eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    6690. 1644 februari 6. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Maximus noster natu adhuc apud Venetos contionatur.2 Pro minimo videbimus quid literae meae sint effecturae.3 Si quos nostis gratiosos in aula Bavarica, nihil peccaveritis si et eorum utamini commendatione. Nulla sunt ibi certa belli pacta. Puto reginam regentem deprecaturam duriorem tractationem catholicorum romanensium in vestris locis.4

    Gaudeo quod editionem de Iure belli5 curas, spero et Anthologiam ac deinde poemata.6 Annotata de Iure belli7 multa habent de novis scriptoribus quae textui nolim inseri. Deinde textus per se sufficit et bene cohaeret.

    Rixa Coliniaci et altera Dandeloti nondum sopita est.8 Cursor a Lugduno nescimus per quos literis suis exutus est. Cardinalis Lugdunensis Romam it ob exspectatam pontificis mortem.

    Ubi Blavius exemplaria sua Annotatorum ad Evangelia vendiderit, mittam ei exem-

    97

    plar in quo versa erunt Graeca et Hebraea.9 Berkelium dignum arbitror, cui detur quaestura aerarii Hollandici.10 Alterum nimis peritum puto lucrandi artium.

    Deus te, uxorem et liberos servet,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    Lutetiae, 6 Februari[i] 1644.

     

    Vidi defensionem ducis Parmensis Italice editam;11 digna est quae legatur et recudatur. Gerwius Amstelodamensis, propinquus domini Utenbogardi, semper nos in adversis amavit.12 Filium eius ad me recepi, putans me ei gratum ea re facturum. Ipse tamen, iam multo tempore elapso ex quo filius eius apud me est, non scripsit mihi, placeret hoc ei an non. Velim scire quae sit causa.13

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 963 App. no. 690. Antw. op no. 6671, beantw. d. no. 6712.
    2 - Grotius ontleende dit bericht aan de brief die zijn oudste zoon Cornelis op 8 januari in Venetië had opgesteld (no. 6635).
    3 - De verlossing van de Frans-Weimarse officier Dirk de Groot uit Beierse krijgsgevangenschap. Inmiddels had de bezorgde vader een beroep gedaan op het mededogen van hertog Maximiliaan I, hofraad Georg Johann Kütner (Küttner of Kitner) en generaal Johan van Werth; zie nos. 6659, 6660 en 6678.
    4 - De Poolse resident Claudius (Domenicus) Roncalius had tijdens zijn bezoek aan de Republiek de verdrukte katholieken beloofd dat hij hun lot onder de aandacht zou brengen van de regering in Parijs (Romeinsche bronnen I, p. 730-731). In deze belofte vond de Franse gevolmachtigde Claude de Mesmes, graaf van Avaux, de inspiratie om op zijn laatste audiëntie in de Staten-Generaal (3 maart) een pleidooi ten gunste van zijn geloofsgenoten te houden.
    5 - De Amsterdamse uitgever dr. Joan Blaeu toonde belangstelling voor een bijgewerkte uitgave van Grotius' De iure belli ac pacis (BG nos. 571 en 572). Aan Willem de Groot legde hij begin januari de vraag voor of er met betrekking tot het notenapparaat nog speciale wensen waren; zie nos. 6631 en 6648.
    6 - Willem de Groot moest zorg dragen voor een snelle publikatie van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) en poemata.
    7 - De toezending van een dossier met aantekeningen ten behoeve van de heruitgave van De iure belli ac pacis; zie no. 6648, en ‘Hugonis Grotii De iure belli ac pacis, editio nova’ in The classics of international law, vol. I ‘Reproduction of the edition of 1646’, Washington 1913 (BG nos. 614 en 645).
    8 - Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 6 februari.
    9 - Met het oog op een herdruk had Grotius het afgelopen jaar alvast vertalingen gemaakt van alle woorden die in zijn Annotationes in libros Evangeliorum (BG no. 1135) in het Grieks en Hebreeuws waren aangehaald (Brandt-Cattenb., Leven II, p, 357).
    10 - De aanwijzing van een nieuwe ontvanger-generaal van Holland. De kandidatuur van de Rotterdammer Johan van Berckel de jonge kreeg meer steun dan die van de commies Kettingh.
    11 - Het bekendste pamflet uit het kamp van Odoardo Farnese, hertog van Parma, is wel de Vera e sincera relazione delle ragioni del duca di Parma contro la presente occupazione del ducato di Castro, [Rome 1641] (Pastor, Gesch. Päpste XIII 2, p. 868).
    12 - Wtenbogaerts neef, de Amsterdamse wijnkoper Isaak van Gerwen (1580-1647); vgl. nos. 1213, 1233 en 1341 (dl. III.) en nos. 1378 en 1380 (dl. IV), en W.A. van Rijn, in Ned. Leeuw 57(1939), kol. 503-508. Wellicht is hij de vader van de rechtenstudent Matthijs van Gerwen (* ca. 1618-1652) (Album studiosorum acad. Lugd.-Bat. I, kol. 285; Orléans, Arch. Dép. du Loiret, D 219, en een onuitgegeven brief van Isaac Vossius aan zijn vader Gerardus Joannes, dd. 26 december 1643, aanwezig te Amsterdam, UB, coll. RK, J 92d).
    13 - Eerder had Grotius geschreven dat Willem de Groot over het toelaten van introducé's beter met Maria van Reigersberch kon corresponderen; vgl. no. 6587 (dl. XIV).