eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6282. 1643 juni 27. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Nihil causae video cur non optima de Gallia sperare debeamus.2 Nam et Theodonisvilla obsidetur et regina regens acceptas ab imperatore et augusta literas illico ipsas ad me misit, ut ostenderet nihil se velle agere seorsim.

    Seldenum Graswinckelio responsurum non puto.3 Satis enim videt quam incerta sint haec tempora. Et rex foris plures reperiet amicos quam Pimus4 et Pimiani. Causa autem

    360

    Batavorum maxime se possessione sua tuetur. Possunt tamen et inter eorum causam et Anglorum discrimina quaedam notari.5

    Monui in nostris ad Lucanum multa esse typographica peccata.6 Velim ne idem in poematis eveniat. De chartis velim labores ut scripsi antehac et historiam narres omnem.7 Benedictum a Castro, virum humanum, novi Hamburgi et ex coniectura dixi ei nomen Hebraeum esse Baruch, quod verum esse testatus est.8 Principi Arausionensi et nurui valetudo melior optanda.9 A Diderico pridem habui nihil.10

    Paratur hic Historia Albigensium. Ea certis documentis ostendit originem illis esse a Manichaeis ex Oriente expulsis.11 Itaque non mirum est si retinuerint dogma ἀποϰληϱόσεως.12 Rogo memineris de libro Fr. Victoriae, quem nescio dominus Grotenhusius mihi donarit aut commodarit. Libens ei aut illum librum aut quem voluerit eius loco remittam.13

    Deus te, uxorem, liberos servet,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    27 Iunii 1643.

     

    Sententia per commissarios antehac pronuntiata contra ducem Espernonium per parlamentum nulla pronuntiata est cum omnibus qui antecesserant actis. Iussum ut de novo inquiratur per delegatos a parlamento. Idem impetrabit Elbovius. Nota sententiis illis ipsum regem adfuisse. Vide annon hoc imitari possint filii Hogerbetii.14 Dux Laforcius habens annos LXXXIV duxit Philippi Mornaei Plessiaci filiam, viduam sexagenario maiorem,15 quae nubere quam uri maluit.16

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 955 App. no. 659. Antw. op no. 6262, beantw. d. no. 6305.
    2 - Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 27 juni.
    3 - Het Engelse Parlementslid John Selden liet Graswinckels ‘Copie d'une lettre touchant la justice ou l'injustice des armes du Parlement, contre le Roy de la Grande-Bretaigne’ onbeantwoord aan zich voorbijgaan.
    4 - John Pym (1584-1643), de spreekbuis van de oorlogspartij in het Lagerhuis (DNB XLVII, p. 75-83).
    5 - In de Republiek drongen vooral de strenge calvinisten aan op het onderhouden van goede betrekkingen met hun puriteinse geestverwanten in Engeland.
    6 - Vgl. no. 6256. In deze brief merkte Grotius op dat de uitgever van zijn nieuwe aantekeningen bij Lucanus (BG nos. 430 en 431) correctoren van inferieure kwaliteit in dienst had genomen. Zoals de zaken er nu in Amsterdam voorstonden, zag hij liever dat een ander de zorg voor het drukken van zijn Anthologia Graeca (BG no. 534) en poemata op zich nam.
    7 - Willem de Groot werd verzocht om alle wederwaardigheden tijdens zijn zoekactie naar de Rotterdamse papieren op schrift te stellen.
    8 - Tijdens zijn laatste bezoek aan Amsterdam (no. 6242) maakte Grotius' broer in de Portugese synagoge kennis met de Hamburgse arts Bendito de Castro alias Baruch Nehamias.
    9 - De gezondheidstoestand van Frederik Hendrik en de ‘princess royal’ Mary Stuart liet te wensen over.
    10 - Op de 13de mei had Grotius een brief van zijn jongste zoon Dirk ontvangen; vgl. de dorsale aantekening van brief no. 6201.
    11 - In deel V van de bronnenpublicatie Historiae Francorum Scriptores van André en François Du Chesne (Parijs 1636-1649) is de tekst opgenomen van de Historia Albigensium van Petrus monachus caenobii Vallium Cernaii (Pierre des Vaux de Cernay); vgl. de ‘notice’ van P. Guébin en E. Lyon in het derde deel van hun editie van Petri Vallium Sarnaii monachi Hystoria Albigensis I-III, Parijs 1926-1939.
    12 - Het onderscheid tussen ‘perfecti’ en ‘credentes’.
    13 - De ‘relectiones’ van Francisco de Victoria. Het exemplaar dat Grotius jarenlang had gebruikt was vermoedelijk afkomstig uit de bibliotheek van dr. Jan ten Grootenhuys Jansz., hoofdschout van Amsterdam 1621-1646; zie no. 6205.
    14 - Het proces dat Adriaen Hogerbeets namens de familie tegen de Leidse stadsbestuurders had aangespannen om langs deze weg postuum eerherstel van zijn vader, de Leidse pensionaris Rombout Hogerbeets, te bewerkstelligen. Een verzoek om deze zaak voor het Hof van Holland aanhangig te mogen maken was in november 1642 ingediend; vgl. 5959 (dl. XIII).
    15 - Maarschalk Jacques Nompar de Caumont (1558-1652), hertog van La Force, huwde Anne, de in 1583 geboren dochter van Philippe du Plessis-Mornay, weduwe van Jacques des Nouhes, heer van La Tabarière, baron de Sainte-Hermine et de La Lande († 1632) (Tallemant des Réaux I, p. 97-106 en p. 787-795).
    16 - Vgl. 1 Cor. 7:9.