eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4850. 1640 september 24. Van P. Spiring Silvercrona1.

    Mijnheer,

    U Excellentz hoochaengenaemen ende seer waerden van den 15en deses2 is mij wederom den 22 selviges wel geworden; bedancke mij ten allerhoogsten voor de geduyrende ende goede comunicatie. Wat daerentegens deser oorten is passerende sal u Ex.tz gelieven hiernaevolgent te vernemen.

    In mijne voorgaende hebbe u Ex.tz ick geadviseert3, dat de desseynen van sijn Hooch.t den heere prince van Oragnen souden sijn het leger naer de garnisoenen te destineren, maer nu verstae ick, dat mons.r d'Estrade4 alhier bij haer Hooch Mo. is aenhoudende vanwegen Vranckrijck, dat haer leger in 't velt mochten continueren tot den eersten Novemb. om de desseynen, die Vranckrijck noch schijnt voor te hebben, te beeter te connen effectueren, maer ick twijffele aen het succes.

    Alhoewel mijn hoope geweest is, dat tegens deser tijt yets hooftsaeckelijchs bij de coninck. Sweedse ende de keyserlijcke armee soude voorgegaen sijn, soo is daer noch evenwel niets sonderlinge gepasseert. Den eertshertoch Leopol5 ende Picolomini6 schijnen alleen dat secours van Geleen7 te verwachten, 't welck men van diverse plaetse begroot op 8000 man, ende meent men 't selve all met haer geconiungeert soude sijn, alsoo dat aen beyden zijden haer het waeter tot aen de gurgel schijnt te gaen. Men mocht eerlange mischien yets hooftsaeckelijck vandaer vernemen. Godt allmachtich dirigere de saecke alsoo, dat het te voorders tot sijnes naemens eer ende tot der gemeene saecke best moge gereycken. Amen.

    Van de heeren ambassadeurs in Sweden8 verneme ick sooveel als souden deselve goede hoope hebben tot goede expeditie ende naer haer meeninge souden deselve sich all prepareren tot haer weder terugchecomste; haer verrichtinge hebbe ick noch te vernemen, dan ick noch meer niet als dat in mijne voorgaende u Ex.tz geadviseert hebbe vernemen connen, dat ick dan niet mancqueren sal u Excell.tz te comuniceren.

    Hiermede versoecke ick oock dienst., dat u Excell.tz met den eersten mij doch met een notitie te berechten gelieve, hoe sich de coninck. scheepen van Vranckrijck, Engelland,

    533

    Spangiën, Dennemarcken ende van desen staet comporteren in 't rescontreren den een den ander in d'openbaere zee ende den een in des anderen haven comende ofte verbij deselve passeren, hoe, wanneer ende waer zij een voor den anderen strijcken ende de vlaggen intrecken9. U Ex.tz sall mij vrundschap ende dienst daermede doen, 't welck ick bij occasie mij gerne wederom schuldich erkennen sal.

    Waermede verblijve naer u Ex.tz godelijcker protectie bevoolen hebbende,

    u E. dienst- ende vruntw.

    Haagh, den 24 7bris 1640.

    In dorso schreef Grotius: 24 Sept. 1640. Spierinck.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 13. Orig. Niet ondertek. Petter Spiring Silvercrona was resident en raad van financiën van Zweden in Den Haag.
    2 - Grotius' brieven aan Spiring Silvercrona van 1640 ontbreken.
    3 - No. 4838 dd. 17 september.
    4 - Godefroi d'Estrades.
    5 - Aartshertog Leopold Wilhelm.
    6 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    7 - Gottfried Huyn, graaf van Geleen, keizerlijk bevelhebber.
    8 - Willem Boreel, Albert Sonck en Epo van Aylva.
    9 - Deze vraag staat in verband met het vlagincident bij Hellevoetsluis; vgl. no. 4781.