eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    5122. 1641 maart 30. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Men is hier becommert over de tijding van twee edelluiden bij de vergadering tot Regenspurg afgesonden nae Swede om de paix.2 Men seit oock dat ondertuschen soo de keisersche als de Beyersche met de heer Bannier handelen om 't branden ende verwoesten van huisen ende landen te verhoeden.

    Hier stelt men sich ten oorlogh. Den grave van Harcourt3 is vertrocken nae Italië, alwaer de Montferrain, die 't met Vrancrijck houden, hebben ingenomen een casteel, Gabian genaemt. In Catalagne commandeert over de Françoisen La Motte Hodincourt4 ende schrijft men dat daer een nieuw renfort van Spaignaerden in 't lant is gecomen tot vierduisent te voet, duisent te paerd, dertich stucken geschuts onder den admirant van Castille,5 dewelcke succedeert aen den hertogh van Nocera,6 werdende aldaer verwacht tot het generale commandement den marquis de Leganes7 in plaetse van den marquis de Las Veles.8 De Catalans hebben ingenomen een fort genaemt Castelleon in de vallee van Arran.

    Rosa ende Tubadel9 - soo wij verstaen - hebben te Hasfurd veel vivres becomen ende trecken 't lant van Wurtzburg onder haere contributie. Osoinville10 nae het nemen van Oberkirch, Ortemburg, Gegembach tracht nae Offemburg ende eenige Beyersche regimenten om 'tselve te ontzetten, 't meeste deel soo van de Beyersche als van de keisersche sich noch houdende over den Donau.

    't Schijnt het oorlogh wel soude mogen vallen op Thionville ofte de Franche Comté, waertoe den hertogh van Lorraine11 seer aenhout, hebbende nu sijn accord ten volle gemaect met Vrancrijck; sal, soo wij verstaen, beide de hertogdommen soo van Lorraine als van Bar wederbecomen ende sal uit het incomen mevrouw van Lorraine12 - hoewel den hertogh haer voor sijn huisvrouw niet houden en wil - trecken sestichduisent croonen 's jaers. Den hertogh sal mogen woonen te Nancy, doch de coning daer blijvende de sterckste, totdat de vrede sal werden gemaect. La Motte ende Moyenvyck soect den coninck hem af te coopen.

    197

    De Switsers hebben weer hier geschreven voor de neutraliteit van de Franche Comté. Maer die luiden comen weinigh in consideratie. Hebben in haere vergadering te Baden13 voorgeslagen een naerder unie, maer daervan midts de oneenicheden ende diffidentie weinigh is te hoopen. Hebben oock geschreven aen de eertshertoginne te Tirol14 dat sij in het stuck van Constance, soo daer iet voorvalt, sich sullen dragen volgens de tractaten met het huis van Oostenrijck gemaect. Den ambassadeur van Vrancrijck15 is in deselve vergadering verschenen, doch alleen met complementen, sullende voorts nopende de lichting van soldaten handelen met elck canton apart ende de pensioenen die verschenen, niet betaelen dan aen dieghene die haer nae de wille van den coning van Vrancrijck sullen vougen. ('t) Garnisoen van Zel is versterckt bij de Spaensche. Den keiser heeft nae Constantinoplen gesonden16 om de geschillen, die in Hongaren sijn geresen, te vereffenen.

    Den coning van Vrancrijck sent aen sijn moeder17 hondertduisent gulden door groote intercessie van den cardinael. De proceduiren gaen voort tegen den hertogh van Vendosme sijnde tot sijne rechters gestelt eenige marescaux de France ende eenige presidenten.

    Wij verstaen nu soo daetelijck dat Oisonville despererende van Offenburg belegert Stolhoven ende dat onder de conditiën met den hertogh van Lorraine mede is de demolitie van Marsal; dat de Portugaelsche ambassadeurs,18 die bij den hertogh van Chevreuse19 sijn geleidt nae de audiëntie ende in alles onthaelt als coninclijcke ambassadeurs, van den coning versoecken hulp van sesduisent man te voet, twaelffondert te paerd, belovende soo veel voor het toecomende; dat te Barcelone sijn bij de sesduisent Fransoisen ende dat den eertsbischop van Bourdeux20 derrewaert gaet met twaelff galeien, tien galeoenen, acht fluiten, twee brandschepen ende dat hij bij andere meer schepen sal werden gevolgt.

    Aen de reine-mère werdt geproponeert te gaen te Avignon ende daer onderhout te hebben, ofte in Vrancrijck te comen, mids quiterende haere domestycken ende nemende sulcke als den coninck haer sal geven.

    30 Martii 1641.

     

    Nieuwe ambassadeurs werden van hier gesonden, Fontemaroles nae Rome, Ferté Imbaut nae Engellant, Melian, die in Switserlant is geweest, nae Hamburg21 in plaetse van monsieur d'Avaux,22 broeder van den president de Mesme. Daer loopen hier oock geruchten, doch niet seecker, dat Bari in 't rijck van Naples met de Turcken aenspant, dat die van Cremone haere contributiën niet en willen betaelen ende dat in Africa Siuta ende Tangres den Spaignaerd afvallen.

    Adres: Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 30 Martii 1641 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. RK, H 20g. Eigenh. oorspr. Niet ondertek.
    2 - Zie no. 5119 n. 18.
    3 - Henri de Lorraine, graaf van Harcourt (no. 5054 n. 3).
    4 - Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt (no. 5060 n. 16).
    5 - Juan Alfonso Enríquez de Cabrera, admiraal van Castilië (no. 5121 n. 8).
    6 - Francesco Maria Carafa, hertog van Nocera, onderkoning van Aragon (no. 5041 n. 24).
    7 - Diego Mexía Felípez de Guzmán, markies van Leganés (no. 4996 n. 15), bleef echter goeverneur van Milaan.
    8 - Pedro Fajardo Zúñiga y Requesens, markies van Los Vélez, Spaans opperbevelhebber tegen de Catalanen (no. 5007 n. 9).
    9 - Rheinhold von Rosen en Georg Christoph von Taupadel (no. 4993 n. 4 en 5).
    10 - Paul Le Prévost, baron van Oysonville, adjunct van de goeverneur van Breisach (no. 4994 n. 16).
    11 - Karel IV, hertog van Lotharingen; zie voor het met hem gesloten verdrag no. 5083 n. 22.
    12 - Nicole, hertogin van Lotharingen. Het volgende ‘sestichduisent’ is in het hs. verbeterd uit: hondert-.
    13 - Landdag te Baden, gehouden van 3 tot 9 maart 1641. Grotius ontleende dit nieuws vermoedelijk aan de brief van C. Marin dd. 13 maart 1641, no. 5100.
    14 - Aartshertogin Claudia. De Zwitserse kantons waren aan haar verbonden door de herhaaldelijk vernieuwde Erfunie van 1477.
    15 - Jacques Le Fèvre de Caumartin (no. 5015 n. 5).
    16 - De keizerlijke internuntius was N. Schmid von Schwarzenhorn (no. 5100 n. 9).
    17 - Maria de' Medici.
    18 - Francesco de Mello en dr. António Coelho de Carvalho (no. 5028 n. 6) waren op 27 maart door de Franse koning in audiëntie ontvangen.
    19 - Claude de Lorraine, hertog van Chevreuse (no. 5119 n. 32).
    20 - Henri d'Escoubleau de Sourdis, aartsbisschop van Bordeaux (no. 5121 n. 27).
    21 - Resp. François Du Val, markies van Fontenay, genaamd Fontenay-Mareuil (no. 5119 n. 35), Jacques d'Estampes, markies de la Ferté-Imbault (no. 5020 n. 22), en Blaise Méliand (no. 5020 n. 19).
    22 - Claude de Mesmes, graaf van Avaux (no. 5001 n. 7), wiens broer Henri de Mesmes, president van het parlement van Parijs, naar het platteland was verbannen (no. 5029 n. 17).