218
Mijnheer,
De advantagiën die de Zweden te water ende te land hebben gehadt zijn niet clein; evenwel niet om de Sweden meesters te maecken ofte van de Oostzee ofte van de principale eilanden.2 Ende ick twijffele off het voordeel tot noch toe de costen waerdt is. Wij zullen haest zy[e]n wat dispositie in beide die rijcken is tot de vrede,3 alsoock in de handeling te Munster ende Osnabrug, alzoo de twisten over de preliminaribus nu zijn geslecht.4 't IJs moet haest comen in de Oostzee. De passagie van de Belt voor groote schepen is vol peryckel5 ende zoo men die zouct, dat is een teecken dat de Zond noch blijft bezet bij de Deenen.6 Wij zullen zien waerhenen de Hessische haer cours zullen nemen.7 Overal is gebreck van vivres ende voerage, ende om de soldaten wel in de winter te onderhouden, zal geld van noode zijn. Die van Breme ende Hamburg mijns bedenckens hebben geen groot ongelijck dat zij Spaignie niet en zoecken te offenseren.8 Dien handel is van geene cleine importantie.9 Maer ick wenschte dat die ende andere Hanzesteden10 met Sweden ende met de Vereenigde Nederlanden iet goed overlang besloten hadden ofte noch besloten tot de vrijheit van de zeën ende rivieren. Causa est plena aequitatis.11
219
Onzen tweede heeft ongelijck dat hij zijnen arbeid12 aen uwe Ed. niet en communiceert. De tonge zonder solide wetenschap is niet veel meer dan wint.
De voorslagh van een derde compagnie waerin de Oostindische ende Westindische elck zoude paert hebben nae haer capitael, ende oock anderen, om iet te attenteren op Peru schijnt niet vremd te zijn,13 maer dient wel geschaeft. Wij hooren hier dat de schade die de Duinkerckers hebben gedaen niet zoo groot en is als men eerst vreesde.14 Dat op de cruicers niet beter werdt gelet is een groote faute.15
Monsieur de Brasset zal nut zijn bij de Fransche ambassadeurs,16 die nu wel voorzien zullen zijn van instrumenten.17 Wij moeten verwachten wat Aelianus18 doen zal.
't Gelt werdt hier beswaerlijck gevonden. Ende dezen cardinael, geen ander steunsel hebbende als de goede gunste van de coninginne, dorft zulcke dingen niet bestaen als den andere voordezen.19 De parlamenten hernemen haere autoriteit.20 Men doet hier veel om den paus te contenteren ende den paus toont goede myne. Evenwel is het vertrouwen ten wederzijde niet groot. Het beste daerin voor den cardinael Mazarini is dat hij is jong ende den paus zeer out.21
10 Decembris 1644.
220
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot uyt Paris, den 10 Decemb. 1644. Denemarcken.