eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    413

    4752. 1640 juli 26. Van P. Spiring Silvercrona1.

    Mijnheer,

    U Excell.tz hoochaengenaeme comunicatie2 hebbe ick den 14 deser wel ontfangen, voor dewelcke ick mij hoochelijcken bedancke.

    Wat daerentegens men in Duytsland heeft is weynich schrijffwurdichs, alsoo men hoort, dat die met sijn Excell.tz den heer Bannier3 geconiungeerde armeën weder gesepareert sijn, ende den heer Bannier met sijn armee ontrent Mühlhausen, de Hessische armee op haere frontieren, die Lunenborgische oock op hunne frontieren ende de Wijmaersche in de Wetterauw om haer wat te ververschen sijn gegaen, alsoo dat soo haest daer niet notabels sal te vernemen sijn.

    De heeren ambassadeurs naer Sweden4 gaende hebben onderwegs wel gesocht de saecken van Dennemarcken door eenige voorsten ende heeren bij te leggen, maer alsoo deselve insonderheit van den voorst van Holsteyn5 meer disreputeerlijck als reputeerlijck sijn beiegent, hebben sij niets rechten connen. Waerdoor den heer Boreel uyt sijn eygen movement sijnen broeder den advocaet Boreel6 tot Hamburch geseth heeft, die op dese saecke soude passen ende aen haer Ho. Mo. alsoock aen de heeren ambassadeurs van alles advertentie doen, 't welck van haer Ho. Mo. niet wel wort opgenomen ende sijn haer Ho. Mo. besich met hunne instructie te examineren; hoe sulcx afloopen wert, moet men verwachten. Haere instructie, soo veel ick verneme, is maer in 't generael ende niet royael, alsoo dat ick presumere, indien sij geen naerdere instructie en crijgen, dat sij weynich, ja niets sullen effectueren; waermede sal eyndigen ende u Ex. in die protectie des allmogenden troulijcken bevelen ende verblijve

    u Excell.tz dienst- ende vruntwilligen
    Petter Spieringc van Norshollem.

    's-Gravenhaag, den 26 July 1640.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 24 Iuly7.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 13. Orig. eigenh. ondertek. Petter Spiring Silvercrona was resident en raad van financiën van Zweden in Den Haag.
    2 - Grotius' brieven aan Spiring van 1640 ontbreken.
    3 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    4 - Willem Boreel, Albert Sonck en Epo van Aylva.
    5 - Friedrich III, hertog van Sleeswijk-Holsten-Gottorp (1595-1659). Bovendien was er sprake geweest van bemiddeling door de aartsbisschop van Bremen, de latere koning Frederik III van Denemarken (1609-1670), en door Anton Gunther, graaf van Oldenburg; vgl. no. 4690 en no. 4735.
    6 - Abraham Boreel (1605-1664), rechtsgeleerde. In 1639 was hij advocaat van de Oostindische Compagnie geworden. De Staten-Generaal wensten hem niet als correspondent te Hamburg, daar deze taak al werd vervuld door Georg von Holte (Res. 21 juli en 11 aug. 1640).
    7 - Abusievelijk voor: 24 aug.