eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4888 1640 oktober 20. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    In Italië is trefves ende werdt gestaedigh gecontinueert ende hier gehandelt tot de vrede, daer ick meene goede apparentie toe te sijn.

    De wercken ten wedersijde gaen voort op de frontiere tusschen Vrancrijck ende Nederlant.

    De oproerte van de Catelans wasschen, soo men hier schrijft, soo verre, dat de Catelans aen de gevangenen Spaignaerden 't hart ende lever uit den buick snijden. De Fransoisen mogen daerop letten om haer voordeel daermede te doen. Eenige meenen, dat die saecke wel gevoedt sijnde de Arragonoisen op dat exempel souden mogen volgen.

    Uit Engellant sullen wij verwachten wat de conferentie tuschen de Engelsche edelluiden ende Schotten sal voortbrengen; daernae, wat comen sal van de tweehondertduisent ponden sterlingh, die den coning bij leening heeft geëischt, ende voorts, wat het parlement van Engellant in November sal medebrengen2.

    Wij hooren, dat den coning van Spaignië vrede versoect met den Grooten Heer3 ende dat apparentie is om deselve te sluiten, om den coninck van Spaignië nu veel te doen heeft ende den Grooten Heer soect sijn revenge te hebben van de Poolsche cosacken, misschien

    575

    oock van Moscovië, ende met Persiën is in onseeckeren stant. Want eenige seggen, dat den Persiaen4 op de been is om Bagdet te belegeren, anderen, dat eene extraordinaris ambassadeur comt uit Persië om de paix, die door d'een ordinarisse was oft gemaect oft geprepareert, te besweren nae haere maniere5.

    Den ambassadeur van Engellant alhier6, oock die van Genua7 ende den resident van Florence8 arbeiden om weder te becomen veele goederen die de Fransoisen hebben aengeslagen als Spaignaerden toecomende ende gevonden in neutrale schepen.

    Ick gelove, dat eenige reden heeft gedient, soowel om de crijgsluiden in de steden te brengen, als om de regimenten te casseren. Evenwel sal monsieur de Strade9 werck hebben, soo hij dat, ende alles dat dit jaer is gepasseert, wel can doen smaecken.

    't Accord in Swede met de Vereenigde Nederlanden gemact10 sal niet sijn van groote importantie, maer is oorboir het gerucht breed te laeten loopen.

    Van Denemarcken meene ick niet, dat Swede veel te vresen heeft. Hollant soude oock daer niet veel nae vragen in tijdt van trefves. Van Engelant ende Schotlant connen wij niet seggen, eer wij sien wat de conferentie sal comen gelijck hiervoren in geseit. Dat heel Engelant de Schotsche kerckelijcke regiering soude aennemen, gelove ick niet.

    Dat groote getal van de Duinkercksche fregatten can quaed doen.

    Ick wilde weten, wat motiven sijn bij Amsterdam ende wat pretexten sij gebruicken van 't verpachten van de convoien te beletten, te meer omdat ick dicmael present ben geweest bij gelijcke deliberatie.

    Die hier is wegen den prince Thomas11, is den abt van Busquet12, een Romain.

    's Coninx leger, dat in Italië is geweest, schijnt dat verwinteren sal bij Genève om aen die stadt ende aen de Switsers de middel te benemen van toevoer te senden nae het graefschap van Bourgogne.

    Men debiteert hier van op alle coopmanschappen een impositie te stellen d'un soux par livre.

    Tubadel13 brengt twee maenden solde voor de Wymarschen.

    De stadt van Atrecht werdt met de buitenwercken gesterckt.

    De Catelans hebben veertich personen gecoren als regierders ende verwachten van Marseille twaelff galeien van den coning tot haere hulpe.

    In margine: 20 Oct. 1640.

     

    Adres: Mijnheer mijnheer Van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In Den Hage. Port.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 20 Octob. 1640, uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK. R 15j. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 4871.
    2 - Het ‘Long Parliament’ kwam 13 november bijeen.
    3 - Ibrahim, sultan der Ottomanen.
    4 - Safi I.
    5 - Grotius ontleende deze gegevens vermoedelijk aan de brief van Marini dd. 4 oktober, no. 4864.
    6 - Robert Sidney, graaf van Leicester.
    7 - Giambattista Saluzzo.
    8 - Niet geïdentificeerd.
    9 - Godefroi d'Estrades.
    10 - Op 11 september was een nieuw verdrag tussen Zweden en de Republiek getekend; zie Du Mont, Corps Dipl. t. VI. 1, p. 192-195, en Aitzema, Saken v. St. en Oorl. II (f.o), p. 691-698.
    11 - Tommaso Francesco van Savoye.
    12 - Niet nader geïdentificeerd; vgl. no. 4875, n. 13.
    13 - Georg Christoph von Taupadel, generaal-majoor in het leger van wijlen Bernhard van Saksen-Weimar; blijkens no. 4847, was hij bij Richelieu geweest en keerde via de Republiek naar het leger terug.