Mijnheer,
't Naturel van den coninck van Denemarcken is opiniastre2 ende daer en is niet redelijcx vandaer te verwachten dan door de authoriteit van de rijcxraiden, considere[re]nde haere eigene interest.3 Ick en can niet begrijpen waeruit comt de singuliere opinie van
289
Enchuisen;4 oock geeft mij vremd dat de anderen haer contenteren met soo sobere conditie5 als van het jaer 1628.6 Maer: est aliqua prodire tenus, si non datur ultra.7De resolutie genomen tot het wederroepen van de ambassadeurs uit Engelant is gefundeert ende dat zij den coning eerst gaen begroeten is redelijck.8 Van de retraicte van Galas uit de quartieren ontrent Magdenburg hebben wij advysen zeer eenpaerigh van veele kanten, maer van de advantagiën die den marescal Torstenson daerover heeft gehadt niet zeeckers.9 Dat van 't oorlogschip van Zeelant staet mij wel aen.10 Wij zullen maecken dat de coninginne van Engelant kennisse daervan (heb)be om haerzelve in haere groote ongelucken te troosten.11
De excessive voorsla(gh) van Haerlem ende Leiden12 moet comen omdat daer veele zijn geïnteresseert in West-Indië; anders can ick geene reden daerin vinden. Zoo in andere zaecken de steden zoozeer discreperen als elff millioenen schilt van vijf ton-
290
nen gouds,13 zoo moet daer groote haspelinge vallen ende d'heer Catz14 veel werck hebben om die fleuten te accorderen.15 De Generaliteit heeft altijd eenigh opzicht gehadt over de geoctroyeerde compagniën, maer als over zaecken particulieren raeckende ende die de authoriteyt ende de hulpe van 't landt bijwijlen van noode hadden. De oude limyten dient men noch daerin, noch in andere zaecken niet te passeren. Omnia fluctuare pridem credo.31 Decembris 1644.
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, eerste raedt in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 31 Decemb. 1644 uyt Paris. Oost-Indiën.