eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    5134. 1641 april 6. Aan N. van Reigersberch.1

    Mijnheer,

    Den hertogh van Lorraine2 den tweeden deser hebbende te S.t Germain sijn middachmael gedaen met den coning, soo sijn sij beide gegaen nae de vespres, alwaer sijne Majesteit ende sijne Hoocheit reciproquelijck raeckende de Evangeliën den eedt hebben gedaen van te onderhouden het tractaet tusschen hun beide gemaect den 29 Mars, bij welck tractaet eenige dingen sijn verandert van 'tgunt tevoren was voorgeslagen, eenige dingen gebleven: verandert als dat La Motte werdt gerestitueert aen den hertogh ende dat den coning van hem coopt Stenai, Clermont ende Jamais, doende de betaeling in renten; blijvende de3 ontblooting van Marsal ende

    211

    't onderhout van de hertoginne,4 de questie van het huwelijck gestelt sijnde tot decisie van den paus.

    De Switsers blijven in vrese dat Constance soude mogen aengetast werden bij de Fransoisen. Ende alsoo sij in de generale vergadering van Baden5 niet en hebben eens connen werden wat haer in sulcken gevalle te doen soude staen, soo hebben de protestanten te Aro eene particuliere vergadering6 aengelegt soowel om daerop te resolveren als op de lichtinge die bij Vrancrijck versocht werden. Genève is niet buiten vrese nochte oock Sedan, wiens prince, den hertogh van Bouillon, niet wel en is met den coning ende bij hem gehadt heeft eenige gesonden van Bruissel7 die hem secours hebben gepresenteert; maer werdt niet gelooft dat denselve hertogh sulcx sal aennemen om niet in peryckel te stellen sijne goederen in Vrancrijck, waerop hij apparentelijck meer sal letten als op het gouvernement van Maestricht.

    In Catalogne hebben de Fransoisen seshondert Spaegnaerden tenedergelegt in een re[n]contre bij Capremont. De Portugaelsche ambassadeurs8 doen instantie om crijgsbevelhebbers van hier te hebben, waervan in haer lant groot gebreck is.

    Uit Italië verstaen wij dat de oude lust tuschen den Franschen ambassadeur ende den cardinal Barbarijn9 weder is opgebarsten ende niet lichtelijck en sal genesen werden voor de aencomste van eene nieuwe Franschen ambassadeur aldaer.10 't Geruchte van 't remuement van Barry in 't rijck van Napels heeft noch geene seeckerheit. Te Cremone is seecker dat een seditie is ontstaen, doch heeft niet lang geduirt nochte eenigh gevolgh naegelaeten. Uit Napels werden sesduisent soldaten, veele harquebusen ende musquetten nae Spaegnië gesonden. De hertogen van Toscane, Parme ende Modene11 maecken oock eenige trouppes gereedt ten dienste van Spaegnië ende den prince Thomas gaet nae Vercelles om op 't beleidt van het oorlogh te communiceren met den cardinael Trivultio.12 't Gelt dat hij voor desen van Vrancrijck heeft ontfangen, seit hij hem in sijnen noodt geleent te sijn bij Mazarini ende bereidt te sijn hetselve weder te geven.

    De coninginne-moeder13 seit men dat onderhout sal hebben van den coning, gaende nae Italië om sich te houden in eenige plaetsen van 't gebiet van den paus, alsoo te Florence nae haere comste niet en werdt verlangt.

    Uit Constantinople verstaen [wij] dat aldaer alles werdt aengelegt tegen Asac ende dat den afgesanten van Polen14 wel claer is gesegt dat de paix sal gehouden werden voor gebroocken, indien de Polacken haer moeien met deselve saecke van Asac off van Sevenberge, Moldavië ofte Walachië. Aldaer te Constantinoplen wierden oock verwacht gesanten soo van den keiser als van den Persiaen.15

    Den marescal Horn nu sijnde te Lindau ende Jan de Waert noch te Nancy16 wachten nae

    212

    het vernieuwen van het tractaet tusschen Swede ende Vrancrijck.17 Den keiser gaet, soo men ons seit, nae Weenen laetende het beleidt van den rijcxdagh te Regenspurg aen Leopold.18 Ossenville19 blijft bij Offenburg ende retrencheert sich aldaer ende P(i)ccolomini heeft een renfort becomen uit Oostenrijck ende de naebuirige landen van sesduisent man. Evenwel hooren wij hier niet dat hij tegen d'heer Bannier iet attenteert. Tegen den hertogh van Vendosme gaen de citatiën voort. De confiscatie van goederen sal hij niet ontgaen.

    6 April 1641.

     

    Wij verstaen nu daetelijck dat Rosa20 sich meester gemaect heeft van Gemunde op de Mein ende aldaer een brugge maect; dat de keiserschen ende Beyerschen haer rendevous hebben te Kelheim; dat den marquis de Breszé, soon van den marescal de Breszé,21 gaet nae Portugael met goede schepen ende trouppes, hebbende die van Portugal hoope van met hulpe van de Fransche ende Hollandsche schepen de Spaensche silvervloot te nemen; dat den prins van Condé is vertrocken nae de frontieren van Spaegnië; dat het leger van den hertogh van Lorraine sal betaelt werden bij den coning ende vermeerdert tot achtduisent man; dat den coning aen sijne moeder, soo 't haer belieft in Italië te gaen, belooft tweehondertduisent croonen 's jaers.

    Te Calis werdt een magazijn gemaect van vivres. Den marescal de la Meillerai22 heeft sijn rendevous bij Abbeville, Chastillon23 bij Chalon.

    In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 6 April 1641 uyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB, coll. Diederichs 30 B 13. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Geciteerd Brandt-Cattenb., Leven II, p. 295.
    2 - Karel IV, hertog van Lotharingen; zie voor het met hem gesloten verdrag no. 5083 n. 22. Een verslag van de eedsaflegging verscheen in Gazette 1641 no. 38, p. 179v., dd. 4 april.
    3 - In het hs. ten onrechte herhaald.
    4 - Nicole, hertogin van Lotharingen.
    5 - De landdag te Baden was gehouden van 3 tot 9 maart 1641.
    6 - De conferentie van protestantse steden te Aarau werd gehouden op 5 en 6 april 1641.
    7 - Miguel de Salamanca (no. 5129 n. 21).
    8 - Francisco de Mello en dr. António Coelho de Carvalho (no. 5028 n. 6).
    9 - Resp. François-Annibal d'Estrées, markies van Coeuvres (no. 5068 n. 4), en Antonio Barberini.
    10 - François Du Val, markies van Fontenay, genaamd Fontenay-Mareuil (no. 5119 n. 34), kwam in november 1641 in Rome aan.
    11 - Resp. Ferdinando II de' Medici, Odoardo Farnese en Alfonso III d'Este.
    12 - Giovanni Giacomo Teodoro kardinaal Trivulzio (no. 5041 n. 26).
    13 - Maria de' Medici reisde in september 1641 naar Keulen.
    14 - Wellicht de tolk Romaszkiewicz (no. 5068 n. 11). Asow (Asac) werd door de Turken in 1641 tevergeefs belegerd.
    15 - Resp. N. Schmid von Schwarzenhorn (no. 5100 n. 9) en Ibrahim khan.
    16 - De uitwisseling van Gustav Karlsson Horn en Johan van Werth (no. 5017 n. 4) vond plaats in maart 1642.
    17 - Het verdrag tussen Frankrijk en Zweden werd in juli 1641 verlengd.
    18 - Aartshertog Leopold Wilhelm; de keizer bleef echter te Regensburg tot het einde van de rijksdag in oktober 1641.
    19 - Paul Le Prévost, baron van Oysonville, adjunct van de goeverneur van Breisach (no. 4994 n. 16).
    20 - Rheinhold von Rosen (no. 4993 n. 4).
    21 - Jean Armand de Maillé, markies van Brezé, zoon van Urbain de Maillé, markies van Brezé, maarschalk van Frankrijk (no. 5103 n. 9).
    22 - Charles de La Porte, hertog van La Meilleraye, maarschalk van Frankrijk (no. 5101 n. 7).
    23 - Gaspard de Coligny, hertog van Châtillon (no. 5119 n. 3).
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]