eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4884. 1640 oktober 20. Aan J. Baner1.

    Illustrissime domine,

    Cum discessisset ex hac vita maximus princeps dux Saxoniae Bernhardus2, filium3, qui inter nobiles domesticos ei fuerat, statim destinavi militiae sub ductu Excellentiae vestrae, quem inter hujus saeculi duces primum, et principis Bernhardi virtutibus nihilo minorem existimo. Fuit eo animo filius ad Batavos, sed ubi funeribus avi4, amitae5, materterae6 diu detentus tandem iter ad ea loca arripuit, in quibus bellum fortiter ac feliciter gerit Excellentia vestra.

    Quanquam ergo nihil tale meritus, audeo rogare Excellentiam vestram talem assignet militiam, quali ipsum parem judicaverit; quae hic et alibi geruntur, ea ex Batavis ad Excellentiam vestram perscribi scio alioqui neque huic neque ulli alteri parsurus operae, quam Excellentiae vestrae placere intelligam.

    Sed multis verbis agendum non est apud imperatorem, cujus omne tempus regni Suedici utilitatibus et gloriae debetur.

    Deus consilia actusque Excellentiae vestrae, illustrissime domine, semper prosperet.

    Excellentiae vestrae ad omnia obsequia
    promtissimus cultor
    H. Grotius.

    Lutetiae, 20 Octobris 1640.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 649. Vermoedelijk schreef Grotius deze brief naar aanleiding van de twee dagen eerder door hem ontvangen brief van zijn zoon Diederik, no. 4820 dd. 7 september. Deze meldde namelijk, dat een eerdere aanbevelingsbrief van Grotius aan de Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér hem, tezamen met zijn overige bagage, nabij Bremen was ontstolen; hij vroeg zijn vader een nieuwe aanbevelingsbrief, echter niet aan Banér, maar aan de landgravin van Hessen-Kassel, bij wie hij liever in dienst wilde treden. Blijkens o.m. no. 4802 dd. [25] augustus was het Grotius' wens, dat Diederik toch onder Banér zou dienen, waaruit dan ook het schrijven van deze aanbevelingsbrief, bijna vijf maanden, nadat Diederik uit Holland was vertrokken, kan worden verklaard. Diederik nam tenslotte dienst in het Franse leger onder Longueville; zie zijn brief no. 4882 dd. 17 oktober.
    2 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar († 18 juli 1639).
    3 - Diederik de Groot.
    4 - Jan de Groot († 3 mei 1640).
    5 - Adriana de Groot († 10 december 1639).
    6 - Suzanna van Reigersberch, weduwe van Dr. Anthonie Bloncke; zij was 1 februari 1640 overleden.