eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    169

    7161. 1644 november 26. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Literas tuas 14 Novembris Amstelodamo datas recte accepi gaudeoque sanatum id quod exemplarium distributioni intervenerat.2

    Hic nihil agitur,3 sed ad Rhenum Hochsta a Gallis4 capta et exspectantur Hassica auxilia. Motta a Gallis serio obsidetur. Nondum se iunxere Glenius et Lotharingus. Catalania nutat. Harcurtius nondum eo ivit. Qui ex Italia literas habent, papam aiunt bene valere. Additur iocus accepisse eum papatum sub beneficio inventarii, quia res invenit a Barbarinis ita tractatas, ut nihil pecuniae, multum aeris alieni reperiretur.5

    Anthologiam et tibi et domino Isaaco Vossio commendo.6 Epigramma meum in Utenbogardum mallem omissum fuisset.7

    Res Angliae regi non optime procedunt. Eo ferocientes parlamentarii leges regi praescribunt8 per quas eum detrudere volunt infra principatum Laconicum.9 Papa cardinales facit Camillum consanguineum suum et ducis Ethrusci fratrem, Johannem Carolum.

    Deus te cum coniuge et liberis servet,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    26 Novembris 1644.

     

    Ad iesuitarum odium accedit quod puer quidam apud eos, dum virgis caeditur, interiit.10 Non sunt alioqui plagosi.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 974 App. no. 734. Antw. op no. 7145, beantw. d. no. 7179.
    2 - De Leidse Elzeviers en dr. Joan Blaeu reikten Willem de Groot de helpende hand. Nog redelijk op tijd had hij de hoogleraren Claude Saumaise en Gerardus Joannes Vossius van een exemplaar van de Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137), kunnen voorzien.
    3 - Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 26 november.
    4 - ‘Gallis’, lees ‘Bavaris’. De Zwabisch-Beiersen verdreven de Hessen uit hun steunpunt Höchst; vgl. nos. 7150 en 7163.
    5 - Het recht van boedelbeschrijving (Codex Justinianus 6, 30, 22). Paus Innocentius X overwoog een onderzoek in te stellen naar de geldverslindende activiteiten van de ‘Barberini’ ten tijde van de Castro-oorlog (Pastor, Gesch. Päpste XIV 1, p. 41-42).
    6 - Een verzoek om het manuscript van de Anthologia Graeca (BG no. 534) aan Isaac Vossius te tonen. Willem de Groot verzoende zich spoedig met de gedachte dat hij het toezicht op de uitgave aan een ander moest overlaten; zie nos. 7169 en 7170.
    7 - Een drukker in de Republiek (A. Jz. Tongerloo) had Grotius' gedicht ‘Utenbogardi funus’ (nos. 7047 (dl. XV) en 7081) opgenomen in een bundel die de Loosduinse dichter Jacob Westerbaen had samengesteld naar aanleiding van het overlijden van de nestor van de remonstranten († 4 september 1644).
    8 - Het Parlement had op 9/19 november een commissie aangewezen voor de aanbieding van ‘The humble desires and propositions for a safe and well-grounded peace, agreed upon by the mutual advice and consent of the Parliaments of both Kingdoms, united by Solemn League and Covenant, to be presented to his majesty’. De ‘commissioners for peace’ ontvingen op 17/27 november een koninklijke vrijgeleide voor hun reis naar Oxford (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 307-308, en CSP Ven. 1643-1647, p. 154-155 en p. 157-158).
    9 - De constitutie van de Spartaanse staat (Aristoteles, Politica 3, 14-15 (1284B-1286B)). De ‘lords’ en ‘commons’ - Lacones (Spartanen) - wilden de koning onder hun wetten plaatsen.
    10 - De Parijse raadsheer Olivier Lefèvre d'Ormesson achtte dit incident een vermelding in zijn Journal (I, p. 230) waard: ‘Chacun parloit d'un escolier dans les jésuites qui estoit mort pendant qu'on luy donnoit le fouet, et d'un autre qui avoit reçu sur la teste un coup de férule si rude, que l'on croyoit qu'il en mourroit. Chacun exagéroit cet accident selon sa passion envers les jésuites’.