eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    149

    7148. 1644 november 19. Aan W. de Groot.1

    Mi frater,

    Spero iam saltem exemplaria habituros dominum Vossium et dominum Salmasium,2 Vossium maxime,3 qui differri tam diu non debuit.4 Si plane constituit Blavius edere nostra ad Vetus et ad Novum Testamentum, et quidem sine mora, indicet mihi cui tradi velit et exemplaria quibus a me Hebraeorum et Graecorum locorum versio asscripta est et emendata quaedam.5 Sin prius edere vult Anthologiam,6 differam transmissionem illorum exemplarium, donec ei erunt necessaria.

    De arca7 doleo ita neglectum habitum documentum divini in nos favoris. Cornelius iam Venetiis est et aliquid boni sperat.8 Dominus Salmasius an huc venturus sit, ipsi qui hoc negotium curarunt, dubitant; nuntius certe apostolicus obstrepit.9 Isaaco Vossio, quod nostras res cordi habeat, summas habeo gratias.10 Nostra ad Novi Testamenti reliqua brevi, ut spero, hic edi incipient.11 Addam dum eduntur versionem Graecorum et Hebraeorum, ut postea ista quoque pars similis sit eis quas edere parat Blavius. Hoc meum consilium aliis notum esse nolo ob causas graves.12

    150

    Regis Britanniae res iterum retrocedere dicuntur.13 Ipse Bristolii esse, habere exercitum sexies mille equitum, octies peditum. Pacis conditiones a parlamento proponuntur res intolerabiles. Marescallus Castilionaeus valet melius. Apud Wattenam tenuis est Gallorum exercitus et commeatus difficiles. Barbarini Roma excessere.

    Deus te cum uxore, liberis et amicis servet,

    tibi obligatissimus frater,
    H. Grotius.

    19 Novembris 1644.

    Notes



    1 - Gedrukt Epist., p. 973 App. no. 733. Antw. op no. 7134, beantw. d. no. 7169.
    2 - De Leidse hoogleraar Claude Saumaise mocht op 13 november een uit de boekhandel van de Elzeviers afkomstig exemplaar van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137), in ontvangst nemen; vgl. no. 7145.
    3 - Willem de Groot had het aan Gerardus Joannes Vossius toegedachte exemplaar van de Annotata ad Vetus Testamentum aan Nicolaes van Reigersberch geschonken (no. 7110).
    4 - Gerardus Joannes Vossius ontving op 14 of 15 november een exemplaar uit de winkelvoorraad van dr. Joan Blaeu; zie nos. 7145 en 7157.
    5 - De Amsterdamse drukker-uitgever dr. Joan Blaeu trachtte het alleenrecht te verwerven op Grotius' vertalingen van de woorden die in zijn Annotationes (Annotata) op het Oude en Nieuwe Testament in het Grieks en Hebreeuws werden aangehaald (nos. 6244 en 6375 (dl. XIV), nos. 6690, 7018 en 7047 (dl. XV) en no. 7076). Zijn erven verwezenlijkten tenslotte de ‘ideale’ uitgave in Hugonis Grotii Opera omnia theologica I en II, Amsterdam 1679 (BG no. 919).
    6 - Isaac Vossius had eind oktober met de drukker-uitgever gesproken over de uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534); zie nos. 7125 en 7137.
    7 - Willem de Groot had zijn zoektocht naar de Loevesteinse boekenkist gestaakt. Een rondgang langs oude en nieuwe bewoners van de ouderlijke woning (het hof van de graven van Hohenlohe, thans het Gemeenlandshuis) te Delft had geen enkel tastbaar resultaat opgeleverd. Misschien had hij toch gelijk toen hij in juli 1644 de mogelijkheid opperde dat Maria van Reigersberch de ‘koffer’ na het overlijden van Jan de Groot († 3 mei 1640) had laten overbrengen naar het huis van haar nicht Petronella Campe, weduwe van Maurits Huygens (nos. 6956 en 6984 (dl. XV), en Den Haag, GA, Not. arch. 1597-1842, no. 72 (notaris Pieter Pietersz. van Groeneweghen), fol. 144-150 (september 1640): ‘Inventaris van de meublen, imboel ende huysraet toebehoort hebbende den heere ende meester Johan de Groot’).
    8 - Cornelis de Groot was teruggekeerd van een bezoek aan Bologna (nos. 7068, 7092 en 7103). Blijkbaar had hij de hoop op een hoge aanstelling in het Venetiaanse leger nog niet helemaal opgegeven.
    9 - De pauselijke nuntius Niccolò Guidi di Bagno had bezwaren aangevoerd tegen de ‘lettres de rappel’ van koning Lodewijk XIV aan de Leidse hoogleraar Claude Saumaise (no. 7080; Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 419, p. 422-424 en p. 435, en Leroy-Bots, Corresp. Saumaise-Rivet, p. 391-392).
    10 - Grotius had al enige malen laten blijken dat hij het toezicht op de uitgave van de Anthologia Graeca (BG no. 534) het liefst wilde toevertrouwen aan zijn ex-secretaris Isaac Vossius (no. 7058 (dl. XV) en no. 7068). Er was een groot voordeel aan deze oplossing verbonden, want de vader van de jongeman genoot veel gezag in de drukkerij van de Amsterdamse uitgever dr. Joan Blaeu (Rademaker, Life and Work of Gerardus Joannes Vossius, p. 292-293, en F.F. Blok, Isaac Vossius en zijn kring, p. 226-233).
    11 - De kopij van Grotius' Annotationes in Novum Testamentum werd persklaar gemaakt (BG nos. 1138 en 1141).
    12 - Supra, n. 5. Grotius was niet ten volle tevreden over de samenwerking met zijn Parijse uitgever Sébastien Cramoisy.
    13 - Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 19 november.