eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    518

    6927. 1644 juni 25. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Gravelinga captis quae circum sunt castellis speratur in Gallorum fore potestate intra duos menses.2 Catalaniae cladem Galli, ut solent, vero minorem faciunt,3 contra maiorem vero victoriam marescalli Turenae de Bavaricis.4 Disputationem inter Suedos et Gallos puto sedatum iri.5 Sed procuratio Hispani intricatior quam oportet moram adfert paci.6 Et incertum est, Danica controversia eodem locorum deferri debeat,7 an in finibus regnorum tractari.8 Puto Batavos non abstenturos piscari in tam turbidis aquis. Res suas agent, ut solent.9

    Probo quod dominum Utenbogardum, quantum aetas et valetudo sinit, urges.10 Res est digna de qua ambo cogitemus. Sorbona hic gravem censuram exercuit in eos sui collegii qui Mileterii librum approbarant. Datur opera ut mitigentur animi.11 Pro disciplina restituenda multi laborant episcopi. Locutus sum ea de re domino principi Condaeo.12

    519

    Saxum Gandavense iam diu est quod vestri Sisyphi volvunt,13 nec proficiunt hilum.14

    Deus te, tuam, tuos nostrosque omnes sospitet,

    [H. Grotius].

    Lutetiae, 25 Iunii 1644.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 969 App. no. 711. Antw. op no. 6909.
    2 - Het laatste nieuws over de belegering van Gravelines (Grevelingen) door het leger van de ‘generalissimus’ Gaston van Orléans.
    3 - De Gazette 1644, no. 68, dd. 18 juni 1644, gaf een gekleurd beeld van de strijd die de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, op 15 mei bij de rivier de Segre (ten oosten van Lérida) met de troepenmacht van don Felipe de Silva was aangegaan.
    4 - Enkele dagen later berichtte de Gazette 1644, no. 69, ‘extraordinaire du XXII juin 1644’ over ‘La defaite de deux mille trois cent chevaux de l'armée de la Ligue de Bavière par l'armée du Roy commandée par le mareschal de Turenne’.
    5 - Wanneer alles naar wens zou verlopen, zouden de Franse en Zweedse gevolmachtigden ter vredesconferentie elkaar op woensdag 12/22 juni te Harkotten ontmoeten. Een teer punt bleef de Franse weigering om de vertegenwoordigers van de Zweedse kroon de ‘eerste visite’ te brengen; vgl. no. 6933.
    6 - De Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien hadden gebreken ontdekt in de volmachten zoals die in april in Munster waren uitgewisseld. Het zwaarst wogen de ‘defauts remarqués dans le pouvoir Espagniol’; zie no. 6856.
    7 - Vgl. no. 6899. In Osnabrück beraadden de keizerlijke gevolmachtigden Johann Weichard, graaf van Auersperg, en Johann Baptist Krane zich nader over de vraag of koning Christiaan IV in zijn hoedanigheid van hertog van Holstein partij kon zijn op de vredesconferenties (Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 449-452 en p. 461-463).
    8 - In een schrijven van 9/19 februari hadden de Deense rijksraden de rijksraden in Stockholm een samenkomst aan de grens voorgesteld. Op dit moment was de bereidheid tot onderling vredesoverleg echter nauwelijks aanwezig; vgl. no. 6931.
    9 - Grotius volgde met de nodige scepsis het beraad in Den Haag over de instructies voor de Staatse vredesmissies naar de hoven van koning Christiaan IV en koningin Christina.
    10 - De bejaarde remonstrant Johannes Wtenbogaert kon niet meer voldoen aan het verzoek om zijn ‘godzaelige bedenckingen’ op schrift te stellen.
    11 - De Sorbonisten Hemère, de Flavigny en Bazire hadden op 20 mei 1644 hun instemming betuigd met het nieuwste werk van de Franse irenist Théophile Brachet de La Milletière. Hun gunstige oordeel over Le Pacifique Véritable, sur le debat de l'usage legitime du Sacrement de Penitence. Expliqué par la doctrine du S. Concile de Trente kwam spoedig ter discussie te staan. Op verzoek van de syndicus van de theologische faculteit werd een nieuw onderzoek ingesteld. Op 25 juni nam het college van doctores van de Sorbonne het besluit om het boek alsnog te verbieden. Van de ‘approbateurs’ werd verlangd dat zij hun instemming zouden herroepen (R.J.M. van de Schoor, De irenische theologie van Théophile Brachet de La Milletière, p. 171-185, en G. Hermant, Mémoires ... sur l'Histoire ecclésiastique du XVIIe siècle I, p. 285-288).
    12 - Het onderhoud met Henri II de Bourbon, prins van Condé, moet op 17 of 18 juni plaatsgevonden hebben; zie no. 6916.
    13 - Frederik Hendrik had een aanslag op Sas van Gent voorbereid, maar de Spanjaarden waren op hun hoede. De onderneming moest op 8 juni worden gestaakt.
    14 - Cicero, Tusc. 1, 10.