eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4869. 1640 oktober 8. Van P. de Groot1.

    Venerande parens,

    Mitto ad te binas hasce fratris2 literas, quarum alteras hodie, alteras iam praeterito die Martis accepi.

    555

    Mater3 etiamnum in Zelandia contrariis ventis detenta haeret. Palatinus princeps4, qui his diebus cum regina5 Hagam venit, voluit matri eam navem offerri, qua ipse e Galliis huc delatus est. De iis crastino die, quo profecturus in Zelandiam est tabellarius, ad eam scribam.

    In sororis causa6 scriptitavi; oro, ut, si quid in ea suppeditare etiamnum potes, ad nos mittas.

    Deus, venerande parens, et saluti tuae et conatibus omnibus faveat.

    Tibi obedientissimus filius
    P. Grotius.

    Hagae Com., 28 Sept./8 Octob. 1640.

    Adres: Monsieur monsieur Grotius, conseillier de sa Majesté de Suède et son ambassadeur près le roy très chrestien, à Paris.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 18 Oct.

    En in dorso: 8 Oct. 1640. P. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 26. Eigenh. oorspr.
    2 - Diederik de Groot. Hij bevond zich te Kassel, waar hij, tegen de zin van zijn vader, wilde dienstnemen in het leger van de landgravin van Hessen-Kassel (vgl. no. 4884, n. 1). Alleen zijn brief van 7 september, no. 4820, is bewaard gebleven.
    3 - Maria van Reigersberch keerde op 27 oktober terug in Parijs.
    4 - Karl Ludwig van de Palts.
    5 - Elisabeth Stuart, gewezen koningin van Bohemen.
    6 - Cornelia de Groot was verwikkeld in een proces met Adriaen van Naeltwijck met als inzet de erfenis van Oldenbarnevelts kleinzoon Jacob van Oldenbarnevelt, heer van Berkel en Rodenrijs; zie dl. X, no. 4119 en Register onder deze namen.