sooveel als ick stel, heeft toegeleit voor reisgelt ende 't een door 't ander gereeckent is, daer geen proffijt bij te doen, alsoo 't hier in de herbergen groff gaet. Ende ick heb de reisen niet uit lust aengenomen, maer door last, gelijck oock het senden van boecken etc. Ick ben wel bereidt voortaen te Parijs te blijven, meene ick, dat die occasie niet veel weder comen en sullen. Hij weet self best, wat het is van reisen. Ende de landcoets, die vrij wat beloopt, had ick door sijne last gehuirt. Als ick dat al ontfang, sal ick daer geen proffijt bij doen. Op XXm gulden gagiën heb ick altijd reeckening ende niet geweten, dat mijnheer Camerarius12 minder had. 't Huis alleen cost 2400 gl. 's jaers. Groot verschot is lijdelijck voor deghene, die in de goede tijden geweest sijn ende proffijt hebben gedaen. Dat ick sooveel meublen heb moeten coopen ende daermede 't interest van mijn gelt missen, is schade genoech voor mij.

    Ick sende uE. de brieven open aen mijnheer Basius13 ende Graswinckel14 om die te leveren off mondeling de excuse, soo best oorboir sult vinden nae gelegentheit van saecken.

    Nopende Rotterdam15 can niet wijcken van 't gunt voor desen is geschreven16 ende ben bereidt de saecke aen arbiters te stellen, al waer het, dat sij den president

    283

    Cromhout17 ende den raedsheer Couwenburg18 wilden nemen ende wij twee anderen.

    De boecken ende papieren bij de Metersman19 gelaeten, sullen mij hier noodigh sijn. UE. gelieve daertoe te helpen. Soo het coffer ons niet en is, sullen het ten eerste weder senden.

    Men vindt hier vremd, dat in soodaenigen occurrentie van oorlogh ende van vrede d'heer Paeuw werdt vanhier genomen, hebbende soo treffelijcken tractaet gemaect20. Hij heeft den ambassadeur van Venegie21, daer hij te voren in questie mede was, nu op 't vertreck besocht. Denselve ambassadeur van Venegie claegt, dat in Hollant aen comte Pompeio22, die bij de Republyck was ontboden, sijne compagnie is afgenomen, daer hij twee broeders23 had in actuelle dienst aldaer ende om veel redenen faver meriteerde. Mijnheer den cardinael24 heeft willen toonen, hoe aengenaem mijnheer Paeuw hier was hebbende tot sijnen aensien de twee derde paerten laeten volgen aen de schippers, welcker schepen als nae Spangnie gaende waeren geconfisqueert. Hij staet hier wel ende hoopt metter tijdt in Hollant sijne saecken te rechten ende noch eens uit de camer te springen.

    Hertogh Bernhard25 heeft mij met sijn eigene hand geschreven26 het innemen van Savern den 16 deser27, Galas28 vier mijlen van Savern sijnde tot Drusenheim, daer oock den coning van Hongeren29 is gecomen. Hochbar ende Obereenheim sijn mede overgegaen. Dolen blijft belegert bij mijnheer den prins30 ende Bar bij den vijant. De Switsers sitten noch stil.

    In Picardië is den vijant sterck, soo mons.r de Bressé31 schrijft, 16m paerden, 14m te voet; de Fransoisen 24m te voet, 4m paerden. Nae Capelle is bij den vijant niet verovert. Guise werdt met 9m man gedefendeert.

    In Italië is niet gevordert nae de slagh aen de Tecine ende den hertogh van

    284

    Rohan32 soude wel wat groots doen, maer heeft gebreck van gelt ende de affecties van de Grisons beginnen hem te manqueren, omdat de Fransoisen haer daer seer meester maecken ende om den paus33 te behaegen de religie hebben gebannen uit de Valteline34.

    De Fransche vloot hooren wij noch niet van Belle Isle te sijn vertrocken. Veele meenen het principale desseing geweest te sijn van mijnheer den cardinael hemselve van dat eilant, sijnde van importantie ende den hertogh van Retz35 toecomende, te verseeckeren.

    Den Turc36 heeft werck met den Persiaen37, die Revan weder heeft ingenomen, ende sal daerom de saecken van Bethlehem Gabors neef38 in Sevenbergen niet connen behartigen.

    Die instantie van den ambassadeur van Venegie39, daer uE. van schrijft40, soude wel vanhier connen sijn geprocureert om te sien, off men tijd soude connen winnen ende Manlius41 weder hier doen comen.

    Aen Calaber42 wilt onse gebiedenisse doen.

    Van Crayenburg43 dunct mij, dat onse voorslagh niet quaed en waer. Maer soude eerst het advys van de heer Wijts44 ofte anderen daerop connen werden verstaen.

    De opening van de licenten vind ick gefundeert ende doe mijn best, dat de saecke van Luick hier mochte werden beharticht, ende wensche, dat sulcx oock daer geschiede.

    Nopende de judicature van den Raedt van State, mij en dunct niet, dat daervan appèl behoort te vallen, maer ten uiterste revisie in saecken van gewichte door requeste aen de H. Staten-Generael, hoewel ick weet, oock in onsen tijdt anders is gepractiseert, maer om de authoriteit van de Staten-Generael te vergrooten, als nae recht ofte reden.

    Verlange te weten, hoe het tusschen de Engelschen ende de buisen sal passeren. Hier is men te onvrede, omdat de Engelschen vier schepen van Calis in Vrancrijck hebben genomen, in revenge van de haeren bij de Fransoisen genomen, omdat sij nae Spangnie oft Vlaenderen gingen iure belli, volgens het oude sustenu van de Engelschen.

    Ick hadde vergeten nopende mijne reeckening, dat mijnheer den rijcxcancellier gewilt heeft, dat ick mijne costen soude senden aen mijnheer Spierinck ende die

    285

    soude aen mijnheer den cancellier rapport doen, sonder anderen daermede te moeien.

    Mij is lief d'eer, die de heer Brasser45 is geschiet ende vinde, hij niet quaelijck en heeft gedaen sich te excuseren. Ick sie claerlijck, dat Thucydides46 geen sin heeft in 't coocken van Stesichorus47, daer Rijs48 het principael sal sijn. Hij can met eere op de Aerdbesie49 nae gelegentheit letten. Ick meene noch, dat op sijn wedercomste goed soude sijn iemant daer waer van Cimon50. Vindex51 sent stadigh boden52 nae Rome53 op dat stuck. Elck let op 't sijne.

    't Ontset van Hanouw is magnefycq geweest. Ende sal voortaen gelet werden op de conjunctie van de overrijnsche ende binnenrijnsche armeën.

    Mijnheer de rijcxcancellier gaet nae Sweden, maer niet om lang daer te blijven. Wil de saecken van Duitschlant ten beste helpen beleiden in utrunque paratus54. Maer hij en wil hem niet vast maecken; is oock niet vast aen eenige Rijsluiden. 't Is gevaerlijck.

    Wilt mij eens adviseren, wat men daer oordeelt van 't huwelijck van de palsgravinne met den coning van Polen55. Men seit hier dat den Poolschen ambassadeur56 in Engelant rouw is bejegent, omdat hij van verandering van religie heeft gesproocken, 't welck seer incivyl soude sijn, 't en waer het geschiede om wel . . ens( ?) wille, 't welck ick licht soude geloven.

    't Is mij leedt, dat Calaber niet meer dancx heeft behaelt van Aelianus57. Ick wilde wel, dat Gracchus58 met Thucydides wel waer.

    Ick meen uE. mijn brief sal ontfangen hebben, daerbij ick uE. advisere59, dat de soon van den burgemeester Hartochvelt60 mij, doch wat laet, brieven had gebracht van sijn vader, die mij verseeckerde alles te willen bijbrengen, dat hij can tot accommodatie van onse saecke. 't Is mij leedt, dat ick de soon geen vrundschap heb connen doen, alsoo hij van Orléans hier sijnde gecomen datelijck wederom tooch, hoewel ick hem om veel redenen ontried nae Orléans weder te gaen.

    Ick sende uE. copie van mijn antwoord aen den hertogh van Weimar61, die voor Sabern de twede vinger heeft verloren van den slincker handt in een assaut.

    286

    Vaert wel, groet de vrunden Numerianus62, Fabius63, etc.

    Den 24 July 1636.

     

    In gevalle die van Rotterdam met mij accorderen: ick heb noch eenige papieren van importantie, die haer toecomen. Deselve wil ick haer dan garen weder geven, midts dat mij weder doen hebben, dat uit mijn comtoir tot Rotterdam door haer toelaetinge tegen recht ende reden is wechgehaelt.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 Iuly 1636 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R 2 k. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op o.a. nos. 2633, 2651 en 2663.
    2 - Johan van Euskercke, gezantschapssecretaris van de Republiek in Parijs; zie IV, p. 69 n. 13.
    3 - Willem Abbesteegh, van 1628 tot 1638 ambassadepredikant te Parijs.
    4 - Adriaen Reyniersz. Pauw.
    5 - Ontbreekt.
    6 - No. 2633.
    7 - Ontbreekt.
    8 - No. 2651.
    9 - No. 2663.
    10 - Petter Spiring Silvercrona, raad van financiën van Zweden.
    11 - De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    12 - Ludwig Camerarius, ordinarius ambassadeur van Zweden in Den Haag.
    13 - Rekenmeester mr. Johan Basius (Base).
    14 - Theod. Graswinckel; zijn brief van 12 mei (no. 2588) werd eerst op 24 juli (no. 2682) beantwoord.
    15 - Het betreft de pogingen door Grotius en namens hem ondernomen om zijn achterstallige salaris als pensionaris van Rotterdam alsnog uitbetaald te krijgen.
    16 - Zie bijvoorbeeld no. 2613 dd. 30 mei.
    17 - Nicolaes Cromhout, heer van Werkendam en Vrijhoeven (1561-1641), president van het Hof van Holland, destijds een van de 24 rechters.
    18 - Mr. Pieter Couwenburch van Belois, raadsheer in het Hof van Holland en een der 24 rechters.
    19 - Rogge, Br. Nic. v. Reigersb. vermoedt (o.c. reg. s.v. Metersman), dat met deze schuilnaam de Rotterdamse burgemeester Gerard Jansz. van Berckel bedoeld wordt; het feit, dat in voorgaande brieven zowel aan Van Reigersberch als aan Willem de Groot in verband met de gezochte boeken en papieren bij herhaling de naam van Cornelis Claesz. van Driel wordt genoemd, zou erop kunnen wijzen, dat de gebruikte schuilnaam hem betreft.
    20 - Het verdrag van Parijs van 8 februari 1635 namens de Staten door Adriaen Pauw en Johan de Knuyt met Lodewijk XIII gesloten.
    21 - Alvise Contarini di Nicolo, Venetiaans gezant in Parijs.
    22 - Graaf Lelio Pompei; hij was met verlof in Venetië, toen in 1636 zijn betrekkingen van majoor en van ritmeester vacant verklaard en aan anderen overgedragen werden.
    23 - Tomio Pompei kwam in 1624 naar de Nederlanden, diende drie jaren in de garde van de prins, werd gewond tijdens het beleg van Den Bosch in 1629 en trad later - na 1635 - in dienst van de keizer; Marco kwam in 1634 en werd kolonel der infanterie.
    24 - De Richelieu.
    25 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    26 - No. 2672 dd. 17 juli.
    27 - Vgl. betreffende deze datum no. 2681, p. 273 n. 7.
    28 - Matthias, graaf Gallas, generaal-majoor in dienst van keizer Ferdinand.
    29 - Ferdinand, zoon van Ferdinand II en later - in 1637 - als Ferdinand III diens opvolger.
    30 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    31 - Urbain de Maillé, markies van Brezé.
    32 - Henri, hertog van Rohan, luitenant-generaal van de Franse troepen in Graubünden en de Veltlin.
    33 - Urbanus VIII.
    34 - Vgl. verderop nos. 2867 en 2889; zie ook VI no. 2488, p. 545.
    35 - Henri de Gondi, hertog van Retz, markies van Belle-Isle; zie no. 2685, p. 280 n. 6.
    36 - Murád (Amurath IV).
    37 - Sefi (Sam Mirza).
    38 - Stephanus Bethlen von Iktar (Istovan).
    39 - Francesco Michiel.
    40 - No. 2663.
    41 - Adriaen Pauw.
    42 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    43 - Grotius' jongste zoon Diederik de Groot van Kraayenburg; hij had een militaire opleiding in het vaderland genoten onder de luitenant-generaal der artillerie Johan van den Bosch.
    44 - Over Jacob Wijts zie III, p. 80 n. 11.
    45 - Govert Brasser; vgl. no. 2624, p. 194 en n. 2 aldaar.
    46 - Schuilnaam voor Axel Oxenstierna.
    47 - Codewoord voor vrede.
    48 - Schuilnaam voor de paus.
    49 - Codenaam voor Zweden.
    50 - Codenaam voor de Staten.
    51 - Codenaam voor (de koning van) Frankrijk.
    52 - Dit woord staat in cijfer: 11.42.10.72.62.
    53 - In de tekst in cijfercode: 66.59.61.33.265.1006.
    54 - Vergilius, Aen. II, 62.
    55 - Het huwelijk tussen de Poolse koning Wladislas VII (IV) en Elisabeth, oudste dochter van de in 1632 overleden paltsgraaf Frederik V en Elisabeth Stuart, zuster van de Engelse koning, heeft geen doorgang gevonden.
    56 - Johan Zawadski.
    57 - Petter Spiring.
    58 - Frederik Hendrik.
    59 - No. 2659 dd. 4 juli.
    60 - Cornelis Cornelisz., zoon van Cornelis Jansz. Hartigsvelt; vgl. no. 2659, p. 242 n. 11.
    61 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    62 - Codenaam voor Amsterdam.
    63 - Schuilnaam voor Simon van Beaumont, Grotius' opvolger in het ambt van pensionaris van Rotterdam.