eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    205

    7179. 1644 december 5. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Exemplaria quidem ita uti scripsi distribui,2 sed tamen interea nondum accipio quae per Vanderhogium miseras,3 atque ita etiamnum Dunkerkanos metuo.

    In Germania res Gallicae satis bene procedunt et magni est momenti quod provincia Francorum delegatos ad conventum Monasteriensem mittere decrevit,4 cuius exemplum et alias secuturas puto. Scitus est iocus de pontifice et iuris redolet peritiam.5

    De Anthologia scripsi proxime; ego urgere non desinam.6 Misit huc Cramosiacus exemplar privilegii quod a rege obtinuit super tuis in Vetus Testamentum Annotatis;7 eo Blavii vicinum,8 non item ipsum, deterritum iri spero. Tu interea, quando amicus aliquis ad nos venerit, exemplar tuum cum versione Hebraeorum et Graecorum mittere ne graveris.9 Nunc a te posteriora in Novum Testamentum Annotata expectabimus, ut magno operi suprema imponatur manus.10 Utenbogardi vita ab ipso conscripta iam imprimitur,11 in qua multa legentur notabilia tam ecclesiam quam rempublicam concernentia. Rogavit me nuper thesaurarius Brasserus, ut in usum filii,12 qui iam et lin-

    206

    guam et res Romanas discit, peterem epistolam a te olim scriptam super lectione historiarum et bonorum auctorum;13 eam si ad manum est rogo mittas. Pontificem aliquid sane relicturum unde pontificatus sui conservetur memoria, gaudeo, sed duos tantum cardinales factos miror,14 nisi forte id initio principatus sui dedit.

    Res Anglicae male cedunt regi et iam deliberant parlamentarii de dictatore creando, quod si fiat, actum erit de capite archiepiscopi, cui quammaxime sunt infesti.15 Iam nunc audio iterum in Conventu Ordinum agitari de missione legatorum nostrorum ad Monasterienses et quibusdam discessum urgentibus alios sentire praemittendum legationis secretarium - is Graswinkelius futuras est16 - ut moram excuset et adventum legatorum promittat.

    Quid eventurum sit videbimus; interea te, tuam tuosque precibus Deo commendare non desinam. Vale,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, V Decembris 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 22 s. D'Holl.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 14 Dec. 1644.

    En in dorso: 5 Dec. 1644 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 334. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7161, beantw. d. no. 7199.
    2 - De aanbieding van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137), aan de hoogleraren Claude Saumaise en Gerardus Joannes Vossius. De Leidse Elzeviers en dr. Joan Blaeu hadden Willem de Groot de helpende hand gereikt; zie no. 7145.
    3 - De vrachtvaarder aan wie de Middelburgse ‘tourist’ Jacobus van der Hooge het transport van zijn koffers en twee presentexemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum had toevertrouwd, kwam niet opdagen.
    4 - De Frankische Kreits, in vergadering bijeen te Bamberg, aanvaardde op 8 november de Franse en Zweedse uitnodigingen ter vredesconferentie (R. von Kietzell, ‘Der Frankfurter Deputationstag von 1642-1645’, in Nassauische Annalen 83(1972), p. 117-119, en Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 428-430).
    5 - Het recht van boedelbeschrijving (Codex Justinianus 6, 30, 22). Een schertsende opmerking over paus Innocentius X en de door de ‘Barberini’ (paus Urbanus VIII en zijn neven) leeggehaalde pauselijke schatkist.
    6 - Willem de Groot had het manuscript van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) op 27 november overgedragen aan Isaac Vossius (nos. 7169 en 7170).
    7 - De Franse kanselier Pierre Séguier had de Parijse drukker-uitgever Sébastien Cramoisy geen privilege willen verlenen voor de uitgave van de Annotata ad Vetus Testamentum (BG no. 1137) (nos. 7017 en 7018 (dl. XV)). Een koninklijk besluit stelde de kanselier blijkbaar in het ongelijk.
    8 - De Amsterdamse drukker-uitgever dr. Joan Blaeu was in een concurrentiestrijd met zijn buurman Joannes Janssonius op ‘het Water’ (het Damrak) verwikkeld (nos. 7134 en 7169).
    9 - Grotius had in zijn handexemplaar aantekeningen geplaatst met vertalingen van de woorden die in zijn Annotata in het Grieks en Hebreeuws werden aangehaald. In principe was hij bereid om de Amsterdamse drukker-uitgever dr. Joan Blaeu het alleenrecht te geven op de vertalingen en aanvullingen; zie nos. 7148 en 7169.
    10 - De kopij van Grotius' Annotationes in Novum Testamentum werd persklaar gemaakt (BG nos. 1138 en 1141).
    11 - Wtenbogaerts autobiografie Leven, kerckelijcke bedieninghe ende zedighe verantwoordingh .... Alles bij hem selven beschreven ... bevestight met verscheyden bewijsen, acten, ende munimenten, daer toe dienende, verscheen in de loop van 1645.
    12 - Mogelijk Theodore Brasser (ca. 1630-1674), zoon van de thesaurier-generaal Govert Brasser († 1653) en Lidewina Teding van Berkhout (Schutte, Repertorium I, p. 190-191, en Album studiosorum acad. Lugd.-Bat. I, kol. 406).
    13 - Grotius' brief aan Benjamin Aubéry du Maurier, ordinaris Frans ambassadeur in Den Haag 1613-1624, dd. 13 mei 1615 (no. 402 (dl. I)). Het advies werd in 1626 te Uppsala uitgegeven onder de titel Hugonis Grotii epistola De studio politico vel iuris publici recte instituendo, nunc primum edita in gratiam politices Studiosorum (BG no. 482), en naderhand regelmatig opgenomen in bundels met ‘consilia’ van geleerden ‘de omni genere studiorum recte instituendo’ (BG nos. 483-488 en no. 494).
    14 - Paus Innocentius X verleende op 14 november het kardinalaat aan zijn neef Camillo Pamfili en de ‘general de la mar’ Giovanni (Gian) Carlo de' Medici. De verheffing van Domenico Cecchini en Francesco Maria Farnese en de aanwijzing van zeven nieuwe kandidaten hield de paus nog in petto.
    15 - De tegenstanders van ‘a safe and well-grounded peace’ (no. 7161) verhieven hun stem en drongen aan op de veroordeling van William Laud, aartsbisschop van Canterbury (CSP Ven. 1643-1647, p. 155-156). Eind november gehoorzaamde het Lagerhuis aan de wil van het volk in een ‘ordinance for the attainder of Archbishop Laud’ (The Parliamentary History of England III (1642-1660), kol. 323-324).
    16 - De Staten-Generaal hadden de advocaat-fiscaal mr. Dirck Graswinckel (1600-1660) aangewezen voor de functie van secretaris van de Staatse delegatie ter vredesconferentie (nos. 6885 en 6903 (dl. XV); Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 204-205, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau III, p. 227).