eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    557

    4871. 1640 oktober 8. Van N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Een lange interruptie hervatte ick naer mijn wedercomste in Den Hage doch met meerder genegentheyt als materie.

    De instantie bij den conynck van Vranckerijck gedaen om het leger dese lopende maent in 't velt te houden, niet connende mits de groote sieckten ende incommoditeyten van de soldadesque, worden in 't geheel naergecommen, heeft nochtans veroorsaeckt dat alle het leger bij regimenten in de steden van Den Bosch, Grave ende daerrontom gelegen in garnisoen is geleyt om hetselve in cas van dienst ofte noot in een dach twee, drie wederom bij den anderen te rucken.

    De ambassadeurs2 sijn op haer wedercomste uyt Sweden, alwaer sij vandaen schrijven haren last sulckx te hebben verricht, dat sij hopen contentement genomen sal word(en). Somyge interpreteren hetselve alsoff alles waer verricht, (maer) die weten [dat daeraen] gelegen is, [dat] men goude opinie hebbe van een goet besluyt, ende dat de ambassadeurs garen willen, [dat] men gelove sij wel hebben genegotieert, willen dat soo breet niet aennemen. Die het favorabelst interpreteren, meenen niet difficulteyt en heeft te vernieuwen een alliantie, die naer continuatie van vijfthien jaren was geëxpireert, maer andere (connen) niet begrijpen ...n hem sal ...m een ...Denemarcke ......ken ...den3.

    Den conynck van Denemarcken laet darom niet te continueren in sijn begonnen werck, hebbende onlanckx verscheyde noortsvaerders aengehouden om frauden in sijne tollen tevoren gepleecht. Het volck bij Christiaen Ulrich, sijn soon4, gelicht was Lingen al gepasseert om naer den dienst van Spaengiën te trecken, naer advisen van somyge, doch andere seggen die door de Hessische sijn terugge gedreven. Sooveel ist, dat den conynck van Denemarcken opentlijck toont de Spaense sijde te volgen.

    De geluckyge entreprinsen met het innemen van Calcar in het lant van Cleeff ende Soest, in dat van de Marck bij de Hessische op de keysersche gedaen, sal de lantgravinnen5 volck ser.... de quartieren geven ende het stift van Ceulen, (d)at mede wert geïnfesteert, seer incommoderen. Picolomini6 heeft het ooch op het lant van den hertoch van Lunenburch7, die seyt hetselve selffs mede sal helpen bederven om het leger van Picolomini te meer te incommoderen. Van die vorst goede resolutie heeft men nu goede opinie.

    Uyt Engelant horen wij niet als confusiën. De Schotten waren van Nieucastel voorder naer Iorck gepasseert, hadden Duram ingenomen, het huys van den biscop daer8 gespolieert. Den conynck hadde op de clachten van veel heeren in 't rijck de pairs, dat sijn de grootste van sijn coninckrijck, tot Iorck ontboden. De Schotten houden aen op een parlement, dat sonder discretyt van den biscop ende verminderynge van de autoriteyt van den conynck niet sal connen werden gehouden. Het leyt daerop, soo de Schotten verder progressen doen, sij Engelant op sijn Schots sullen reformeren, daer onder de gemeente in Engelant seer veel toe sijn genegen.

    558

    Hier begint men ernstych te apprehenderen de versterckynge van de Spaense ter zee, die men hout dat tegens de vendange tsestych fregatten in de zee sullen hebben. Men sage garen, de convoyen om de middelen tot equipage te beteren wierde verpacht, maer Amsterdam kan daer niet toe verstaen, hoewel al de ses provinciën e(nde) de ander steden van Hollant daertoe sijn g(en)eg(en)9.

    Door het getal van gevangen en(de) onlusten van V.... ende clachten van geïnteresseerde hebben de .... geobtineert de lossynge met die conditie die .... heeft gehapert, dat de gevangen Spangaerden op de vlote in de Duyns genomen in Brabant ... niet in Spaengien sullen worden gebr(acht),... verre siet10. Dan de sleutele breeckt de ...

    (Den) ambassadeur van Vranckerijck11 werd alle (dagen verwacht).

    Desen 8 Octob. 1640.

    Adres: Mijnheer (mij)nheer de Groot, raedt ende ambassadeur (ordinaris) van de coniginne ende crone (van Swede)n bij den alderchristelijcksten conynck.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 18 Oct.

    En in dorso: 8 Oct. 1640. N. Reigersberg.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., K 75i. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Ernstig beschadigd. Gedrukt Rogge, Br. Nic. v. Reigersb., p. 634. Vermoedelijk antw. op no. 4853; beantw. d. no. 4888.
    2 - Willem Boreel, Albert Sonck en Epo van Aylva. Zij hadden op 11 september een nieuw verdrag tussen de Republiek en Zweden getekend; zie Du Mont, Corps Dipl. t. VI. I, p. 192-195, en Aitzema Saken v. St. en Oorl. II (f.o), p. 691-698.
    3 - In margine bijgeschreven, gedeeltelijk weggescheurd.
    4 - Christian Ulrik Gyldenløve, zoon van Christiaan IV van Denemarken en Kirsten Madsdatter. Hij begaf zich met 600 ruiters in Spaanse dienst en sneuvelde (oktober 1640) bij Meinertzhagen in Westfalen.
    5 - Amalie Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin-regentes van Hessen-Kassel.
    6 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    7 - Georg, hertog van Braunschweig-Lüneburg.
    8 - Thomas Morton, bisschop van Durham.
    9 - Res. St. v. Holland 4 oktober 1640.
    10 - Res. St. v. Holland 5 oktober 1640; vgl. M.G. de Boer, Tromp en de Armada van 1639, p. 149vv.
    11 - Matthieu (Gaspard) Coignet, sieur de la Thuillerie, graaf van Courson.