eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6896. 1644 juni 4. Aan H. Appelboom.1

    Clarissime domine,

    De fusiore explicatione causae armorum contra Daniae regem2 scripsi nuper me quidem libenter positurum operam, ut Latine appareat,3 sed metuere me, ne Belgica nonnihil a Suedicis abeant, ideoque cum gaudio me intelligere sumtum hunc in Suedia laborem, ut ex sermone Suedico versio exstet Latina.4 De Polonia et Suedia puto nos in praesens posse esse securos.5 Pugna mari ingens momentum adferet prospera aut adver-

    462

    sa.6 Batavi in hoc negotio cocionabuntur.7

    Flamingii factum nobile eo me magis exhilaravit, quod ipsum hic viderim et ob suas paternasque virtutes amplexus fuerim.8

    Hazfeldius in Franconiam retro cessit.9 Videntur proceres Dani nolle se rursum illigare bello caesaris, sine quo vix est, ut auxilia rex Daniae speret. In Stalhansio non leve damnum fecit Suedia‹e›.10 Monasterii et Osnabrugae multi existimant ad rem ipsam ventum non iri ante mensis tertii exitum: tam multa offendicula a limine amovenda sunt.

    Magnam cladem Galli accepere ad amnem Sicorim; mittuntur supplementa damni. Gravelingam vallo iidem Galli ambiunt captis castellis Baletto, Capella, Sancti Folquino.

    Princeps Thomas quiescit. Ducis Anguiani, qui in agro Metensi est, et marescalli Turenae, qui ad Brisacum, augentur copiae.

    Deus, clarissime domine, Claritatem vestram sospitet,

    Claritatis vestrae studiosissimus,
    H. Grotius.

    IV Iunii 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Appelboom.

    Notes



    1 - Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 46. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist., p. 726 no. 1666. Antw. op no. 6876, beantw. d. no. 6908.
    2 - Bij zijn brief van 15 mei (no. 6865) had Harald Appelboom de Nederlandse versie van het Zweeds Manifest van 16/26 januari 1644 ingesloten: ‘Manifest, waer in die oorsaecken verclaert worden, welcke die Conincklijcke Majesteyt tot Sweeden, etc. Bewoghen ende ghedronghen hebben tot een oorlogh te resolveren ... teghen ... des Conincks Christiani des Vierden tot Denemarck, etc. Vijandtlijcke ende gewelt-dadighe attentaten’, Amsterdam 1644, bij Rieuwert Dircksz. van Baardt, 78 blz. (Knuttel, Cat. v. pamfl. no. 5075).
    3 - Zie het aanbod van Grotius in zijn brief van 28 mei (no. 6882).
    4 - In Stockholm was een Latijnse vertaling gereedgekomen. Exemplaren van het Manifestum, declarans causas, quibus Sac. R.M.tas Sueciae, permota et adacta est, ad decernendum bellum, ac tuendum armis, suum ... ius, adversus ... Christiani quarti Daniae regis, violentos et hostiles actus ac conatus ... waren al onderweg; vgl. nos. 6883 en 6969.
    5 - De Poolse senatoren hadden hun voorkeur uitgesproken voor handhaving van het wapenstilstandsverdrag met Zweden van 2/12 april 1635 (het verdrag van Stuhmsdorf (Sztumska Wieś)). Hun wens werd door koning Wladislas IV gerespecteerd.
    6 - De hulpvloot van Louis de Geer lag omstreeks de 10de mei in het ‘Diep van List’ (Listerdyb, tussen de eilanden Rømø en Sylt). In de haven van Dalarö maakte admiraal Klas Fleming de Zweedse oorlogsvloot zeilklaar. Zes van zijn schepen hadden onder bevel van admiraal Simon Stewart (Stifvert; Stüwart) reeds zee gekozen.
    7 - De Staatse vredesmissies naar Zweden en Denemarken vertrokken pas op 7 juli.
    8 - Tijdens de Deense vlootblokkade van Göteborg voer een Hollands schip - vermoedelijk een schip uit de hulpvloot van Louis de Geer - dwars door de Deense linies heen. Aan boord bevond zich de ‘tourist’ Herman Fleming, zoon van de Zweedse admiraal Klas Fleming; zie no. 6876.
    9 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven dd. 4 juni 1644.
    10 - Generaal-majoor Torsten Stålhandske (* 1594) was op 21 april/1 mei 1644 in het Zweedse hoofdkwartier te Haderslev overleden (BLS N.F. X, p. 191-199).